Wat ik vandaag maakte: Kool klein

23 november 2015:

Twee grote groene kolen in de pan gehakt

110102 groene kool

Uit de oorlogstuin kwamen twee enorme groene kolen. Echtgenoot Yep ontdekte trouwens dat “groene kool” niet bestaat, dit is savooiekool het is er in geel en in groen. Okee, groene savooiekool dan. Het was een hele operatie om een behoorlijke hoeveelheid modder en beestjes eraf en eruit te krijgen maar daarna was de kool -minstens zeven maaltijden- snel gesneden, geblancheerd en ingevroren. Dat geeft altijd een goed gevoel.

151123koolsnijden

Wat ik vandaag (en gisteren en eergisteren en de dagen ervoor) maakte: Bonen in

19 oktober 2015:

Potten met bonen in saus.

151019bonen

Uit de volkstuin had ik nog een kleine kilo Fryske Waldbeantsjes van vorig jaar. Die van het jaar daarvoor had ik weggegooid omdat er een schimmel tussen begon te groeien, maar dat zou me met deze toch niet overkomen! Ik liet ze eerst een volle 24 uur weken. Daarna gebruikte ik het recept dat bij de bonen zat die ik uit Frankrijk meenam en verdubbelde dat, mijn allergrootste pan zat voor driekwart vol met bonen in heerlijke pittige saus. Na twee uur zachtjes pruttelen op het fornuis waren de bonen nauwelijks zachter dan toen ik begon. Ik liet de zaak een nachtje staan en zette het de volgende avond een uur of wat in de oven van 100 graden. De bonen waren ietsjes zachter, maar nog steeds verre van gaar. Ai. Inmiddels zat er zeven uur kooktijd in. Weer een dag later zette ik de pan wéér een paar uur in de oven. Nog steeds waren de bonen behoorlijk harder dan gewenst. Inmiddels was ik tot de overtuiging gekomen dat de bonen die ik met schimmel heb weggegooid die uit 2014 waren en ik hier de hopeloos oude lichting uit 2013 probeerde tot een eetbaar geheel te dwingen… maar nu er 11 uur kooktijd in zat werd het steeds erger om de pan om te keren boven de groenbak. Dus met de moed der wanhoop herhaalde ik het nog één keer, en toen leek het er toch waarachtig op. Met de wetenschap dat het wecken óók nog weer een uurtje koken is heb ik het aangedurfd om de zaak in te maken. De saus is erg lekker geworden van het lange sudderen dat wel! Maar de kievitsbonen die een paar weken geleden geplukt zijn en die nu liggen te drogen gaan deze week nog de pan in. Dat gebeurt me niet meer!

Later toegevoegd: Inmiddels hebben we één van de potten opengemaakt en met rijst en merquez-worstjes tot een maaltijd verwerkt. Ik wilde toch wel graag weten of het ook lekker was, het product van al dit gedoe. En dat was het. Gelukkig.

Wat ik vandaag maakte: een bijzondere gratin

21 september 2015:

Spaghettipompoen-gratin

150903pompoenen

De langwerpige middelste van dit gezellige rijtje is een spaghettipompoen. De enige reden voor de naam is het feit dat het vruchtvlees na het koken in draadjes uit elkaar valt. Hij smaakt vooral naar pompoen en beslist niet naar spaghetti. Zijn grote buurman op het bankje is een zogenaamde naaktzadige of oliepompoen. De pitten daarvan hebben geen schilletje en kunnen zo, al dan niet geroosterd, over de sla worden gestrooid. Vooralsnog vind ik hem te mooi om stuk te snijden. Vriendin H. kocht de zaadjes voor deze twee bijzondere soorten en deelde die ruimhartig met mij. In haar tuin wilden ze geen van beiden aan de groei, ik kon -naast een stel hokkaido-pompoentjes- vijf spaghettipompoenen en het naaktzadige kroonjuweel oogsten. Die ik dan natuurlijk weer met haar deel.

het restje...
het restje…

Maar goed. De spaghettipompoen. Echtgenoot Yep sneed hem in de lengte door. Ik kon dat niet zelf… het ding was te hard en te glad. Ik schepte de zaadjes* er uit, bestreek de helften met olie en strooide er wat peper en zout over en roosterde ze drie kwartier in de oven op 190 graden. Een dag later haalde ik met een vork het vruchtvlees uit de helften en de draadjes los van elkaar en deed die in een ingevette ovenschaal. Ertussen legde ik stukjes gebakken ontbijtspek en grof gehakte walnoten, er overheen strooide ik Parmezaanse kaas en broodkruimels die ik van een stukje oud brood had gemalen. 15 minuten in de oven om op te warmen en een minuutje onder de grill om te bruinen. Héérlijk!

*en bewaarde er natuurlijk een stel van, voor volgend jaar.

Wat ik vandaag maakte: Cocos de Paimpol

7 september 2015:

Nouja, witte bonen in tomatensaus, eigenlijk.

150907cocopaimpol

Uit Frankrijk nam ik een zak bijzondere bonen mee. Deze Coco de Paimpol is een Bretonse witte boon die net als wijn een AOC heeft en in de peul, half gedroogd, verkocht wordt. Dat soort producten vind ik altijd erg interessant, dus dopte ik de boontjes en bereidde ze volgens het recept dat op de verpakking stond: Fruit een kleingesneden ui in olijfolie, voeg drie gepelde en gehalveerde sjalotjes en een in repen gesneden paprika toe, bak nog even door tot alles enigszins begint te kleuren. Ik deed er nog een volle theelepel gedroogde tijm en wat zout en cayennepeper bij. Voeg dan 300 gram tomaten in stukjes toe, een kwart liter bouillon en 400 gram bonen. Die 400 gram zou je ongeveer over moeten houden van een kilo peulen. De bonen moeten nét onder de vloeistofspiegel staan. Dan de hele zaak rustigjes drie kwartier laten pruttelen tot de bonen gaar zijn. We aten het met een stukje vis, dat was lekker. Maar vandaag nam ik het restje mee naar mijn werk voor de lunch, en opgewarmd was nóg lekkerder. Ik heb, Appellation d’ Origine Contrôlée of niet, acht van die peulen te drogen gelegd in de vensterbank, volgend jaar ga ik ze wijsmaken dat mijn volkstuin best erg Bretons is.

