Kijk omhoog, Sammie (of toch maar beter niet)

Onderweg naar de tuin op de fiets zag ik in de berm tussen het fietspad en de doorgaande weg een kat liggen. Duidelijk het slachtoffer van een fatale aanrijding. Achgos. Ik kan me dan zo voorstellen hoe de bijbehorende mensen zich zorgen maken en zoeken… dus ik trok mijn telefoon en belde Amivedi. ik kon niet precies uitduiden waar ik stond maar de dame aan de andere kant van de lijn had zoiets natuurlijk vaker aan de hand gehad. Ze vroeg of ik een google maps-pin wilde appen, dan zou de dierenambulance komen. Briljant idee! Ik deelde de locatie en reed verder. Anderhalf uur later belde de Amivedi mevrouw me terug, want de dierenambulance had het dier niet kunnen vinden. Wel vreemd, het gras was niet hoog en hij lag geen halve meter van het fietspad. Zou hij nog weg hebben kunnen komen? (nee, hij was beslist dood) of zou in de tussentijd iemand anders hem hebben opgeraapt? Maar waarom zou iemand dat doen, behalve dan natuurlijk als het de eigenaar is… Zou mijn locatiepin niet nauwkeurig genoeg zijn? Nuja. Ik fietste na enig overleg met de telefoniste weer terug naar de plaats delict en daar lag de kat nog steeds. Ik belde wéér en wachtte op de dierenambulance. Al die tijd dat ik daar stond te wachten fietsten er mensen langs, enkele tientallen wel. En geen van hen merkte de kat op. Ik kijk tijdens het lopen en fietsen altijd naar de grond, je weet maar nooit of er een tientje ligt, of er een morielje in de berm groeit, of een glasscherf je fietsband bedreigt. Dat doet, zo blijkt, niet iedereen. De dierenambulance kwam, de chauffeur riep verbaasd dat hij er bij het zoeken vijf keer vlak langs was gelopen. De kat was gechipt, dus kon hij naar huis worden gebracht. Verdrietig, maar onzekerheid is erger, denk ik.

Kippenhok

Sinds mei 2011 houden we kippen, en zolang stond dus ook de ren in de tuin. Gemaakt van gebeitst vurenhout en kippengaas, en de laatste jaren ook in toenemende mate van touwtjes, tiewraps en plakband.

Ik maakte deze foto omdat de dames zo genoeglijk samen in het zonnetje een zandbad namen. maar de staat van de omheining is er ook wel goed op te zien. Al een tijdje stond het materiaal klaar om hier wat aan te doen en afgelopen weekeinde waren we allebei vrij én was het weer niet al te slecht: Aan het werk dus! Dat viel nog heel niet mee, er kwam snelbeton aan te pas, en twee waterpassen, veel geduld, de boormachine van de buurman en een haakse slijper. En er zaten natuurlijk dikke boomwortels en/of bakstenen in de grond precíes waar wij een paal wilden plaatsen. Maar aan het einde van het weekeinde stond het.

En het ziet er bepaald goed uit. Dat stemt wel tevreden!

Ook het afvoeren van de oude omheining was heel wat pittiger dan ik dacht. Waar we het hek uit de grond haalden was het hout vaak behoorlijk verteerd, dus ik dacht het geheel zo op te kunnen rollen. Maar dat viel tegen. Ik heb heel wat agressie kwijtgespeeld met platstampen, doorbreken, dubbelvouwen en in de auto frommelen om het “naar de stort” te brengen. Helemaal zen kwam ik weer terug thuis en gaf Fiep, Kiwi, Mila en Eend een struik andijvie en een oude boterham om hun nieuwe buitenverblijf te vieren. Alle vijf blij.

Grote en kleine onderwerpen

Op het wereldtoneel spelen zich angstaanjagende dingen af, op het moment. Het voelt wel wat vreemd om een blogje te maken over een breiwerk of de tuin, of de eieren die onze kip Kiwi legt. Terwijl ondertussen het nieuws gaat over oorlog, miljoenen mensen die alles moeten achterlaten en de dreiging van wapens die zo enorm zijn dat het elk voorstellingsvermogen te boven gaat.

Wat te doen? Kunnen we iets doen? Dit gaat zo ver boven onze hoofden, behalve wat geld doneren en vluchtelingen een veilige plek bieden staan we machteloos. Maar ondertussen schijnt de zon, het dagelijks leven gaat door. Er moet gewerkt worden, geslapen, geknuffeld en gegeten. Met somberen en met angst zijn we al helemaal niet geholpen. Het lijkt mij zaak om heel bewust met volle teugen te genieten van alles wat we wél hebben, in de wetenschap hoe kwetsbaar en bijzonder dat is.

Dus.

