Ondertussen, op de tuin

Mensen denken vaak dat in de winter niets te doen is op een volkstuin. Dat is natuurlijk niet waar… maar ik zelf probeer dat ook wel eens een maandje te denken. Je wordt voor je afwezigheid ‘s winters in ieder geval niet gestraft met hoogwoekerend onkruid. Maar wel met steeds meer achterstallige klussen, de kas moet schoongemaakt (er zit nog steeds witkalk op, om te zorgen dat de zomerzon de zaak niet te heet maakt binnen) en er ligt een stapel takken om klein te knippen en zagen. Echtgenoot Yep heeft zich namelijk wél ingespannen, hij heeft een heleboel mest gehaald en een hoek ontgonnen waar we nog niet eerder aan toe waren gekomen.

Op deze foto links voor. Er stond, in een kleine omheining van kippengaas (vermoedelijke met de bedoeling van een compostbak?) een braam, een kamperfoelie, een grote hoeveelheid riet en een jonge kastanjeboom die daar volgens ons min of meer per ongeluk beland is. We vinden ook regelmatig eiken in alle stadia van net ontkiemde eikel tot al een metertje boom. Grappig, want er is geen eik in de buurt, die worden waarschijnlijk door vogels aangedragen. Maar de kastanje was al een fors exemplaar.

Rechtsboven zie je de onderkant van de stam met wortels. Er lagen ondergronds ook heel wat bakstenen en zwerfkeien en een plaat asbest. Die laatste is volgens de officiële regels met vergunning afgevoerd. Daarna heeft Yep de kamperfoelie vantussen het gaas gepeuterd en herplant en de braam verwijderd. Geen kinderachtige klus!

De venkelplanten van vorig jaar lopen nu al uit. Ik twijfel of ze moeten blijven staan, of ze vernieuwd moeten worden of dat ik ze verplant naar een plaats waar ze me minder in de weg staan.

En we hebben het gaas te vroeg van het koolveld gehaald, de boerenkool is helemaal opgegeten. Enkele tuinen verder naar het midden van het complex staan tientallen bloemkolen waar geen hapje uit is, dus ik dacht dat het wel mee zou vallen. Niet dus. Omdat we helemaal aan de rand van het complex tuinieren zijn we, zo blijkt, vaker dan de collega-tuinders de sjaak. Maar goed, we krijgen er ook weer wat voor terug. Maar dat verdient een post van zichzelf.

Gember van het huis

Begin april had ik een stuk gember dat in de keukenkast begon uit te lopen. Ik plantte het in voedzame potgrond en zorgde dat het op de vensterbank genoeg zon en water kreeg en na een week of drie was het een heuse plant.

In juni verplantte ik het inmiddels uit vijf sprieten bestaande geheel in een grotere pot. Het lustte best veel water, en groeide als de spreekwoordelijke kool, het werd bijna manshoog. Een week of twee geleden begonnen de bladen te verdorren en gisteren heb ik het uit de grond gehaald. Heel niet slecht!

Bovenaan ligt de “moeder” die misschien ook nog wel eetbaar is. Onderaan de nieuw gegroeide gemberwortel, met een lombok peper ernaast voor de schaal. Gisteravond is er al een stukje in het eten verwerkt. Heerlijk!

In de soep

Van de volkstuin komen nogal wat winterwortelen. Je kunt ze goed bewaren, maar een deel ervan verwerkte ik meteen

Ik sneed ze in stukjes, ik deed hetzelfde met een gekochte bloemkool en wat prei. Een bosje selderij, peterselie en geheim ingrediënt kervel hakte ik met de keukenmachine fijn. Ik mengde de heleboel in een grote kom en vulde zes zakjes met heerlijk kruidig geurende soepgroente. Lekker voor de winter!

Appelsap

De appeloogst was niet zo enorm als vorig jaar. Dat is niet omdat onze nachtelijke bezoeker appels eet, die lijkt hij niet te lusten. Een paar bomen zijn vorig jaar iets te rigoureus gesnoeid, een paar andere hebben een zogenaamd beurtjaar. Maar de ene Elstar en de James Grieve leverden toch nog een prettige hoeveelheid. Ze zijn deels in de appelmoes en appeltaart gegaan, de mooie exemplaren “zo” gegeten.

De misvormde, aangetaste en te kleine exemplaren verdwijnen in de sappers.

Een herfstgenoegen, bij het ontbijt een vergeperst appelsapje. Dat in enkele minuten van bleekgroen naar bruin verkleurt, maar niet minder smaakt.

Nachtelijk bezoek

Echtgenoot Yep kreeg voor zijn verjaardag een wildcamera. Een onopvallend kastje dat we aan een boom in de volkstuin hingen* vanwaar het foto’s of korte filmpjes maakt van alles dat beweegt. Nu ja, niet álles dat beweegt. De blaadjes in de bomen wapperen ook, en we hoeven niet elke mug voorbij te zien vliegen… maar we waren wel benieuwd wie er allemaal door onze tuin stapt.

Dat is dus duidelijk! Leuk, zo’n medebewoner.

*Met een ketting en een hangslot natuurlijk…

Vandaag: Zoete aardappel…

… of niet. In Mei legde ik een kleine zoete aardappel in een bakje met vermiculiet en hield het goed vochtig. De gedachte was dat er worteltjes uit de aardappel zouden groeien, en daarna plantjes. Die zou ik planten in voedzame potgrond en eind oktober zou ik een pot vol heerlijke zelfgegroeide zoete aardappelen hebben.

De praktijk sloot niet helemaal aan op dit prachtige plan. Na erg lang wachten kwamen er een paar worteltjes, na oppotten en nog langer wachten één lange spriet met blaadjes.

