Wat ik vandaag maakte: Clafoutis

26 december 2014:

Het toetje voor het kerstdiner dat we bij  Dochter en Schoonzoon aten.

Voor het bakken
Voor het bakken
2014-12-26 21.29.05
Na het bakken

 

Zoon en schoondochter voorzagen in het voorgerecht: pastinaaksoep met appel en hazelnoten. De gastheer en gastvrouw maakten aardappelkroketjes, groenten en biefstuk met champignons. Wij brachten clafoutis mee die ik maakte met kastanjemeel en amandelmeel, met kersen uit eigen tuin en bosbessen uit de winkel. Eigenlijk moet het er iets anders uitzien: met een gaatje voor elke kers. Maar de kersen waren allemaal te diep gezonken. Ik strooide royaal poedersuiker en leidde de aandacht verder af met ijs en slagroom erbij. Het was allemaal heerlijk, maar vooral en voornamelijk erg gezellig.

Wat ik vandaag maakte: twee broodjes

25 december 2014:

Twee volkoren-zuurdesembroodjes

141225
Bewust kleine broodjes, geschikt voor een tweepersoons huishouden

Tot nu toe bakte ik witbrood of heel lichtbruin. Dat ging prima, maar het was wél behoorlijk compact brood. Ik denk dat dat niet kwam door het meel dat ik gebruikte maar het gevolg is van de bakmethode die ik gebruikte. Deze eerste-kerstdag-broodjes zijn gemaakt met volkorenmeel én een andere bakmethode. In tegenstelling tot brooddeeg met bakkersgist rijst desembrood langzaam, maar in de oven krijgt het nog een ‘boost’ de zogenaamde ovenspring. Daarvoor moet het klimaat in de oven goed zijn: heet genoeg, liefst 230 graden. Bij een gewone oven zakt de temperatuur behoorlijk als de deur open gedaan wordt.  Ook moet de luchtvochtigheid hoog zijn anders bakt de korst meteen te dicht en kan het brood niet meer uitzetten. Maar om een schaal kokend water erbij te zetten in de oven of je brood tijdens het bakken te besproeien met water moet steeds die deur open en zakt de temperatuur weer. Een oplossing hiervoor is het brood bakken in een gietijzeren pan, dat deed ik vandaag. Binnenin de pan blijft het heet en doordat het een kleine, dichte ruimte is verdampt het vocht uit het deeg niet: De luchtvochtigheid blijft hoog. Na een kwartier is de ovenspring klaar en kan het deksel van de pan om de korst lekker bruin te laten worden. Hoe een kleverige deegbal in een gloeiendheet gestookte gietijzeren pan te manoeuvreren is even een dingetje… ik deed wat Yvette van Boven adviseert in haar eerste Home Made: ik gebruikte een vel bakpapier in een kom om de broden in te laten rijzen en deed ze met papier en al over in de pan. Dat ging prima, het maakte een decoratief geschulpt randje aan de broodjes ook.

Wat ik vandaag deed: Hetzelfde nog een keer

13 december 2014:

Een middag in de keuken

Dingen die gelukt zijn worden nog een keer gemaakt. (en nog een keer, en nog een keer) Vandaag heb ik niks nieuws gemaakt. Maar wel:

zuurdesem-pannenkoekjes bij het ontbijt.
zuurdesem-pannenkoekjes bij het ontbijt.
Een kilo hummus gemaakt, Op deze foto  zie je het gedeelte dat niet werd ingevroren.
Een kilo hummus, Op deze foto zie je het deel ervan dat niet werd ingevroren.
141213brooddeeg
En deze grijze blob…
141213brood
..was het deeg voor twee van deze broden. Het is heerlijk brood, acht op de schaal van tien was de rating van Echtgenoot Yep. Ik zou wel  willen dat het iets luchtiger was. Ik studeer door op de wetenschap van het zuurdesembrood.