Kip Kiwi dankt haar naam aan het feit dat haar broertjes haar pestten toen ze klein was en haar prille staartveertjes uittrokken. Omdat ze toen ook nog geen kammetje had leek ze echt op de Nieuw-Zeelandse loopvogel.

Inmiddels zijn de broertjes coq au vin geworden en Kiwi is drie jaar, een volwassen zilverhals-Marans met kam én staart. En ze legt ENORME eieren.

Waar een gemiddeld marans-ei -zoals onze drie anderen die ook leggen- 62 gram weegt zijn die van Kiwi altijd meer dan 90. En deze rechts op de foto weegt 125 gram. Echt waar. Het record volgens het Guiness book of records staat op 454 gram, maar dat geloof ik bijna niet… dat zou een kwart van het lichaamsgewicht van een stevige kip zijn. Ik heb wel te doen met Kiwi. Ze krijgt af en toe wat extra’s toegestopt.

Hertjes

In het natuurgebied achter ons volkstuincomplex woont van alles: fazanten, hazen, ganzen, reeën… De meeste grotere dieren zijn wel eens gefilmd met onze wildcamera. Er is ook een vos, weten we sinds kort, maar die heeft zich niet laten filmen.

Het is erg leuk om de reeën “in het echt” te zien als ze lopen te grazen. Dat kan nu ook prima, het terrein is kort gemaaid. Over een maandje is het riet en het gras weer te hoog om ze te zien.

Wat ik vandaag maakte: Een kip kwaad

Onze kip Fiep heeft een kinderwens. Dat is niet onterecht, ze heeft al twee keer eerder blijk gegeven van een groot talent voor het moederschap. Haar jongste twee, door de Kleindochter Mila en Eend genoemd, zijn nog maar net de puberteit ontgroeid. De schattige gele kuikens groeiden uit tot forse kippen, sneeuwwit met een enkel zwart veertje. Het vermoeden bestaat dat Eend een haan is en ons daarom zal moeten verlaten, maar dat weten we nog niet zeker: Er is nog niet gekraaid en eieren leggen doen de jonkies ook nog niet.

Toch besloot Fiep dat ze weer nieuwe kuikens wil en ze werd broeds. Geen goed idee in September maar ze zit ijzerenheinig in het nachthok een denkbeeldig nest eieren warm te houden. Ze eet weinig, haar kammetje is bleek en verkreukeld en haar veren vallen uit. Als we daar niets aan doen houdt ze dat zomaar een week of zes vol. Een drastische oplossing is de broedse kip apart zetten in een kleine kooi op een betonnen vloer, dan is de broedsheid na een dag of drie wel weg. De keuze tussen zes weken vruchteloos broeden of drie dagen afzien in isolatie hebben wij voor haar gemaakt.

Dus zit ze nu met een éénkips portie eten en drinken opgesloten onder een krat in de garage. En ze is Níet Blij.

Statistieken hebben altijd gelijk

Gespannen keken we uit naar de dag dat volgens onze berekeningen de eieren waarop onze Fiep zat te broeden zouden uitkomen. Op Moederdag zou ze, hoe toepasselijk, een aantal piepende kuikentjes onder de warme vleugels hebben. Waarschijnlijk gele kuikens deze keer, want de broedeieren zijn gelegd door witte en splash Marans. Er was ook een ei van een Bresse kip bij.

De eerste lege eierschaal lag vrijdagavond al naast het nest. Helaas, het kuikentje dat er uit was gekomen de volgende ochtend óók: Het was misvormd en had geen kans op overleven. Fiep had het uit het nest gelegd. Maar er waren nóg zeven eieren.

Een paar uur later meldde zich de volgende, gelukkig helemaal in orde. Weer een paar uur later was er nog een sterfgeval te betreuren, gevolgd door het tweede gezonde kuiken. En daar bleef het bij, vier eieren waaronder het Bresse kwamen niet uit. Twee kuikens is niet veel, wel een béétje teleurstellend. Volgens de kippenhouder waar wij de eieren van kregen is het wel te verklaren door de koude nachten die er geweest zijn. Als een ei twee uur niet onder de kip ligt is het al te koud en wordt het geen kuiken. En ook: volgens de statistieken komt er bij natuurbroed uit ongeveer zestig procent van de eieren een gezond kuiken. Dit is voor ons kippenhouderijtje de derde keer, het eerste nest was zes kuikens uit acht eieren, de tweede keer negen uit negen. En nu dus twee uit acht. In totaal 25 eieren waaruit 17 kuikens kwamen. Dat is nog steeds 68 procent. En wat wel hoopvol is: iets meer dan de helft van de kuikens is volgens de statistiek kip, de rest haantjes. Ik hoop dat deze twee kuikens allebei meisjes zijn en de kans daarop is best aanwezig: van de eerste twee nesten, vijftien kuikens, bleken er maar liefst tien van het mannelijk geslacht. De meiden hebben wat in te halen.

