Van het een komt het ander, en weer wat anders

Het begon met het verwerken van de laatste appels. Daarvan had ik een restje over, daar maakte ik een appel crumble van. In de toplaag verwerkte ik wat havermout om het geheel minder zoet en wat vezelrijker te maken, daarom was er meer crumble-deeg dan ik nodig had. Ik strooide er ook gehakte walnoten over want walnoten had ik tenslotte ook. Prima toetje, en ontbijt voor de dag er na. Ik kraakte meer noten dan ik nodig had, dus kraakte ik er nog meer en maakte er een Engadiner notentaart mee. Met Engadiner notentaarten is wel wat raars aan de hand, ze verdwijnen altijd zo snel dat ik ze niet fotograferen kan. Ook is het lastig om de deeglap precies op maat uit te rollen, dus had ik alwéér een restje.

Dus had ik een restje crumble-deeg, een restje notentaart-deeg, een restje “eggwash” (geklutst ei met een beetje water, is daar makkelijker Nederlands woord voor? ) en nog een handvol gekraakte noten.

Dat werden koekjes. En daarvan bleef niets over.

Wat ik vandaag maakte: het te warm

December is een drukke maand op het werk voor ons allebei. En áls we dan vrij zijn is het meestal geen prettig weer. Dus toen het vanmorgen -zondag- zonnig was werkten we vlug het ontbijt naar binnen en gingen naar de tuin, ik was er al meer dan twee weken niet geweest. Ik haalde de dahlia’s uit de grond en kruide de hele stapel knollen naar de auto. De dahlia knollen laat ik eerst een paar dagen drogen in de schuur, daarna schoon ik ze op en gaan ze voor de winter in een grote doos met zaagsel. Veel van de dahlia’s hebben dit jaar niet gebloeid, dus nu weet ik meer welke knol welke kleur bloem is. Dat wordt een verassing volgend jaar.

Echtgenoot Yep was ook druk aan het klussen, in het huisje hadden we het kacheltje aangestoken. Maar zo koud was het helemaal niet, het zonnetje scheen. Twee dagpauwogen die ergens in het huisje overwinteren vonden het zelfs warm genoeg om tevoorschijn te komen. Dat valt tegen, ze mogen nog een paar maanden slapen.

Wat ik vandaag maakte: Appels in

Er waren opvallend weinig wespen de afgelopen nazomer. Door het slechte weer denk ik, dat ook de opbrengst van onze tuin nogal beïnvloedde. Aardbeien, bonen, kool, het was magertjes. Maar zonder wespen hadden we wél behoorlijk veel appels. Ze zijn best goed houdbaar, maar inmiddels is het bijna december en er staat nog altijd een tas met een paar kilo in de schuur. Tijd om daar eens wat mee te doen.

Jaren geleden maakte ik eens appelstukjes in met witte wijn, dat kunstje herhaalde ik. De appels werden in blokjes gesneden en ik maakte een mengsel van witte wijn, appelsap, citroen en wat suiker. Ik deed ongeveer de helft van de appelstukjes in een ovenschaal en maakte daarvan een crumble, de andere helft bracht ik in dat mengsel aan de kook en pakte ik in potten.

Zo kan ik mijn appeltjes langer bewaren en dit is lekker voor over de yoghurt bij het ontbijt. Ik had behoorlijk wat over van het wijn/appelsap/citroen mengsel, de geur deed me aan ouderwetse winterse grog denken. Morgen eens proberen of het lekker is om warm te drinken, of dat er misschien een scheutje Calvados door moet.

Geen vampier meer te bekennen

Zelfs in een “mager” jaar als 2024 komt er een kilo knoflook van de tuin. Ik gebruik het veel, dus het is erg welkom.

Eerst wordt de oogst gesorteerd, de beschadigde bolletjes en de losse teentjes worden apart gehouden, die moeten eerst op. De onbeschadigde bolletjes worden ingevlochten tot trossen die ik in de schuur hang. Zo blijven ze maanden goed, maar eigenlijk net niet lang genoeg: in februari beginnen ze uit te lopen. En in juli komen de nieuwe pas. Bij de oogst van dit jaar heb ik het anders aangepakt. De bewaarbolletjes zijn wel ingevlochten en opgehangen, maar ik begin meteen met het gebruiken ervan. De bollen die niet geschikt waren om te bewaren heb ik (buiten) allemaal gepeld.

Daarna verhakselde ik ze in de keukenmachine tot pulp. Niet echt een pasta, nog echt stukjes knoflook. Fijnproevers griezelen van knoflook uit de keukenmachine, maar ik proef eerlijk gezegd weinig verschil tussen dit product en brunoise gehakt op een plank van Hollands Iepenhout, met een Japans damastgesmeed koksmes… Maar ik dwaal af. Deze pulp ging in een plastic zakje, ik drukte dat plat en kerfde er ruitjes in met de botte kant van een tafelmes: 45 vierkantjes knoflook ter grootte van één teen.

