De Pers

Veel tuinders zullen dit probleem herkennen: Wat doe je als je volkstuin je kisten vol appels levert? emmers vol druiven, twintig kilo winterpeen en tweehonderdzestien peren? Als je de kunst van het moestuinieren toch wel enigzins onder de knie hebt ontstaat dit luxe probleem. Winterwortelen laten zich nog wel bewaren, maar die peren…
Hoewel, dat is geen goed voorbeeld in mijn geval. Onze oude conferenceboom weet elk jaar een stuk of zes peren te produceren, die over het algemeen door wespen opgegeten worden voor ze rijp zijn. Ik sleepte wèl drie kisten appels naar huis, één vol Elstar, twee met Rode van Boskoop.
Goed, appelmoes maken dus. En dat invriezen. Maar na 5 kilo appelmoes verwacht ik wel genoeg te hebben voor het hele jaar. Appeltaart. Lekker. En handappels. Ook lekker. En toen had ik nog steeds meer dan twee kisten appels staan. Uitdelen aan wie ze maar wil hebben: Nog steeds anderhalve kist vol, inmiddels een maand oude appels.
Toen kwam volkstuincollega I. met een briljant idee: de sappers. Ik twijfelde een week of twee, en kocht er toen een.
De oplossing voor alle overvloed: appels, peren, meloen, wortels, bietjes… van alles kun je sap maken, dat invriezen of pasteurizeren (heb ik nog niet geprobeerd) Wat ben ik blij met dat apparaat!

Elke week haal ik fruit op de markt, hak het in stukken en pers het uit, elke ochtend drinken we allebei een glas sap bij het ontbijt. Supergezond. De kippen eten met genoegen van de pulp (hoewel niet teveel, dat is niet zo goed voor ze)


Ik ben m’n doel wel een klein beetje voorbijgeschoten, met de op de markt gekochte, veelal tropische vruchten. De kisten met appels staan nog steeds in de schuur. Het bleek dat ik net te laat was met mijn aanschaf, m’n oudere rimpelappeltjes maken dermate “dik” sap dat het niet gedronken kan worden, het lijkt meer op appelmoes dan sap. Tja. Maar volgend seizoen… dan ga ik appelsap maken. En bessensap. En aardbeiensmoothies.

En nu ga ik nog maar een paar uur appelmoes koken. Wil iemand een pondje rimpelige moesappels?

April in de tuin

Deze maanden is het menens. Dagelijks gaat minstens één van ons naar de tuin, er wordt geplant, gezaaid, geschoffeld, gewied en toch ook al geoogst. Veel te zien en dus ook veel foto’s.

Appelbloesem. De kleur kan varieren van wit tot donkerroze, afhankelijk van het ras van de appelboom. Dit is een Rode van Boskoop.

De eerste aardappels laten zich boven de grond zien. Frieslanders zijn populair: Het is een vroeg ras, snel te oogsten. En mooie, grote, gladde aardappels.

Een bedje sla. Dit is Little Gem, ook wel Romeinse sla genoemd.

De aalbessen lijken al aardig op het eindproduct. Alleen nog wat bijkleuren…

De kersenboom is uitgebloeid, de kersen zijn -onder de resten van de bloesem- al goed te zien.

Sommige planten leveren niets dat je eten kan, en hebben ook geen mooie bloemen. Ze staan vooral in de tuin omdat ze zo mooi zijn. Deze Hosta bijvoorbeeld.

En vrouwenmantel, vooral mooi kort na een regenbui: Versierd met glinsterende druppels.

De eerste tassen met oogst gaan mee naar huis. Asperges bijvoorbeeld…

En lekker pittige radijsjes.

De tuin in Maart

Zomaar ineens is het lente. Als bij toverslag verandert de boom die bij de ingang van de tuin staat in een weelderig bruidsboeket.

Knopjes verschijnen aan bomen en struiken

De maggiplant is op zijn mooist als hij net weer boven de grond is…

Dat geldt ook voor de zeekool. Geen gangbare groente, en eerlijk gezegd heeft deze schrijfster er ook nog niet van gegeten. Maar geef toe, hij maakt een spectaculaire entree in de wereld boven de grond. Hij zal ongetwijfeld snel veranderen in een gewone, paars-groene plant.