Onder de grond ging de teelt niet veel beter. Dit hier is de complete opbrengst: de knol die ik plantte. Ik denk dat hij niet zo lekker is. Volgend jaar beter!

Kien-Waaa!*

Bij de nieuwe tuin kochten we vorig jaar quinoazaad. Dat erg zijn best deed in onze tuin. Als plant was het niet al te opvallend, de bloei was nauwelijks te zien…

Ik weet dat hij ook al in de vorige post stond, deze foto. Maar hij is zo mooi dat dat mag.

Maar de zaadpluimen waren werkelijk prachtig. ze gingen van groen naar geel naar oranjerozerood.

Ik plukte ze toen ze daarna lichtbruin werden. De zaadjes uit de pluimen en tussen de vliesjes en takjes uit krijgen zonder al te veel gedoe, dat was nog even een zoektocht. Maar: de zaadjes zijn glad en rond en ze zinken in het water; de vliesjes drijven. Daar kunnen we wat mee. Het bleek dat als je de zaadpluimen tussen je handen wrijft de zaadjes er schoon tussenuit komen rollen, er komt niet veel materiaal van de plant zelf mee. Het is een ontspannen klusje en kan gedaan worden zittend op de bank tijdens het kijken naar een Engelse detectiveserie. Een oude vergiet met gaatjes die precies groot (of klein) genoeg zijn werd ingezet om stukjes plant tegen te houden.

Dit moet nog gewassen, er zit stof tussen, en heel kleine vliesjes. En ongewassen quinoa schijnt naar zeep te smaken. Maar toch. Goed voor minstens vier maaltijden, leuk om te telen, volgend jaar doe ik het weer!

*In Nederland zegt men vaak Kienoa. Maar de juiste uitspraak is natuurlijk Kienwa. Wat mij keer op keer doet denken aan Albertóóó van Samson en Gert. Tja.

Feestelijk!

Vroeger waren bonen groen en wortels oranje. Ik weet dat nog. Dat is tegenwoordig wel anders.

De driekleurige spercieboontjes van de nieuwe tuin leken wel confetti, toen ik ze in ruitjes had gesneden. Na het koken zijn ze allemaal groen, dat is wel een beetje jammer. Er zijn ook lange gele “spek”bonen, rood-wit gevlekte kievitsbonen, bruin-zwart gevlekte peregionbonen, witte cocos de paimpol, knalgroene edamame, gele Fryske waldbeantsjes en zowaar, gewone groene snijbonen.

De quinoa is inmiddels uitgebloeid. De bloemetjes zelf zijn héél klein en wit, nauwelijks te zien. Maar de zaadpluimen verkleuren van geel naar rood, ze zijn prachtig.

Dit jaar gaat het helemaal niet lekker in onze kas, we hebben nauwelijks tomaten. Maar onze tuinbuurman ging op reis en vroeg of wij tijdens zijn afwezigheid voor zijn kas wilden zorgen.

Eén van zijn tomatenplanten maakt prachtige groengevlekte vruchten…

Die van binnen ook groen zijn als de tomaat rijp is. Wat een pracht! Ik bewaar de zaadjes, eens kijken of ik die volgend jaar ook kweken kan.

Seizoensarbeid

Het is hoogzomer, er komt van alles van de tuin.

Wat een heerlijkheid. Maar ook een hoop te doen om alles te verwerken. Zulke beschaafde hoeveelheden als op deze foto hebben we niet vaak.

Niet alleen de bloemkolen lukten geweldig goed, onder de koolklamboe groeiden ook een stuk of zes grote witte kolen. En ja, wat doe je met witte kool… ik maakte een aantal potjes atjar, maar dat zet geen zoden aan de dijk. Ik denk niet dat ze houdbaar zijn tot november, als het tijd is om volgens de traditie de zuurkoolpot te vullen. En waarom zou je ook wachten?

Vanavond sneden we zes kilo kool klein en pakten het met zout en jeneverbessen in de zuurkoolpot. Zuurkool is vast in september ook lekker.

Deze post draag ik op aan Jeroen, zuurkool-connaisseur

Mislukt. Nee, gelukt! Of toch niet…

Al jaren proberen we bloemkool te kweken. Maar het resultaat is vooral droevig. Bloemkool is lekker, dat vindt al het (on)gedierte ook… dus vonden we jaar na jaar alleen wat afgekloven bladnerven terug. De kooltent die we een paar weken terug over het koolveldje plaatsten moest al die liefhebbers tegenhouden… en dat deed hij. Van een afstandje zagen we verheugd dat alles onder de tent voorspoedig groeide.

Tot Echtgenoot Yep vorige week eens wat beter keek, en zag dat de grootste bloemkool al geoogst had moeten worden, hij was een dag of wat voorbij ideaal. En nummer twee ook. We zijn niet gewend aan bloemkool-die-lukt, we hadden helemaal geen rekening gehouden met het feit dat we ook op tijd moesten oogsten.

We hebben ze acuut geplukt. Gelukkig zijn er nog een paar bloemkolen waar we wel op tijd bij zijn. Ik heb de grootste schutbladeren omgeknakt en over de kool gelegd, als ze geen licht krijgen zullen ze minder snel in bloei gaan, hoop ik.

Vanavond eten we doorgeschotenbloemkoolsoep. Ik kan me niet voorstellen dat het acuut niet lekker meer is, als je het twee of drie dagen te laat plukt. En ik heb mijn favoriete kookboek van de plank gepakt om creatieve bloemkoolrecepten te zoeken, want de komende week oogsten we er nog drie…. wél op precies het goede moment.