Dit gaat in de vriezer, makkelijk om één zo’n ruitje af te breken en precies 55 seconden tot zo’n blokje ontdooit is en in de pan kan. Als de bolletjes in de schuur uit beginnen te lopen heb ik hier nog 45 porties op de pak. En als ik in januari denk dat ik nog wel veel in de schuur heb hangen, dan doe ik het nog een keer.

Voortschrijdend inzicht

Op het gedeelte van de tuin dat we iets meer dan zeven jaar geleden erbij kregen staat een morellenboom, een soort van kers.

De bloei is mooi maar vooral als de vruchtjes rijpen is hij werkelijk prachtig. Het is jammer dat de kersjes verschrikkelijk zuur zijn, zelfs de vogels eten ze niet. Uiteindelijk belanden ze allemaal in het gras en gaan verloren. Ik heb verschillende dingen geprobeerd om ze toch tot iets eetbaars te verwerken, maar het leidde niet tot grote successen. Bijvoorbeeld inmaken met brandewijn was op zich wel geslaagd, maar het resultaat bevatte meer alcohol dan voor ons genietbaar is.

Vorige week trof ik ergens op Internet een recept voor “sour cherry pie” en dacht hee…. zure kersen heb ik ook. Ze zijn net weer rijp. Tóch nog eens iets proberen. Ik plukte een kilootje en ontpitte ze (dat was wel even een klusje) en bakte die taart. Het mislukte grandioos, de vulling was te vloeibaar en de bodem eerst niet gaar en daarna verbrand. Maar die vulling, een soort van jam, dat was zó lekker dat ik opnieuw moed vatte en vandaag nóg een emmertje morellen ben gaan plukken. Terug thuis keek ik een film en ondertussen ontpitte ik ze. Daarna kookte ik er een standaardrecept-jam van (kilo geleisuiker, kilo morellen, citroen) en pakte die in potjes. Het was een prachtige helderrode jam. Ik at een boterham met het restje uit de pan en ik denk serieus dat dit wel het lekkerste is dat ik ooit gemaakt heb. Het smaakt meer naar kers dan ik ooit een kers geproefd heb, friszoet met een heel klein beetje amandel. Vreemd dat ik daar pas na zeven jaar -maar beter laat dan nooit- achter kom.

Voodoo

Wij kwamen terug van een paar dagen kamperen met de familie, aan de Maas. Het regende een middag en avond, maar daarbuiten was het mooi weer. Onze nieuwe tent bleek bijna geheel waterdicht. We wandelden in het bos, we gingen uit eten bij een bierbrouwer en we speelden Kubb. We zwommen ook even in de Maas, een sur place tegen de stroom in was het hoogst haalbare. Het was een heerlijk weekeinde. Maar, dus, toen kwamen we terug thuis en in de achtertuin dacht ik even dat ik de kippen misschien niet goed verzorgd had achtergelaten. Er hing een nare lucht. Het gebeurt wel vaker als het stevig geregend heeft dat je in de buurt van de kippenren iets van een mestgeur ruikt (signaal om de bodembedekking weer aan te vullen), maar dit was echt wat anders. Het vloog me bij de poort al in de neus en het was eeeh… niet bepaald kippig te noemen.

Pas na een half uurtje zag ik het: De voodoolelie bloeide. Best mooi en onverwacht. Ik snap hoe hij aan zijn Nederlandse naam komt, het ziet er erg ongewoon uit, de bloem is groot en er is nog geen blad bij. Dat is nog eens wat anders dan een madeliefje. En het stinkt dus enorm. Een dag later was de stank weg en de bloem verlept.

Wat ik vandaag maakte: Quiche

Het is een vijftrapsraket van een recept, maar je kunt er veel in kwijt én tussen de stappen hoef je er niets mee, dat is gewoon wachttijd. En daarnaast is het een prima meeneemlunch voor de dag erna. Vaak begin ik de avond ervoor al met stap 1: het deeg, tien minuten tops voor afwegen van ingrediënten en in de keukenmachine tot een deeg draaien dat daarna in de koelkast moet.

Als het goed koud is komt stap 2: uitrollen en in de vorm doen, nog eens tien minuten, waarna het weer in de koelkast kan (maar dat moet niet). Blind bakken -stap 3- duurt 20 minuten, maar daar hoef je niets aan te doen behalve op tijd uit de oven halen. De vulling maken, stap 4, kan óók tijdens die 20 minuten.

Ik vulde deze met broccoliroosjes en gravad lachs, misschien niet gebruikelijk om dat met gravad lachs te doen maar het lag nog in de vriezer en zalm is zalm, dacht ik. Het bleek prima te kunnen. Drie restjes kaas: een jong belegen, een oude en een parmezaanse. En verder natuurlijk drie eieren en wat crème fraîche, nog wat gedroogde dille en een gesnipperd knoflookteentje. Tijdens stap 5, een half uur afbakken, dronken we een glaasje in de namiddagzon. Qua tijdmanagement is zo’n quiche best fijn. Om op te eten trouwens ook.

