Wat ik maakte: Tarte au citron

4 november 2014 (gisteren dus):

Citroentaart 141104tarteaucitron Soms heb ik zo’n aanvechting om iets lekkers te bakken. Dat doe ik dan dus ook maar, want hoewel we het zelf bij lange na niet op kunnen zijn er altijd buren en collega’s die geheel belangeloos helpen opeten. Gisteren dus tarte au citron, volgens dit recept. Afgetopt met een Italiaanse merengue en door Echtgenoot Yep met een bruléebrander van wat smakelijke schroeischade voorzien.

Wat ik vandaag maakte 5/5

5 mei 2014:

Een eeehhh tja. Een drabje.

140505aardbeientaartje

Van de verjaardagstaart van M. had ik nog een aardige hoeveelheid crème patissier over. Het woord crème was niet terecht voor dit spul trouwens, je kon er blokjes van snijden zo stevig was het.  Maar goed, ik had een portie over en ik gooi liever geen eten weg. Dus maakte ik er met bladerdeeg en aardbeien twee kleine taartjes van. Leuk als toetje, dacht ik.

140505aardbeiendrab

Helaas. De crème is geen créme meer maar vloeibaar met klontjes, de bladerdeegkorst taai en zompig. Echtgenoot Yep at het toch allemaal op; het smaakte niet slecht. Maar ik zie een héleboel verbeterpuntjes.

Wat ik gisteren maakte 4/5

4 mei 2014:

Taart

140503taart!

Bij wijze van verjaarscadeau gaf ik de jarige M. een taart. Ik vind het erg leuk om een mooie, feestelijke taart te maken, maar met zijn tweeën eten we zoiets niet op. Dus ging ik een zaterdagmiddag los in de keuken. Ik maakte een basis van biscuit gebak met een Blanda-schaal (van Ikea) als bakvorm. Als vulling maakte ik crème patissier met citroen, ik werkte de taart af met een laagje botercrème en bekleedde hem met witte marsepein. Ondertussen bakte ik roze macarons. Die mislukten technisch gezien, ze hadden geen van allen een “voetje”. De smaak was wél goed, dus ik plakte een deel met chocolade ganache op de taart, en pakte de rest in een decoratief doosje, ook voor het feestvarken. Toen ik om half tien ‘s avonds binnen stapte op het feestje was de taart al bijna op.

Wat ik vandaag maakte 23/4

23 april 2014:

Rabarbertaart

140423rabarbertaart
Bekentenis: Ik bakte de taart niet vandaag, maar gisteren. En de foto is van internet geplukt, want het is alweer bijna op. Om het allemaal nog een beetje erger te maken is de rabarber die ik gebruikte niet uit onze tuin (want die is nog te klein) maar van de markt.

800 gram rabarber in stukjes van 1 cm, bestrooien met custardpoeder en vanillesuiker. Beslag maken: 200 gram boter, 200 suiker door elkaar roeren met de mixer, vier eieren er een voor een doorkloppen, 22o gram zelfrijzend bakmeel erdoor. In een ingevette springvorm, rabarber er bovenop, in de oven op 165 graden voor een uur, of misschien langer, tot een prikker er schoon weer uitkomt.

 

Wat ik vandaag maakte 30/3

30 maart 2014

Clafoutis

140330clafoutis

En klassiek Frans toetje, maar met een bijzonder ingrediënt: kastanjemeel. Ik kreeg ooit een pakje ervan cadeau maar wist niet goed wat ik er mee moest. Clafoutis dus. Hierin zitten de laatste kersen van de oogst van vorig jaar, gelukkig zit onze kersenboom alweer vol met nieuwe knoppen.

Wat ik vandaag maakte 9/3

9 maart 2014:

hartige taartjes en palmiers

140309taartjesenkoekjes

Natuurlijk kon ik geen dagen wachten om het gisteren gemaakte bladerdeeg te proberen. Ik verwerkte het vanmorgen in een heel aantal hartige taartjes met een vulling van gerookte kip, geitenkaas en dille, geïnspireerd op een recept uit “Home Made” van Yvette van Boven en van het restje maakte ik palmiers, volgens een recept van -alweer- chocolate and zucchini’s Clothilde. De taartjes zien er prachtig uit maar die heb ik nog niet geproefd, de koekjes zijn -met hulp van echtgenoot Yep- al op. Prima bladerdeeg!

Wat ik vandaag maakte 8/3

8 maart 2014:

Bladerdeeg

140308roughpuff

Bladerdeeg heeft de reputatie dat het buitengewoon lastig is om zelf te maken. Eindeloos uitrollen, boter ertussen vouwen en uitrollen en draaien, gevolgd door weer een tijd koelen. Die reputatie van “moeilijk”, samen met de obscene hoeveelheid boter weerhield me ervan het zelf eens te maken. (Hoewel ik natuurlijk wel de diepgevroren, kant en klare variant gebruikte, waarbij de minstens even obscene hoeveelheid boter in het geheel geen argument was)

Op de bijzonder inspirerende website “chocolate and zucchini” verscheen een recept voor bladerdeeg dat in minder dan een kwartier gemaakt kan worden, met de naam “Rough Puff (spreek uit Ruf Puf). Dat heb ik gevolgd en het lijkt gelukt. Dat weet ik pas zeker als ik er iets van gebakken heb, maar dat doe ik op een andere dag.

Cheesecake om mee naar de beurs te gaan

Nodig:

150  gram bastognekoek

70 gram boter

1 pakje philadelphia roomkaas, naturel (hoeft natuurlijk niet per se philadelphia te zijn)

350 gram mascarpone

drie eierdooiers

drie eieren

150 gram suiker

2 zakjes vanillesuiker

2 eetlepels citroensap (en als je toevallig een verse biologische citroen hebt is het erg lekker om het geel van de schil er af te raspen en ook te gebruiken)

Een springvorm van 20 cm doorsnee

bakpapier

aluminiumfolie

een braadslee waar de springvorm in kan staan.

