Ik maak het niet vaak maar ik vind het heerlijk. Om een uur of twee vanmiddag liet ik mijn keukenmachien het deeg kneden bestaande uit 400 gram bloem, 100 gram semolina, een zakje gedroogde gist, wat suiker en zout en 340 gram water. De rest van de middag stond het te rijzen in de vensterbank, vlak voor het eten rolde ik de helft uit en belegde dat met van allerlei lekkers. Ik had speciaal voor de gelegenheid artisjokharten en salami aangeschaft, maar verder was het restverwerking: het vlees uit een overgebleven saucijsje, een half blik zwarte olijven, een handjevol mais en een collectie verschillende kaas erover geraspt. Tien minuten in de oven op de heetste stand… Jum.
Het is appeloogst. In de tuin staat de Rode Boskoop een enorme vracht te torsen, naast de Elstar, die erg veel, maar wel kleine appeltjes draagt. Van de Elstarretjes ga ik appelsap maken, maar de moesappels krijgen een andere bestemming. Deze cake bijvoorbeeld, gemaakt van het beslag van een zogenaamd evenveeltje met een halve theelepel kaneel er door, waarna ik er negen partjes Rode Boskoop in drukte die ik had ingekerfd. Voor ik het geheel de oven in schoof strooide ik er nog wat poedersuiker met kaneel over. Verrukkelijk.
Amerikaanse pancakes voor het ontbijt. Dik, luchtig en klein en minder “machtig” dan de Nederlandse. Ik maakte vandaag het beslag van 100 gram bloem, 100 gram water, een ei, een schepje suiker en een snufje zout en een dikke theelepel bakpoeder. En dan bakken als een ouderwetse drie-in-de-pan: drie pannenkoekjes tegelijk in de koekenpan. Kost nog geen tien minuten, levert een buitengewoon vrolijk begin van de dag.
Ik sneed een stuk of zes, zeven schoongewassen en afgedroogde stelen rabarber in stukjes van anderhalve centimeter ongeveer, bestrooide dat met een volle eetlepel custardpoeder en een theelepel kaneel en schudde het wat doorelkaar. Daarna maakte ik beslag voor een zogenaamd evenveeltje. Dat is eigenlijk gewoon cake en het recept is makkelijk te onthouden: Van alle ingrediënten gebruik je evenveel. 160 gram -zachte- boter met de mixer mengen met 160 gram suiker, daarna één voor één drie eieren er door (is samen ook ongeveer 160 gram) en 160 gram gezeefde bloem. Ik deed er nog wat vanillesuiker bij, en een kneepje citroensap. Dit beslag ging in een ingevette bakvorm, ik gebruikte een braadslede ter grootte van een a4tje. De de rabarberstukjes werden er over heen verdeeld en het geheel een klein uurtje gebakken in een oven van 170 graden. Na afkoelen bestrooide ik het met een beetje poedersuiker, maar dat was eigenlijk niet nodig. De zoete cake en de zure rabarber is een match made in heaven!
Van schoonzus E. kreeg ik Herman weer eens. Herman is een vriendschapscake: Je krijgt een deegje, je roert het elke dag een keer of twee door, je voegt er in een periode van een kleine twee weken een paar keer (volgens het bijgeleverde voorschrift) wat ingrediënten aan toe. Daarna deel je hem in vieren, je geeft er twee weg (vandaar “vriendschaps” cake) en begint met één deel zelf weer opnieuw. Het overgebleven gedeelte is de basis voor een beslag voor een kruidkoek-achtige cake. Eigenlijk is het een zoete variant van een zuurdesemstarter. Ik ken Herman al vanaf mijn middelbare schooltijd, ik kan natuurlijk niet weten of mijn huidige Herman een nazaat is van de toenmalige. Hij is in ieder geval al enkele malen mijn huishouden gepasseerd, ik geloof dat ik zelfs van mijn vorige Herman nog een exemplaar in de vriezer heb. Ik besloot mijn vriendenkring met deze recente Herman niet nogmaals te belasten, iedereen die zoiets leuk vindt heb ik al minstens één keer eerder de zorg voor Herman opgedrongen toevertrouwd. Dus bakte ik mijn hele Herman in één keer op, het werden twee dubbelgrote cakes waarvan ik een groot deel invries voor later genieten. Ik had nog een schaal vol walnoten die ik vorige herfst uit een ruil kreeg: T. heeft walnotenbomen, ik heb een hazelaar, dus ruilden we een zak noten in het belang van de variatie in ons menu. Die walnoten verdwenen ook in de cake, samen met een zakje gedroogde cranberries. Het kan bijna geen toeval zijn dat ik vanavond naar de bioscoop ga om een film over Sergio Herman te zien. Het is klaarblijkelijk Herman-dag vandaag, ik zal bij het eten de juiste CD opzetten.
Ik weet, het is een beetje voedselzandloper–Renskroezerig, (en ik ben niet zo’n trendvolger als het om mijn eten gaat) maar ik vind havermout als ontbijt erg geschikt. Dus muffins met havermout en fruit en noten bij wijze van ontbijt leek me een fijn plan. Ik gebruikte dit recept, maar gaf er wel een draai aan: Minder rozijnen, in plaats daarvan een goede handvol blauwe bessen. Ik denk dat ik het op twee van die muffins wel een halve dag volhou. Maar of dat werkelijk zo is, dat weet ik morgen pas.
edit: Dat is zo. Een leuk ontbijt-alternatief, dus!
Gekaramelliseerde knoflook-geitenkaastaart. En ook: Rommel
Met behulp van zelfgemaakt bladerdeeg en een goed recept bakte ik een geweldig lekkere hartige taart. Daarna gooide ik mijn blindbakbonen over de vloer. *zucht*
Twee grote eieren geklutst met 170 gram Griekse yoghurt en 100 gram basterdsuiker en een snuf zout, daarna 55 gram kastanjemeel en 60 gram amandelmeel erdoor roeren tot een glad beslag en dat in de ingevette bakvorm van 24 cm. Kersen uit een pot (de laatste van afgelopen zomer) uit laten lekken en erover verdelen, 50 minuten bakken in een oven van 170 graden. Supertoetje! Bonus: De siroop van de kersen maakt verdund met spa rood een heerlijk fris drankje.
Koekjes op de makkelijkste manier Bij de supermarkt werden weckpotten verkocht met daarin alle ingrediënten voor koekjes, op wat boter en een ei na. Kwestie van pot omkeren, ei en wat boter erbij, kneden en bakken. Leuk idee, het is ook geschikt als cadeautje. Het is bepaald niet moeilijk en ook lekker: de koekjes die ik (eergisteren) bakte zijn alweer op. Ik heb bewondering voor de marketing er van: Niet al te dure ingrediënten met een bijzonder vrolijke uitstraling verpakt en een grapje dat je pas ziet als je de pot open maakt. Hulde.