wat ik maakte gisteren: geen vorderingen
30 mei 2016:
een treinreis met hindernis

Ik breide in 2013 een lang vest, dat ik zo graag draag dat ik het nog een keer wil maken. Ik bestelde bij Wollmeise paars garen (de kleur van rode kool, verzuchtte vriendin J. romantisch) en begon. Gisteren ging ik met de trein naar Dochter om haar nieuwe huis te bekijken. Een heel stuk treinen, maar dat is bij mij ook een heel stuk breien… fijn! In Gouda was ik net overgestapt en gesetteld toen er in de trein werd omgeroepen dat deze trein, in tegenstelling tot de mededelingen op de borden op het perron, níet naar Rotterdam ging. Ik moest inderhaast mijn breiwerk, jas, tas en koffie bij elkaar rapen en uitstappen. Meteen achter mij sloten de deuren en begon de trein te rijden. Pas toen zag ik de paarse draad, die van het breiwerk in mijn hand naar de deuren van het treinstel liep… Gelukkig brak de draad meteen. Maar mijn -bijna nieuwe- bol wol vertrok zonder mij. Onhandig en genant. En duur. Ik hoop maar dat het bij de gevonden voorwerpen van de NS terecht komt.




Mijn vorige werkgever verstrekte ons overhemden om op het werk te dragen. Ik had er wat bedenkingen bij, het deed me wat aan een bouwmarkt denken, al het personeel in hetzelfde overhemd. En ook, zijnde een vrouw van zekere leeftijd, was ik bang dat een stevig katoenen overhemd met lange mouwen te warm zou zijn. Ik besloot eenvoudige korte rokjes te maken, en hemdjes met een kanten randje en daar dan het overhemd open overheen te dragen. Op opstandige dagen te combineren met woest gekleurde kousen. Het kwam zo ver niet, de overhemden zijn weer terug gestuurd. Ze waren tenslotte voorzien van een logo dat we nu niet meer voeren. Eigenlijk wel een beetje jammer, want ik heb over het algemeen niet zo’n doordachte look, ik graai meestal het voorste uit de kast en val toch erg vaak terug op de vertrouwde zwarte jeans. Ik heb dus toch maar zo’n rokje gemaakt.