150907bonen
opgewarmd restje

Bonus: Op de verpakking trof ik ook dit webadres waar nog veel meer goede groente-recepten zijn te vinden. Wat een weelde aan informatie…. hoewel wél in ‘t Frans.

 

 

Wat ik vandaag maakte: Quiche

15 augustus 2015:

Hartige taart met snijbiet

het eten was al op toen ik aan de foto dacht. Snijbietfoto van het internet dus.
het eten was al op toen ik aan de foto dacht. Snijbietfoto van het internet dus.

Snijbiet ligt niet bij de supermarkt in het groentevak, ik vraag me af waarom. Het is makkelijk te telen, het kan tegen een stootje wat betreft verpakken en bewaren en het smaakt heerlijk. Nu ja, ik kan de supermarkt hier missen: Ik haalde vandaag een maaltje uit de tuin.  Daarvan bakte ik een hartige taart, met een ui, wat spekjes en knoflook, bestrooid met geraspte oude goudse kaas. En natuurlijk losgeklopte eieren en een beetje melk, in een springvorm die ik met winkelbladerdeeg had bekleed. Smakelijk!

Wat ik vandaag maakte: Gebakken kaas

9 juli 2015:

Halloumi met spinazie

150709spinaziehalloumi

Voor mij de eerste keer dat ik het at, Halloumi. Een Griekse kaas van een mengsel van schapen- geiten- en koeienmelk. Deze kaas smelt niet als hij warm wordt en is bijzonder geschikt om te bakken of te grillen… dat laatste deed ik dus. Dat was lekker, een welkome uitbreiding van het repertoire voor de vleesloze dagen. De spinazie kwam uit de voortuin. Ik weet niet wat voor soort spinazie het is, maar de bladen waren enorm groot; ik oogstte van slechts vier planten een hele maaltijd bij elkaar. Ik bakte de spinazie snel in de koekenpan, nadat ik daarin de eerste drie sjalotjes uit eigen tuin had gefruit. Geroosterde pijnboompitjes er over en opeten. De hele bereiding kostte me minder dan een kwartier, inclusief het lenen van de grillpan. (die pan gaat dus op mijn verlanglijstje, dit wil ik wel vaker maken)

Wat ik vandaag maakte: Iets met tuinbonen

15 juni 2015:

De eerste tuinbonen

150614tuinboontjes1

Gisteren plukte ik een tasje vol tuinbonen. Ze zijn nog klein, iets groter dan een doperwt maar in dit formaat zijn ze wel superlekker. Vandaag stonden ze als voorgerecht op het menu: Kort gekookt, aangekleed met een lepeltje  dressing van gelijke delen honing, azijn en olie, bestrooid met wat gebakken spekjes, wat reepjes bosui en een paar stukjes zachte geitenkaas. Fijn!

150615tuinboontjes2

Wat ik vandaag maakte: Aspergetaart

31 mei 2015:

Aspergetaart!

150531aspergetaart

Elke dag levert onze tuin drie of vier asperges. Dat is lekker, maar ook best véél! Als je ze alleen maar traditioneel met botersaus en ham en ei eet wordt dat wel saai, dus maakte ik dit recept, uit het periodiek van een landelijke grootgrutter. Ik zou willen zeggen: Maak het ook. Het was heerlijk.

Wat ik vandaag deed: Een klein onderzoekje

18 mei 2015:

Een asperge-test

150518asperge

Het is aspergetijd. Er komen er best veel van ons rijtje van ongeveer 30 planten. Eigenlijk moeten we elke dag naar de tuin om ze te steken, maar dat komt er niet altijd van en dan zijn ze “doorgeschoten” oftewel boven de grond en groen. Dat is niet de bedoeling, wij kweken witte asperges. Tot nu toe maakte ik van de groene exemplaren hooguit bouillon voor de aspergesoep, we aten ze niet. Mede-tuinder Karin stelde dat het geen verschillende soorten zijn, de witte en de groene, het enige verschil is het moment in de groeicyclus dat je ze oogst en eet. Echtgenoot Yep dacht dat onze witte asperges houtig en taai zouden worden als ze groen gegeten werden. Dat kun je natuurlijk googelen, maar het is leuker om het zelf te proberen. Vandaag kookte ik een maaltijd witte asperges en een stuk of tien groene, van toen we vorige week eens een dag te laat waren. Eindconclusie: Karin heeft gelijk. De groene waren heerlijk. Maar Yep ook: Zodra de top groen is, is het witte gedeelte oneetbaar: houtig en draderig. Dus dan moet je hem als groene asperge eten. Het is groen of wit, en niet allebei.

Wat ik vandaag maakte: Geroosterde bietjes

7 april 2015:

Verse bietjes uit de oven.

150407bietjes

Er zijn weinig groenten die ik lekkerder vind dan bietjes. Ik waste ze schoon, bekwastte ze met een klein beetje olie en pakte ze met een plukje tijm in, ieder bietje apart in de aluminiumfolie. Een uurtje in de oven bij een temperatuur van 180 graden: een koningsmaal.