Wat er gebeurt terwijl je andere plannen maakt

Als kind las ik het boek duizend kraanvogels, over een Japans meisje dat de atoombom op Hiroshima overleeft, maar daarna alsnog vreselijk ziek wordt van de straling. Ze besluit duizend origami kraanvogels te vouwen, want volgens een oude legende vervullen de goden één wens als je ze duizend origami kraanvogels offert, en ze wil de ziekte overleven. Ik kan me niet herinneren of het haar lukte ze allemaal te vouwen maar ik weet nog wel dat ik als elfjarige erg ondersteboven was van het feit dat ze tóch overleed. Ik deed nog aan magisch denken, toen. Bijgeloof of niet, veel mensen vouwen in navolging hiervan duizend kraanvogels. Er zijn zelfs sets te koop van 999 vellen origamipapier en één vel goudpapier voor de laatste.

Met kleindochter K regelmatig over de vloer was ik met vouwblaadjes in de weer en moest vaak aan de duizend kraanvogels denken. Natuurlijk geloof ik niet dat een mystieke grootheid een wens vervult als je de duizendste klaar hebt, maar ik denk wel dat elke dag een of twee kraanvogels vouwen een soort van meditatief moment is, waarbij je denkt aan de grote wens, of wat voor reden je dan ook hebt om zoiets te doen. En zoals dat Japanse meisje uit het boek zich langzaam, vogel voor vogel, verzoent met de ongeneeslijkheid van haar ziekte, je wellicht tot een inzicht komt, al vouwende.

Ik kocht mooi origamipapier en begon, precies 500 dagen voor mijn 60e verjaardag. Niet dat ik echt een diepgevoelde wens had, maar ik vind de gedachte wel mooi. Twee per dag leek me goed te doen, en klaar op mijn verjaardag wel leuk, dan kan ik ze ophangen als feestversiering.

Begin 2022 kreeg ik last van mijn handen. Na een kwartiertje breien, bij het koken, bij alle dingen waarbij ik wat kracht moet uitoefenen en een handeling wat vaker herhaald wordt. Ik liet ook akelig vaak dingen gewoon vallen. In mijn familie komt reuma voor, dus met een zwaar hart ging ik naar de reumatoloog. Die stelde een hele rij vragen, liet foto’s maken en bloedonderzoek uitvoeren en stelde vast dat ik geen reuma heb maar wel artrose. Bijna alle gewrichten in mijn handen zijn aangetast. Dat kwam aan…. bijna alles wat ik leuk vind doe ik met mijn handen. Ik kreeg twee braces (lelijke van plastic en klittenband) en wat adviezen maar in grote lijnen komt de behandeling neer op “leer er maar mee leven”.

Daarna kwam alles piepend en krakend tot stilstand. Het blog, het breiwerk, de naaimachine verstofte. Het werken in de tuin, daar ging ik zo goed en kwaad mogelijk mee door; als je daar niets aan doet heb je vrij snel geen tuin maar een jungle. Natuurlijk was ik afwisselend verdrietig en kwaad, maar ook daarvoor is de tuin een goede plek. Tijdens het schoffelen kun je prima foeteren, uitjes planten gaat ook best als je zelfmedelijden hebt. En al doende leerde ik toch ook weer het nodige: als ik twee of drie heel verschillende klussen heb doe ik ze om en om steeds tien minuten, dan gaat het prima. Er kwamen mooiere en praktischere braces. Ik kocht een staalborstel met een steel en deed mijn oude voegenkrabbertje weg, ik kocht een potten-opendraai-instrument en zo zijn er heel wat handigheidjes. Maar al met al kreeg ik zomaar tóch iets om te wensen en te doordenken bij het vouwen van mijn duizend kraanvogels.

Oma heeft gouden handjes! zei kleindochter K.

Ik dacht tijdens het vouwen (nu steeds maar één vogeltje tegelijk) óók na over dit blog. Het blog gaat met nadruk over dingen die ik maak, en ik maak nu toch echt minder. Maar als ik zo terugdenk aan de laatste weken zijn er best veel dingen gepasseerd waarover ik had kunnen schrijven, misschien is het óók leuk om de handigheidjes en omweggetjes te documenteren.

Paddenstoelen

Onlangs vierde Echtgenoot Yep zijn verjaardag. Omdat we “alles” al hebben ging ik op zoek naar een ervaring als cadeau, niet een ding. We hebben genoeg dingen in huis.

cantharellen

Zodoende kwamen wij afgelopen zaterdag terecht bij een workshop eetbare paddenstoelen plukken, gegeven door Edwin Flores van Casa Foresta. We schaften een veldgids aan (tóch een ding… maarja) en leerden tijdens een prachtige wandeling een stuk of tien eetbare paddenstoelen herkennen.