Maar we gaan er eerst volop van genieten want het is weer zó leuk! Fiep is een geweldige moeder. En Kleindochter K. mag de kleintjes namen geven.

Ko Haan

Ko Hen barstte in de vroege ochtend uit in enthousiast gekraai. En ze hij is inmiddels de baas van het hele spul in de kippenren. Hij heeft nog geen grote staart, en ook nog niet zo’n decoratieve toef op de rug, dus hoopten we dat het tóch een-wat groot en bazig uitgevallen- kip was. Helaas… kraaien is niet gewenst in onze stadstuin, dus moeten we afscheid van hem nemen.

Ik dacht nog een foto te maken, in het kader van “dan hebben we tenminste de foto nog” maar hij had me door en stond niet stil.

Behalve als er wat te snaaien was.

En toen waren er nog twee

De negen kuikens zijn allemaal in verbazend tempo opgegroeid. Na een maand of twee stopte Fiep van de ene op de andere dag met moederen en werd er nogal geknokt af en toe. Vooral toen de vijf (!) hanen eehhh… hanig gedrag gingen vertonen.

Een collega van Yep heeft twee kippen en een haan geadopteerd. Op deze foto zie je ze samen in hun nieuwe woonomgeving. De haan (die met z’n hippe broekje achteraan staat) heeft de naam mr. Brown gekregen. Leuk, een Tarantino-verwijzing!

En deze heet Trompetta, vanwege haar opvallende stemgeluid. Ik ben zo blij dat ze zo’n goed nieuw huis hebben! De andere vier hanen bleven nog wat langer want een nieuw thuis vinden voor een haan is ondoenlijk. Tenslotte heb je één haan nodig (als je die al nodig hebt… wij hebben er al járen geen). Marktplaats staat vol met “gratis af te halen” hanen, bij kinderboerderijen worden ze ‘s nachts over het hek gezet… De enige uitzondering is voor een haan die helemaal voldoet aan de ras-standaard, zodat er mee gefokt kan worden. Maar dat was bij ons stel bepaald niet aan de orde. We hebben ze dan ook niet om prijzen op tentoonstellingen te winnen, met iets te donkere poten of net teveel vlekjes op de rug zijn ze me net zo lief. Maar, dus, de vier andere hanen uit onze tuin zijn in de vriezer beland. Niet leuk, maar tja. Ze hebben een goed kippenleven gehad en een snel, pijnloos einde. Eerlijk is eerlijk, het is prima vlees!

Nu wonen er vier kippen in de ren: Fiep en Keet, matrones van bijna twee en een half, en pubermeisjes Kiwi en Ko. Kiwi heet zo omdat ze bijna helemaal geen kammetje heeft, en als gevolg van het geklier van een van haar broers ook geen staart. Daardoor lijkt ze een beetje op de beroemde Nieuw Zeelandse loopvogel. De staart zal er nu wel snel aan groeien. En Ko vind ik een prima kippennaam. Ko Hen.

Nachtelijk bezoek

Echtgenoot Yep kreeg voor zijn verjaardag een wildcamera. Een onopvallend kastje dat we aan een boom in de volkstuin hingen* vanwaar het foto’s of korte filmpjes maakt van alles dat beweegt. Nu ja, niet álles dat beweegt. De blaadjes in de bomen wapperen ook, en we hoeven niet elke mug voorbij te zien vliegen… maar we waren wel benieuwd wie er allemaal door onze tuin stapt.

Dat is dus duidelijk! Leuk, zo’n medebewoner.

*Met een ketting en een hangslot natuurlijk…

Blijde verwachting

Onze kip Fiep is normaliter een redelijk schuw type. Ze eet niet uit de hand en loopt hard weg bij plotselinge bewegingen. Maar nu trekt ze zich niets van ons aan, ze is geheel in beslag genomen door een Belangrijke Taak. En door haar hormonen…

Ze blijft halsstarrig zitten…

Ze is broeds. Op deze foto zie je nog het kistje dat als legnest in gebruik was, waarin ze plaats nam op een ei van haar zus Keet. Dat kistje zal vast nogal ongemakkelijk zitten, dus ik haalde het weg toen ze even opstond om te eten. In plaats daarvan kreeg ze een paar handenvol stro om een nestje van te maken. Daarna reden we naar een kippenhouder die wél een haan bij zijn Maranskippen heeft. Dezelfde die ons de eieren leverde waar Fiep zelf uit kwam (en Keet en hun vier broers ook).

Ze moet soms éven naar buiten om te eten.

En zo zit ze nu al een week op tien bevruchte eieren. De vader en enkele van de moeders ervan zijn zilverhals-Marans, dus waarschijnlijk krijgen we ook wat kleurvariatie als het allemaal lukken wil. Nog twee weken…