Voornemens

Elk jaar weer roep ik dat ik niet aan goede voornemens doe, niet per 1 januari en dat ik eigenlijk áltijd goede voornemens heb. Maar toch bedenk ik elk jaar weer bij een oliebol en een glas champagne wat ik met het komende jaar zou willen doen.

Dus noem ik het toch maar een voornemen: Ik ga alles afmaken wat in diverse kasten, dozen en tassen op hernieuwde inspiratie ligt te wachten. De halfvoltooide wintermantel met de mooie voering, (zou die me nog passen?) en het vestje van Hanne Falkenberg waarvoor de stekenproef (60 naalden voor 10 cm) (echt!) bijna sadistisch te noemen is. Katherine Howard moet eindelijk uit mijn systeem, en minstens vier halskettingen, naast een hele stapel “kleine” projecten.

Ook een borduurwerk dat al minstens tien jaar onderweg is, een afbeelding van Eschers vogels en vissen wil ik eindelijk naar de lijstenmaker kunnen brengen.

Het kan misschien ook zonder de hernieuwde inspiratie, ik krijg ook vaak weer warme gevoelens voor zo’n verlaten weesproject als ik er eenmaal weer mee bezig ben. Zo. Dat houdt me vast wel even van de straat.

Hoewel binnenblijven ook niet helemaal de bedoeling is… van borduren, naaien, en breien wordt je wel een bankpatatje. Gelukkig wonen we in een prachtige provincie.

Maar vooral, eerst en voor alles heb ik zin in het nieuwe tuinjaar.

Selderij en selderij en zout

Dit jaar lukten de selderijknollen geweldig goed in de tuin. Minstens zes stonden er, ieder ter grootte van een kinderhoofdje. En de tweede rij zag er minstens zo veelbelovend uit.

Bladselderij

Misschien zelfs mooier, het loof was in ieder geval groot en groen. Vorige week trok ik eens aan een plant in die tweede rij en ontdekte dat dat helemaal geen knolselderij was. Het was bladselderij of misschien bleekselderij, in dit geval dus niet gebleekte bleekselderij. Niet getreurd, ik verhakselde een halve struik om in te vriezen met wortelen, bloemkool en prei als soepgroente. Terwijl ik dat deed en de geur van verse selderij door de keuken zweefde dacht ik terug aan vroeger. Tegenwoordig eten we vaak een boterham met kaas en tomaat. En soms ook nog met mayonaise of pesto of een uitje. Vroeger thuis kregen we ook wel tomaat op brood, maar dubbel beleg, daar deed mijn moeder niet aan. We kregen brood met tomaat en een beetje selderijzout. Ik googelde eens wat, selderijzout is natuurlijk gewoon nog verkrijgbaar, het wordt gemaakt van selderijzaad en zout. Maar selderijzaad had ik niet, het blad wel.

gedroogd blad

Ik droogde het blad in de voedseldroger tot het helemaal bros was, en ook de schuur (waar het apparaat staat) helemaal naar selderij rook.

selderijzout

Daarna maalde ik het in het kruidenmolentje tot poeder, zeefde de restjes van de stengeltjes er uit en mengde het met keukenzout. Ik nam een plakje tomaat en bestrooide dat met het mengseltje, nam een hap…. en voelde me opeens weer acht.

Najaar

Wat is het een vreemd jaar. Door de Covid maatregelen is bijna alles anders. Onze vakantie was twee weken op één plek waar we zo min mogelijk andere mensen tegenkwamen. We gingen niet naar steden, we winkelden niet en we hebben geen museum gezien. Maar het was wel erg fijn: het was mooi weer, we hadden het strand vlakbij en de eekhoorntjes speelden in de bomen boven de tent. We zwommen veel en maakten lange boswandelingen.

De tuin heeft érg veel aandacht gekregen, we kregen ook erg veel terug. De twee bladzijden in ons tuinlogboek waarin we de oogst noteren zijn helemaal vol. En vandaag kwamen er winterwortelen, prei, pastinaken, selderijknol, peren en appels en (nog steeds!) tomaten en komkommer mee naar huis.