Het bijna-midwinterlicht maakt dat al het eten dat ik fotografeer er minder smakelijk uit ziet dan het is.

Wat ik vandaag maakte: Crackers

27 November 2014:

Crackers.

IMG_20141127_111424

Elke dag eet ik twee stuks knäckebröd bij mijn ontbijt. Ook die moeten zelf te maken zijn, vond ik, er zijn zelfs recepten voor crackers met zuurdesem.

Die maakte ik met sesamzaadjes er op en ze smaken geweldig. Maar echt knäckebröd is het niet, het lijkt meer op de toastjes waarop je een schijfje brie of een toefje filet americain serveert bij een borrel. Het recept voor deze crackers bevat nogal wat boter, ik heb het gevoel dat er geen of erg weinig vet in traditioneel knäckebröd zit.

Wat ik vandaag maakte: Pancakes

23 november 2014:

Pannenkoekjes

141123pancake

Nu mijn zuurdesemstarter (ook bekend als Gijs) zo lekker op dreef is heb ik een luxe probleem: Wat te doen met al het overschot? Twee keer per dag moet hij gevoerd worden, dan haal ik 150 gram ervan uit de pot, er blijft dan nog 75 gram in achter. Daar voeg ik weer 75 gram water en 75 gram vers meel aan toe. Dat wordt tot een glad papje geroerd en Gijs kan weer een halve dag voort. Als hij een week of drie oud is kan hij in de koelkast, waar hij met een wekelijkse voeding in leven kan blijven en dat is maar goed ook: Ik heb nu twee keer per dag 150 gram zuurdesemstarter over, die moet ik gebruiken of weggooien. Omdat ik niet graag eten weggooi (ook al is het voor een paar cent meel en water) zoek ik van allerlei toepassingen ervoor. In Amerika eet men pannenkoeken bij het ontbijt, niet dezelfde als die wij met spek en stroop eten, maar kleine, dikkere, luchtige pannenkoekjes. Die kun je maken van overtollig zuurdesem. Vanmorgen dus bij Lies-en-place: Real American Breakfast. Nouja, alleen de pannenkoekjes. Behalve zuurdesem (dus gefermenteerde bloem en water) bevat het beslag een ei, een theelepel bakpoeder, twee theelepels suiker en een beetje zout. Ik dacht dat het beslag wat aan de dikke kant was en mengde nog een scheutje melk erbij, waardoor het weer te dun werd en mijn eerste poging tóch erg op een Nederlandse pannenkoek leek. Maar goed. Leuk en lekker voor zo een zondagochtend en naar ik vermoed zelfs wel wat gezonder dan bijvoorbeeld een croissant. (een Heel! Pakje! Boter!)

Wat ik vandaag maakte: Zuurdesem.

17 november 2014:

Een kolonie gistcellen.

141117Gijs

Na een paar dagen ging mijn eerste poging om een zuurdesem te maken dood. Ik denk dat ik te koud water gebruikte, of de overstap van een roggemeel/wit meel mix naar alléén witte bloem was te abrupt. Ik ben opnieuw begonnen en dat lukte beter. Na een week twee maal daags “voederen” heb ik een levendig bellenblazende kolonie. Het ruikt gistig en zurig en het verdubbelt zich in volume binnen acht uur. Het elastiekje om de pot geeft aan waar de oppervlakte vanmorgen was. Ik overwoog om het De Borg te noemen* dat leek me toepasselijk. Maar Borg zijn niet erg aardig, de associatie met eten is ver te zoeken, dus werd het Gijs. Vanwege Hollebolle. Op het moment staat mijn eerste zuudesemdeeg naar (de helft van) dit recept te rijzen in de keuken. Spannend hoor. Ik hoop dat ik morgen typen kan: Wat ik vandaag maakte: Een brood.

*we are the Borg. We are many, yet we are one.