Bekleed de bodem van de springvorm met een vel bakpapier, dat je tussen de bodem en de rand klemt en dan rondom afknipt. Draai de koekjes in een foodprocessor tot kruimels. Als je geen foodprocessor hebt kun je ze ook in een stevige plastic zak met een deegroller bewerken. (ook erg fijn bij spanningen en agressie)

Smelt de boter op een heel laag vuurtje en roer de koekkruimels er door. Als het helemaal gemengd is uitspreiden over de bodem van de springvorm en met de bolle kant van een lepel glad strijken. De springvorm in de vriezer zetten (of in de koelkast, als de vriezer te vol is)

Roer de mascarpone en roomkaas los met een mixer, mix de suiker en vanillesuiker er door en daarna de eieren en dooiers. Mix een minuut of twee stevig door, meng daarna op lage snelheid het citroensap en eventueel -rasp er bij.

Vul een waterkoker of fluitketel met water en breng het aan de kook, verwarm de oven voor op 170 graden

Haal de bakvorm uit de vriezer, en bekleed de buitenkant met minstens twee lagen aluminiumfolie. Straks moet de vorm in een laag water staan, en het aluminiumfolie moet voorkomen dat het water doordringt in de vorm. Zet de vorm in de braadslee, giet het roomkaas-eimengsel in de vorm, zet het geheel in de oven en giet het hete water in de braadslee. Laat het waterniveau ongeveer tot de helft van de hoogte van de springvorm komen.

Laat de taart ongeveer een uur bakken. Kijk in het laatste kwartier of de bovenkant bruin wordt, dat is namelijk niet de bedoeling. Zet een bord op de springvorm of leg een vel folie er op als het mis dreigt te gaan. Als de taart klaar is voelt het midden wat veerkrachtig aan, maar bij het afkoelen stijft het mengsel nog aardig op.

Laat de taart in de vorm geheel afkoelen. Eventueel kun je een half potje rode jam (géén confiture, er moeten geen hele vruchten in zitten) opwarmen op een laag vuurtje zodat het dik vloeibaar wordt en dat uitgieten en uitspreiden over de taart. Die moet hier wel ijskoud voor zijn. Zo’n rood glimmend laagje bovenop ziet er prachtig uit, nog wat versieren met muntblaadjes of een paar chocoladekrullen maakt het helemaal beeldschoon. Maak voor je de rand van de springvorm ontgrendelt de taart met een glad mes rondom los.

De bastognekoekbodem is niet al te stevig, je kunt de taart dus ook niet in zijn geheel oppakken. Wel kun je hem met het onderliggende bakpapiertje op een schaal schuiven.

Ik had erg graag een foto bijgevoegd! Maar helaas, de taart is alweer op.

 

Op zoek naar verloren tijd

Weet iemand waar Mei gebleven is? En het grootste deel van Juni? De tijd vliegt, maar ik mag niet mopperen… we gingen naar Parijs, om in het Grand Palais naar Leviathan van Anish Kapoor te kijken, we bezochten Turku, Culturele hoofdstad van Europa in Finland, waarover vast later meer.  Ondertussen werkten we natuurlijk ook gewoon en daarnaast zouden we met zijn tweeën fulltime in de volkstuin kunnen werken, zoveel is daar te beleven op het moment. Ook daarover later meer, nu, in verband met die verloren tijd, een recept voor Madeleines.

 

Ik heb er altijd enorm succes mee, maar een klein nadeel is dat ze niet lang te bewaren zijn. Ze moeten idealiter gegeten vóór ze afgekoeld zijn. Je kunt ze misschien ook in muffinvormpjes bakken, maar zo’n schelpje maakt het wel helemaal af.

Natuurlijk heb ik het niet zelf bedacht, het recept, ik heb het gevonden op smulweb. Er zijn duizenden madeleine-recepten te vinden op het Internet.

Je hebt nodig:

2 eieren
125 gr boter
125 gr poedersuiker
100 gr bloem
½ theelepel vanillesuiker
geraspte schil van een halve citroen
een halve theelepel bakpoeder

Smelt de boter op een laag vuurtje, laat dan weer wat afkoelen.
Klop in een ruime kom de eieren 3 minuten met een mixer op de hoogste stand.
Mix geleidelijk de poedersuiker en vanillesuiker erdoor, mix dan nog 5 tot 7 minuten tot het mengsel dik en glanzend is.
Zeef de bloem en bakpoeder samen. Dit is heel belangrijk; het bakpoeder moet goed verdeeld in het meelmengsel zitten. Alleen zo krijg je een regelmatige reactie van het bakpoeder.
Zeef ongeveer een kwart van het meel door het ei mengsel en vouw het er voorzichtig door.
Meng op deze manier al het meel in 3 of vier stappen door het mengsel, voeg bij de laatste portie de citroenrasp erbij. Roer dan voorzichtig de boter erdoor. Als het goed is, is de boter nog net vloeibaar.
Laat het beslag een half uur afgedekt in de koelkast staan.  Verwarm de oven voor op 190 graden, vet je madeleine vorm in met een kwastje en nog wat gesmolten boter en bestuif met bloem.
Lepel het beslag in de holletje, ongeveer driekwart vol.
Bak 10 minuten tot de randjes goudkleurig zijn en de bovenkanten terugveren.
Laat in de vormpjes 1 minuut afkoelen.
Maak los met een mes (ik gebruik er ook altijd een saté prikker bij, want ze zijn heet…) en haal ze uit de vorm en leg op een rooster om af te koelen.