Ik oogstte de laatste pompoenen, er liggen er al een paar thuis ook. Deze moeten wachten tot we weer eens met de auto zijn, want ze zijn te zwaar voor de fiets.

De Afrikaantjes zijn de laatste bloemen die nog volop hun best doen, de hommels hebben het er druk mee. Ik plukte ook nog een paar dahlia’s, de laatste voor ik de planten verwijderde, we laten de knollen dit jaar in de grond. En zo tuinieren we naar de winter toe, Echtgenoot Yep kreeg voor zijn verjaardag een klein kacheltje voor in het tuinhuis. Dan kunnen we ook bij kouder weer meer tijd op de tuin doorbrengen. Want het lijkt er op dat we nog een tijd afstand van onze medemensen moeten gaan houden.

Tomaten tomaten tomaten

Het is een goed tomatenjaar. Heerlijk! We hebben grote zoete ossenhart-tomaten, charmant gestreepte frisse tigerella’s, langgerekte Roma tomaten, allerlei kleuren cherrytomaatjes en groene tomaten uit zaad dat ik vorig jaar uit een exemplaar van een tuinbuurman overhield, ik weet niet hoe ze heten*. De charme ervan is dat je verwacht dat ze wel hard en zuur zullen zijn, want ze zijn groen. Maar ze zijn heerlijk rijp, sappig en fris.

tomaten

Ik maakte grote hoeveelheden tomatensaus in. (Tomaten in stukken op de bakplaat, ui erbij, peper en zout, wat olie en honing er over kwasten, bakken in de oven op 180 graden tot de randjes bruin zijn (en het heerlijk ruikt) en dan de hele zaak in de blender tot het helemaal glad is. Gewoon met pitjes en schil erbij. Dan weer verhitten en in brandschone potten verpakken.) We kunnen waarschijnlijk een jaar vooruit met een plank vol potten.

zoetzuur

Ook maakte ik van de kerstomaatjes zoetzuur. Ik weet niet hoe dat gaat uitpakken, want echt goed heet inmaken gaat niet. Dan barsten namelijk de tomaatjes. Over een week of wat zullen we ze eens proeven.

ketchup

En ik kookte een grote schaal vol tomaten tot ketchup, naar een recept van Yvette van Boven Ook leuk om te doen, het smaakt super! En ondertussen komen er meer komkommers uit de kas dan we op kunnen, leveren de courgetteplanten nog steeds, komen de eerste valappels al mee naar huis en zijn er pastinaak, peper, witte kool, snijbiet, winterwortel, aardappelen, boontjes en uien te oogsten. Wat een weelde.

*ik denk dat de soort green zebra heet

Cherrypicking

De kersen zijn rijp. Inmiddels hebben we twéé volwassen bomen die we met een net tegen vraatzuchtige vogels beschermen (want we zijn zelf ook best vraatzuchtig, als het op kersen aankomt). Ook hebben we een paar middelen om de schade van de kersenvlieg wat te beperken. Dat is vooral voor de mannelijke kersenvlieg geen leuke methode. Hij verwacht op een bereidwillig en prettig geparfumeerd kersenvliegmeisje af te vliegen maar eindigt, zonder voor nageslacht te zorgen, in onze feromonenval.

Dus plukten we kersen. Emmers vol. Wat een weelde. Twee weken lang waren er kersen bij het ontbijt en als nagerecht en als tussendoortje. De buren, K:)dootje en haar meneer, collega’s en kleindochter K. hielpen ook mee eten. En toen waren er nog heel veel. Ik maakte kersen in op lichte siroop en ook een pot met Cointreau, (ik ben benieuwd) en ik maakte kersenlimonade van de rest van de siroop. Ik maakte kersenjam en ook kersen-bessenjam, want de aalbessen waren ook rijp.

Ik ontpitte en halveerde er een heleboel en droogde ze in de voedseldroger. Misschien zien ze er wat onooglijk uit, maar de smaak is geweldig. Ze kunnen in plaats van rozijnen door de muesli, misschien probeer ik binnenkort eens een kersenbrood ermee te bakken.