 

Wat ik maakte: Pestobrood

10 november 2014:

Een klein broodje, gevuld met pesto en pijnboompitten

141110pestobroodje

Na het maken van de pizza’s van gisteren had ik nog een bolletje brooddeeg over. Dat rolde ik uit tot een min of meer rechthoekige lap van een centimeter dik, ik bestreek die tot ongeveer 2 centimeter van de rand met pesto. In mijn koelkast stonden namelijk al enige maanden (!!!) twee potjes, beide halfvol groene pesto die door een of andere onbegrijpelijke speling van het lot níet beschimmeld was. Weer een puntje erbij op het scorebord van mijn actie “kook de kasten leeg”. Ik strooide een handvol pijnboompitjes over de pesto en rolde de deeglap op. Na nog een half uurtje rijzen bakte ik het broodje op 225 graden tot het bruin en gaar was. Dat was gisteren. Vandaag hadden collega D. en ik voor de lunch eigenlijk niets anders nodig dan dit broodje.

Wat ik vandaag maakte: Pizza

9 november 2014:

Pizza

141109pizza

Hoewel ik het graag lust eet ik zelden pizza. Het staat niet bekend als supergezond voedsel, maar net als met bijvoorbeeld nasi denk ik dat je met zelf maken het “te vet” en “te zout” een heel stuk kunt beperken  Vandaag maakte ik een brooddeeg met 300 gram witte bloem, 200 gram semolina en 310 gram water, 10 gram suiker en 7 gram gedroogde gist.  Tijdens de voorgeschreven rijstijd sneed ik twee uien en een kilo tomaten aan stukjes en bakte die met wat peper en oregano zachtjes in een koekenpan: de saus.  Ik maakte van de helft van het deeg twee dunne pizzabodems. Ik probeerde zo’n beetje de dunne knapperige bodem van flammkuchen na te bootsen, niet zo’n dikke broodlaag als onder de “amerikaanse” pizza’s zit. De bodems werden belegd met de tomatensaus, het vlees uit twee saucijsjes, een stuk of wat olijven en bij elkaar ongeveer tachtig gram verschillende kaassoorten die nog van een kant-en-klaar gekocht kaasplankje over waren. Natuurlijk zit er in deze maaltijd geen vezel en geen vitamine, maar toch ook nogal weinig vet. En lekker dat het was!

Wat ik maak: Zuurdesem

6 november 2014:

Een “sourdoughstarter”

141106zuurdesem Ooit had ik een tijdje “Herman” te gast. Een zogenaamde vriendschapscake. In het kort kwam het er op neer dat je een deegje in een schaaltje in de keuken had staan, dat zachtjes stond te gisten. Elke dag moest het doorgeroerd en elke paar dagen moest er wat meel, suiker en melk bij gevoegd. Na een week deelde je hem in een paar delen, voegde bij één ervan nog meer suiker en meel en melk en ook ei en wat rozijnen. Dat was het beslag voor de feitelijke cake, de andere delen gaf je weg (dat was tenminste de bedoeling, maar dat bleek best lastig) en met één deel begon je zelf vrolijk weer opnieuw.

Dat was leuk, en lekker, maar elke tien dagen een grote cake was me wel wat teveel. En na de eerste ronde had iedereen die ik ken én die het wil een Herman in huis. Herman verblijft nu in cryogene winterslaap. (in de vriezer)

Maar het proces van zo’n deeg “opvoeden” vond ik wel erg leuk. Zaterdagavond ben ik begonnen met het maken van een echt zuurdesem, voor brood. Ik voed mijn starter volgens dit recept, tot nu toe gedraagt hij zich volgens het boekje. Professionele bakkers die met zuurdesem werken adverteren vaak trots met de leeftijd van hun “starter” die dan ook een naam heeft: Chef, de Moeder, de blob. Ik vind dat erg leuk! Maar de mijne is dus nog een baby, hij heeft nog nooit een brood voortgebracht. Hoe zal ik hem noemen? (en is het wel een hij?)