Ook een giftige (maar die wisten we al… dat weet toch iedereen al sinds Kabouter Spillebeen?) en een onbeschaamde.

Daarna was er lunch, en bekeken we de oogst nog eens grondig. Een deel ervan aten we later in de vorm van dim sum, wat een leuke dag!

We overnachtten in de buurt en gingen een dag later in het bos bij ons in de buurt rondkijken. Maar in Zeeland hebben we niet veel bos, en al helemaal niet van dat eeuwenoude. Gelukkig zijn er ook veel paddenstoelen die geen honderdjarige beuk nodig hebben.

Wat ik vandaag maakte: pommes fondant

In de Franse fijne keuken is het een klassieker: pommes fondant. Ik sloeg het snijwerk over, officieel moeten de aardappeltjes tot tonnetjes worden geknutseld, allemaal precies even groot. Zonde van mijn gisteren geoogste Alouettes vond ik. En ik gebruikte geen kalfsfond, maar een zelfgetrokken bouillon van kip en groente. Dus mag het nog pommes fondant heten? Vast niet…

Maar lekker was het wel.

Natuurijs

Ik ben niet zo’n grote drinker als het op alcoholische drankjes aankomt. Limonade-achtigen gaan ook al niet zo hard. Maar het lijkt wel of álles lekkerder (en luxer) wordt als het uit een groot glas met veel rinkelende ijsklontjes komt. Schaamtevolle bekentenis: Soms kocht ik in de supermarkt zo’n grote zak met ijsblokjes, want de ijsklontjes uit een siliconen hartjesvorm vanuit mijn eigen vriezer zijn troebel en dat is tóch anders.

Nu is het winter en best koud. Elke morgen haalde ik een grote, glasheldere klont ijs uit de drinkbak van de kippen.

Het duurde wel drie dagen voor ik de voor de hand liggende conclusie trok en mijn hartjesvorm ‘s avonds gevuld buiten zette en ‘s morgens handenvol prachtig heldere ijsblokjes naar mijn vriezer verhuisde.

Nouja, bijna helder.

Proost!

Chocomel

Er waren twee chocoladeletters die overbleven toen de Sint weer vertrokken was. En ik had een pak Droste cacaopoeder dat al vijf jaar in de kast stond. Ik houd niet zo van chocolade, ik ben als kind in de ketel gevallen. Dat wil zeggen, ik had vakantiebaantjes bij een chocoladefabriek en at daar genoeg voor de rest van mijn leven, mijn quotum is al op. Dus Sint zijn letters bleven liggen, hoewel de Echtgenoot er natuurlijk wél van eet.

Ik hakte de chocolade in stukjes en deed het samen met de cacao, suiker, wat vanille, een mespuntje zout en wat maizena in de keukenmachine en draaide het geheel tot gruis. Een volle eetlepel hiervan opgelost in een beker hete melk maakt een heerlijke beker chocolademelk, recept van smittenkitchen.

Wat een goed idee! Er bestaat ook een commerciële variant, vooral gericht op kinderen, waarbij op het etiket het woord cacaofantasie staat. Zou dat betekenen dat je de cacao er zelf in moet fantaseren? Ik zocht het even op, maar er zit kennelijk wel cacao in. En calcium en vitaminen en 16 procent minder suiker en een optistart formule, het is kennelijk hartstikke gezond spul! Maar goed. Ik maakte dus een bijzonder luxe versie daarvan. Niet gezond, wél erg lekker volgens mijn deskundige chocoladeproefpanel bestaande uit Echtgenoot Yep.

Daarna pakte ik mijn chocolademelkmix in potjes voor twee bekers elk, ik strikte er een mooi lintje om en hing er een instructie voor de bereiding en een kerstwens aan. Leuk cadeautje voor iedereen die we dit jaar niet kunnen zien rondom de feestdagen. We houden wijselijk afstand, het wordt bepaald minder gezellig… maar zo wordt het vast een warmere Kerst.

J a r i g !

Lies en Place bestaat 10 jaar vandaag: op 6 december 2010 plaatste ik het eerste berichtje. In de jaren ervoor had ik een typepad blog, want in die tijd had iederéén een blog. Kort nadat ik Haarlem verliet ben ik er mee gestopt. Maar toen ik eenmaal wat gesetteld was in Goes miste ik het toch. Ik ontdekte dat ik zelfs een eigen domein kon hebben en worstelde wordpress er op. Ik kon niet kiezen wat het hoofdonderwerp moest zijn en dat kan ik nog steeds niet, uiteindelijk besloot ik om mijn eigen pogingen te documenteren om “alles” zelf te maken. Hoewel ik in de afgelopen jaren ook ontdekte dat er beperkingen zijn aan wat ik zelf kan maken… ik heb bijvoorbeeld een tijdje het idee gehad dat ik alleen maar door mijzelf genaaide kleding zou gaan dragen. Theoretisch kan dat natuurlijk best, als je je alléén maar daarop zou richten. Maar praktisch is het niet haalbaar; er zijn meer dingen te doen. En ons eigen brood bakken zou best kunnen, maar het heet genoeg stoken van mijn huishoud-oven kost meer dan een broodje bij de bakker om de hoek. Het moet wel zinvol zijn om iets zelf te maken. Daarbij is de bedoeling van dat “alles zelf maken” dat de hoeveelheid afval, plastic en zinloos verstookte energie kleiner wordt en daarmee mijn ecologische voetafdruk.

