Voodoo

Wij kwamen terug van een paar dagen kamperen met de familie, aan de Maas. Het regende een middag en avond, maar daarbuiten was het mooi weer. Onze nieuwe tent bleek bijna geheel waterdicht. We wandelden in het bos, we gingen uit eten bij een bierbrouwer en we speelden Kubb. We zwommen ook even in de Maas, een sur place tegen de stroom in was het hoogst haalbare. Het was een heerlijk weekeinde. Maar, dus, toen kwamen we terug thuis en in de achtertuin dacht ik even dat ik de kippen misschien niet goed verzorgd had achtergelaten. Er hing een nare lucht. Het gebeurt wel vaker als het stevig geregend heeft dat je in de buurt van de kippenren iets van een mestgeur ruikt (signaal om de bodembedekking weer aan te vullen), maar dit was echt wat anders. Het vloog me bij de poort al in de neus en het was eeeh… niet bepaald kippig te noemen.

Pas na een half uurtje zag ik het: De voodoolelie bloeide. Best mooi en onverwacht. Ik snap hoe hij aan zijn Nederlandse naam komt, het ziet er erg ongewoon uit, de bloem is groot en er is nog geen blad bij. Dat is nog eens wat anders dan een madeliefje. En het stinkt dus enorm. Een dag later was de stank weg en de bloem verlept.

Wat ik vandaag maakte: Quiche

Het is een vijftrapsraket van een recept, maar je kunt er veel in kwijt én tussen de stappen hoef je er niets mee, dat is gewoon wachttijd. En daarnaast is het een prima meeneemlunch voor de dag erna. Vaak begin ik de avond ervoor al met stap 1: het deeg, tien minuten tops voor afwegen van ingrediënten en in de keukenmachine tot een deeg draaien dat daarna in de koelkast moet.

Als het goed koud is komt stap 2: uitrollen en in de vorm doen, nog eens tien minuten, waarna het weer in de koelkast kan (maar dat moet niet). Blind bakken -stap 3- duurt 20 minuten, maar daar hoef je niets aan te doen behalve op tijd uit de oven halen. De vulling maken, stap 4, kan óók tijdens die 20 minuten.

Ik vulde deze met broccoliroosjes en gravad lachs, misschien niet gebruikelijk om dat met gravad lachs te doen maar het lag nog in de vriezer en zalm is zalm, dacht ik. Het bleek prima te kunnen. Drie restjes kaas: een jong belegen, een oude en een parmezaanse. En verder natuurlijk drie eieren en wat crème fraîche, nog wat gedroogde dille en een gesnipperd knoflookteentje. Tijdens stap 5, een half uur afbakken, dronken we een glaasje in de namiddagzon. Qua tijdmanagement is zo’n quiche best fijn. Om op te eten trouwens ook.

Byebye Appie

Een volkstuin en kippen, dat zorgt maar voor een heel klein stukje van de dagelijkse boodschappen. Ik ging toch wel enkele keren per week naar de supermarkt, en op zaterdag naar de markt. En precies zoals de supermarkt wil dat je doet, kwam ik vaak met meer thuis dan ik van plan was geweest, en dat “meer” was vaak niet het gezondste spul. Niets menselijks is mij vreemd als het gaat om chips, toetjes en koek, en zo plakken er steeds meer kilo’s aan me vast. Ook ben ik -doordeweeks dan toch- best gevoelig voor het gemak van bijna-klaar-eten: voorgesneden groenten in plastic zakjes en verpoederde sausjes en dergelijke.

Ik las de afgelopen jaren The Omnivores Dilemma van  Michael Pollan. En ook Hugh Fearnley Whittingstalls Eat Better Forever en kortgeleden Teun van der Keukens De mens is een plofkip.  En daar tussendoor was er steeds nieuws over misstanden in slachthuizen, over arbeidsmigranten die voor hongerloontjes in de voedselindustrie werken en daarnaast over enórme winsten voor de grootgrutters. Ik verbaasde me over voedsel dat niet werd afgenomen van de telers omdat de peren te klein waren en niet in het voorgevormde traytje pasten, of omdat de prijs van de uien lager was dan de kosten om ze uit de grond te halen. Ik ergerde me aan keurmerkjes en groengewassen producten en reclames die kant nog wal raakten… kortom, ik dacht er lang en hard over na en toen maakte ik het uit met Appie. Ik wil er gewoon nooit meer heen.

Sinds vier weken worden mijn boodschappen geleverd door De Grote Verleiding. Geen impulsaankopen meer, maar één keer per week een boodschappenlijst waarover is nagedacht. Er is geen bijna-klaar eten, maar zelf schillen, wassen en snijden; het blijkt maar een paar minuten te duren. Alles is voor zover mogelijk lokaal gegroeid, zonder gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Het is inderdaad wat duurder dan de prijsvechters, maar het verschil is niet zó groot. Dat komt ook omdat ik niet tóch een zak drop meepak, of in de drie-voor-de-prijs-van-twee-val loop. En, bonus, ik heb nauwelijks plastic afval meer om weg te brengen.