De eerste blaadjes van de framboos zijn ook al zo mooi meerkleurig

En aan alle kanten barsten de bloemen los.

Alle tuinders zaaien, planten en poten. Er is heel wat te doen: sla, worteltjes, erwtjes, vroege aardappelen, uien… Het kan allemaal de grond in. Veel andere groenten en ook bijvoorbeeld tomaten, moeten nu gezaaid in kweekbakjes binnen of in de kas, die mogen naar buiten als het “echte” plantjes zijn.

De tuin in februari

Daarover kunnen we kort zijn: Er gebeurt nog niet veel. Er zijn tuinders die alvast voorzaaien, zodat ze straks snel verse groenten hebben, maar dat gebeurt in de kas of in de vensterbank.

De meeste tuinen op het complex zijn omgespit of geploegd en gefreesd, en liggen stil te wachten op betere tijden.

De paar tuinders die wél bij de warme kachel vandaan komen snoeien de fruitbomen, en rijden kruiwagens mest af en aan, om de grond goed voor te bereiden op het komende seizoen.

Elk jaar één van de eersten boven de grond: de rabarber laat zich al zien, prachtig rood, met verfrommelde bladen, die zich in het eerste zonnetje uitvouwen.

Hier en daar staat een toefje sneeuwklokjes.  Nog een paar weken wachten, dan komt de lente.

Winter in de tuin

Afgezien van voornoemde witlof is er deze maanden niet veel te beleven in de tuin. En die witlof is niet eens in de tuin, maar in de kelder.

De boerenkool heeft -zeer decoratief, dat wel- kennelijk geen last van de kou.

Ik pluk steeds zoveel als ik voor een maaltijd nodig heb: De tuin is m’n vriezer.

De rozemarijnstruik houdt ook dapper stand, maar voor het eten pak ik gedurende de winter maar gewoon de gedroogde variant uit het keukenkastje.

De vorst maakte een surrealistisch schilderijtje van de slootkant.

De winter maakt ook slachtoffers. En het zal ongetwijfeld ook de kou zijn die ervoor zorgt dat deze bevroren scholekster geen buizerdvoer geworden is.

En wij, wij blijven binnen bij de kachel, maken plannen, overwegen ‘n stoofperenboom aan te planten. Kijken de voorraad zaadjes door, en overwegen of we dit jaar maar minder peultjes zullen doen (nog stééds een kilo of drie in de vriezer, nu) en wat méér erwtjes. Van die lekkere pluksla, en een naaktzadige pompoen, en een rijtje zonnebloemen… was het maar vast weer voorjaar!

Lof oogsten

Elk jaar kopen we in november een jute zak vol witlofwortels bij een Zeeuwse boer. Daarin wordt bemiddeld door een van de (andere) stamgasten van het plaatselijke bruine café.

Deze zak zetten we in de garage, waar het koud is. Een stuk of wat wortels mogen naar binnen, die zetten we rechtop in een emmer met een paar centimeter water onderin. De emmer wordt afgedekt met een dubbele zwarte vuilniszak en dan in de donkere, warme kelderkast gezet.

Twee weken later staan er witlofkropjes op, elke wortel één. Afsnijden, wortels weg, nieuwe in de emmer, verse witlof op het menu.

Dit jaar hebben we voor het eerst geprobeerd zelf witlofwortels te kweken in de tuin. Niet dat die van de boer slecht waren of duur, (integendeel!) we hebben er zekerheidshalve toch nog maar een zak van gekocht.

Vandaag ben ik de laatste wortels gaan opgraven.  “Onze” witlofwortels zijn wel wat magertjes… misschien komen er ook maar smalle kropjes op. We zullen zien. De hazen in de Wilhelminapolder vonden onze witlofwortels zo te zien al heel smakelijk.

Wij zelf hebben de eerste “trek”, van wortels van de boer,  inmiddels ook al opgegeten.