Misschien niet zo’n goed idee als het lijkt

De eerste week van het jaar liggen op straat heel wat afgedankte kerstbomen, de gemeente voert die af. Ik weet niet precies wat ze er mee doen. Vroeger, toen ik nog een klein Lieseke was, sleepten we de afgedankte kerstbomen naar de parkeerplaats bij de speeltuin en werd er op 6 januari (onder toeziend oog van de brandweer) een groot driekoningenvuur van gestookt. Tijden veranderen.

Vorig jaar nam ik er eentje mee naar de tuin, ik knipte de takken klein en stopte de stukjes in een grote zwarte plastic zak. Die zak zette ik in een achterafhoekje. De theorie is dat zo’n zak met dennenboomstukjes een soort van snelkookpan is waar in een jaar tijd prachtige compost in ontstaat, bijzonder geschikt voor blauwe bessenstruiken. Ik vind (nu ik niet zo klein meer ben) het afzagen van dennenboompjes voor kerst toch wat zonde, en zo komt er nog iets goeds uit voort.

De theorie klopte, de compost zag er best prima uit, het ligt al rond de blauwe bessen. Maar toen de kerstbomen van dit jaar op straat verschenen vertelde Echtgenoot Yep dat alle kerstbomen -tenminste de bomen die afgezaagd verkocht worden- óók een degelijke behandeling met een brandwerend middel krijgen. Op zich niet onverstandig natuurlijk… je wil geen driekoningenvuur in je huiskamer. Maar ik weet niet wat dat voor middel is, en of dat wel een goed bestanddeel is in mijn compost. Hm. Eerst maar even uitzoeken.

Later toegevoegd: Ik won informatie in bij een bevriende brandpreventie-specialist. Het brandwerende middel verdwijnt met een stevige regenbui en het breekt in korte tijd af. Kerstbomen composteren kan prima. Jammer genoeg liggen er nu geen meer op straat… nu ja. Volgend jaar dan maar weer.

Sprookjesachtig

Het Rotterdams Philharmonisch speelt een paar keer per jaar een voorstelling voor “4 plus” oftewel, erg jong publiek. Er zijn voorafgaand aan het concert activiteiten voor de kinderen, de drankjes en de duur van het concert zijn aangepast, en het verhaal van de muziek wordt uitgebeeld en verteld.

Zo luisterden en keken wij gisteren met Kleindochter K. (zes jaar inmiddels) en haar ouders naar Tchaikovsky’s Doornroosje. Het verhaal werd verteld door een kamermeisje van het kasteel, er was schimmenspel en dans. Zelfs het hele orkest viel in slaap toen Doornroosje zich prikte, maar gelukkig kon het publiek ze snel weer wakker roepen. Mooi dat een prinses net zo welkom was als een prins om de Schone Slaapster wakker te kussen! Kleindochter K. keek ademloos toe, ondertussen stijf mijn hand vasthoudend. Wat een leuke middag.

Kantklossen

Mijn moeder deed aan kantklossen. Ze had een speciaal tafeltje ervoor, dat mijn vader voor haar getimmerd had. Ik herinner me vooral het geluid van de klosjes, en hoe boeiend ik het vond, al die draadjes die doorelkaar gevlochten iets moois vormden. Ik stond als kleuter vaak tegen haar knie geleund te kijken. Natuurlijk leerde ze het me ook, toen ik wat groter was. Zo omstreeks mijn twintigste gaf ik zelf een tijd beginnerscursus in het buurthuis, met halve wasknijpers als klosjes en plaatjes piepschuim met een lapje er om heen die als kussen moesten dienen. Gezellig was dat! Daarna kwam het leven in de weg lopen: een baan, een gezin, drukte… Geen tijd en geen rust. Ik verkocht mijn klosjes in een vlaag van verstandsverbijstering en geldnood en ik ging nuttige handwerken beoefenen: kinderbroeken naaien, mutsen breien, grote pannen soep koken en van die dingen meer.

Toch speet het me wel. Kantklossen is écht leuk, ik hield altijd zo’n gedachte van “misschien ooit nog eens” in mijn hoofd. Dus toen ik via-via een complete set kantklosspullen kon aanschaffen voor een heel zacht prijsje hapte ik toe. Maar ik had nog steeds geen tijd, geen tijd (en geen rust ervoor) dus ik zette het zaakje op zolder en keek er wederom jaren niet naar om. Op een koninginnedag-vrijmarkt scoorde ik een stapel kantklosboeken met patronen, maar ook die verdwenen in de kast en kregen geen aandacht. Een paar weken geleden kwam ik het hele spul tegen op zolder, en besloot het eens wat beter te bekijken.

Op een van de kussens zat een half afgeklost hartenkantje in lila garen. Ik keek er nog eens beter naar en dacht dat ik het misschien nog wel zou kunnen…. Linnenslag, netslag, hoe zat het ook weer met de rand? Nu ja, heel raar: toen bleek er ineens wél tijd voor te zijn. En de rust kwam vanzelf met het geluid van de klosjes.