We aten clafoutis. Een Frans nagerecht, maar de volgende dag ook erg geschikt als ontbijt.

Toen waren er nog steeds twee volle emmers en kreeg ik tijdgebrek. Die laatste emmers heb ik alleen gewassen, ontpit en los van elkaar bevroren. Daarna zijn ze in zakken in de vriezer opgeborgen. Ik denk dat we er nog erg veel plezier van gaan hebben! En ik heb goede hoop dat mijn handen vóór de kerst weer schoon zullen zijn.

When life gives you elderflowers

Hij bloeit, de vlier. We hebben er een aantal in de omgeving, het ruikt heerlijk als je er in de vroege avond langs fietst. Ik plukte er een stuk of wat bloemschermen van. Natuurlijk plukte ik niet één boom kaal, maar twee bloemen van elke boom. Echtgenoot Yep had ergens een (door Google Translate vertaald) recept gevonden voor vlierbloesemlimonade, waarin je gemaand werd de bloemen zonder hun benen te gebruiken, en goed te kauwen voor je het mengsel zeeft. Ik heb dat maar niet gedaan, ik gebruikte deze van River Cottage.

Ik liet het een dag trekken met sinaasappel en citroen, en ik zeefde het twee keer door een doek.

Eerder maakte ik ook rabarber-gember cordial, (niet op de foto) naar een recept van Diana. Dat is óók heerlijk, de frisdrank voor de komende zomer is geregeld.

In onze eigen tuin plantten we een paar maanden geleden een paarse vlier. Die is nog erg klein, maar hij bloeit al wel.

Erg mooi! Misschien maakt dat roze limonade… maar nu pluk ik er nog niet van.

Hoe het gaat

Op mijn werk wordt de bak met “dingen om te doen na Corona” langzaam steeds voller.

We hebben hem maar voorzien van een passende afbeelding. Dingen om te doen vóórdat het zo ver is zijn er steeds minder, maar er zijn nog wel genoeg mensen die onze hulp nodig hebben. Genoeg in ieder geval om de winkel open te houden en te wennen aan de handschoenen-mondkapje-bril routine en daarna alles, alles schoonpoetsen.

We hebben de tuin natuurlijk…

We vierden Pasen met een thuismenu van restaurant Katseveer. Dat was super!

Mijn werkgever kwam een bos bloemen en een cadeautje brengen omdat ik twaalfeneenhalf jaar in dienst was. Ik was dat zelf helemaal vergeten! We hadden koffie met gebak op ruime afstand van elkaar. Het is allemaal prima te doen, en toch wat ongezellig en saai. Videobellen is leuk maar niet hetzelfde als samen aan tafel zitten, online plaatjes kijken lijkt niet op wat je in een museum meemaakt. Maar we hebben het goed, niets te mopperen.

En we hebben gelukkig de tuin.

Waar we nu ook ‘s avonds nog vaak zijn.

Niets doen

De maatregelen om het verspreiden van het Covid-19 virus te beperken zijn nodig, maar behoorlijk ingrijpend. Echtgenoot Yep voert zijn werkzaamheden thuis uit. Ik ga nog wel dagelijks naar de winkel, maar er zijn nauwelijks klanten, alle afspraken die niet urgent zijn worden afgebeld. En vanzelfsprekend is de agenda voor alle avonden leeg. Geen sportschool, geen vergaderingen, geen cursus, geen uitstapjes en etentjes met vrienden.

Gelukkig kunnen we nog wel naar de volkstuin. Die krijgt heel wat meer aandacht dan gemiddeld nu.

Je zou denken dat iemand met mijn stapel liefhebberijen wel goed uit de voeten kan met min of meer gedwongen thuis blijven. Naaien, film kijken, breien, lekker koken en bakken, misschien eens wat borduren, rommelen met kraaltjes … ik heb kasten vol materiaal en zeur regelmatig dat ik nooit eens lekker de tijd heb om daar wat mee te doen. Maar nu héb ik tijd en komt er niets uit mijn handen. Behalve dan die prima onderhouden tuin is de focus helemaal kwijt. Een bijna voltooid overhemd hangt al drie weken op zijn laatste twee knoopsgaten te wachten. Ik dacht dat mijn grote breiproject wel een heel stuk verder zou komen in die zee van tijd, tijdens het -eindelijk- kijken naar alle films die ik de afgelopen 3 jaar opnam van televisie. Maar de afgelopen week breide ik twee pennen tijdens de kijk van Koolhoven, meer film werd het niet. Ik begon aan een toilettasje, maar vond het resultaat na drie naadjes al helemaal niets en propte het achter in de kast. Ik heb er gewoon geen rust voor. Misschien is het beter als ik het maar eens loslaat allemaal… ik móet tenslotte niets.

Wat nog net lukt is vierkantjes breien. Al mijn bolletjes sokkenwol-restjes zitten in een grote vaas op mijn bureau, een vierkantje breien duurt een half uurtje. Dat doe ik zo’n beetje elke dag. Er lagen er al heel wat, inmiddels zijn het er meer dan vijftig.

Een schone zaak

Al een hele tijd geleden ontdekte ik de mogelijkheid om in je eigen tuintje ook eetbare paddenstoelen te kweken. Wat je daarvoor nodig hebt was wat lastig te verkrijgen: Een stammetje, omgeveer 15 cm in doorsnee, níet van fruit of naald, liefst nogal recent gezaagd van een gezonde boom. Ik dacht, dat kan niet moeilijk zijn, er zijn in de provincie heel wat bomen gekapt. Maar in de praktijk bleek het toch lastig om iets te vinden, ik claimde dan ook onmiddellijk de stam van de kastanje die Echtgenoot Yep enkele weken geleden uit de volkstuin verwijderde.

We bestelden “deuvelbroed” (prachtig woord he? Het lijkt wel een scheldwoord uit een middeleeuws theaterstuk!). Dat zijn dus inderdaad deuveltjes met sporen van de gewenste paddenstoelen. We bestelden er een stammetje bij, dat bleek dus óók te kunnen… ik was niet eens op dat idee gekomen. Dus toen hadden we kastanje en eik. Een vriendelijke klant, die ik op mijn werk had verteld over dit plan, sleepte een stevig blok esdoornhout uit zijn eigen tuin aan. Zodoende konden we drie verschillende soorten paddenstoelen kiezen. We bestelden shii take, oesterzwam en pruikzwam. Gisteravond boorde Echtgenoot Yep gaten in het eikenstammetje waar de shii take-deuveltjes in gestopt werden. Groeien maar daarbinnen!

De gaatjes werden gesloten met kaarsenwas om andere organismes buiten te houden. De stammetjes moeten vervolgens rustig een tijd (een héél lange tijd) in de tuin liggen, in het wilgenbosje want paddenstoelen willen niet te zonnig en niet te droog. Als alles volgens plan gaat kunnen we in 2021 een paar en in 2022 een hoop paddenstoelen oogsten. Het is redelijk zorgvrije teelt, maar ook wel een zaak van veel geduld.

Nog lang geen Mei

De hele winter komt er elke week minstens één van ons op de tuin, maar er is elk jaar een duidelijk moment dat we “het jaar geopend” verklaren. Zo’n dag dat de zon schijnt, we er allebei zijn en allebei de tijd vergeten tot we honger hebben of het tóch best koud krijgen. Voor 2020 was die dag gisteren. Ik knipte en zaagde en harkte, Yep spitte en zaaide.

Hij werd gezelschap gehouden door “ons” roodborstje, dat tussendoor ook nog poseerde voor dit fraaie portret. Er is er altijd maar eentje, ze zijn kennelijk nogal territoriaal. Als je in de tuin aan het werk bent blijft hij dichtbij en houdt goed in de gaten wat je doet, want in vers omgespitte aarde vindt hij van allerlei lekkers.

Thuis bleek toch minstens één van de kippen het ook weer begrepen te hebben: Het eerste ei van 2020.