Er is een telsysteem om te weten hoeveel mensen hier regelmatig meelezen, (soms 5000 per maand, soms 13000) maar dat is niet zo informatief als je zou denken. Soms komen er 800 hits binnen 5 minuten uit Rusland of China, dat kan geen belangstellende lezer zijn. Maar er zijn véél mensen die regelmatig even komen kijken, soms een opmerking achterlaten of in het “echte” leven er iets over zeggen. Dat is echt leuk, daar ben ik altijd erg blij mee.

Wat gebeurde er veel in die jaren… beide kinderen trouwden en Kleindochter K. kwam er bij. Ik kreeg grijze haren (of eigenlijk accepteerde ik mijn grijze haren, grijze haren staan me beter dan geverfd haar, echt!) en een versleten knie. Die knie bracht toch ook weer een hoop goeds, zo ben ik sportiever dan ik ooit ben geweest want dat helpt de ongewenste prothese-operatie vooruitschuiven.

We werden beter in het tuinieren en breidden ons volkstuin”lapje” uit naar 800 vierkante meter met een kas en een huisje en een heel behoorlijke opbrengst. Als gevolg daarvan -eten weggooien doen we niet- leerde ik veel over conserveren en gingen we meer en meer nadenken over wat we eten en hoe we het verkrijgen. Dat zie je terug op het blog: meer over voedsel verwerken, drogen en inmaken, en veel meer over de tuin. We begonnen aan kippen en hebben daar erg veel plezier van. En heerlijke eieren.

De bloglezers kregen ook heel wat naaiwerk te zien. Ik leerde niet van “echt” te onderscheiden overhemden maken voor Echtgenoot Yep, ik maakte babykleertjes voor de kleindochter en kledingstukken -van slipjes tot jassen– voor mijzelf. Ik breide gestaag door, vesten, sokken, mutsen, sjaals…. Een jaar lang schreef ik elke dag op “wat ik vandaag maakte” dus daar zaten ook dingen als fietstochtjes in, en schoonmaakwerkzaamheden. Vakanties, lichtfestivals, wandelingen en films kregen ook aandacht. Er waren zijsprongetjes naar spinnen, kralen, quilten en er was een enkele uiting van boosheid of verdriet.

Er werd ook véél gekookt en gebakken. Hoewel bovenstaande taartjes van de banketbakker komen, want bij een blogverjaardag hoort taart. Maar, hoe ironisch, ik was niet in de gelegenheid dat zelf te maken. Nu ja. De versiering heb ik wel zelf gemaakt, van restjes katoen. Leuk, aan ongeveer elk vlaggetje kleeft de herinnering aan het oorspronkelijke doel van het lapje, eigenlijk is het net zoiets als dit blog. De eindconclusie? dat ik nóg wel een jaar of tien door zou willen zo.

Het is een cliché maar de meeste clichés zijn waar: Het leven is een feest, maar je moet wel zelf de slingers maken ophangen.

Behangetje

Al mijn foto’s op het blog waren uit hun verband gerukt. En een heel aantal werd gewoon niet meer getoond. Ik gebruikte al jaren hetzelfde template -zeg maar meubilair- kennelijk was dat niet meer geschikt. Ik heb een heel aantal dingen geprobeerd voor ik bij deze redelijk eenvoudige inrichting terecht kwam, een paar trouwe lezers vroegen me verontrust wat er toch aan de hand was… een restyling dus! Ik ben niet zo handig met CSS en widgets HTML en sliders en watnietal, het kostte wat hoofdbrekens. Hopelijk kan ik weer een hele tijd vooruit zo.

Hoe het gaat

Op mijn werk wordt de bak met “dingen om te doen na Corona” langzaam steeds voller.

We hebben hem maar voorzien van een passende afbeelding. Dingen om te doen vóórdat het zo ver is zijn er steeds minder, maar er zijn nog wel genoeg mensen die onze hulp nodig hebben. Genoeg in ieder geval om de winkel open te houden en te wennen aan de handschoenen-mondkapje-bril routine en daarna alles, alles schoonpoetsen.

We hebben de tuin natuurlijk…

We vierden Pasen met een thuismenu van restaurant Katseveer. Dat was super!

Mijn werkgever kwam een bos bloemen en een cadeautje brengen omdat ik twaalfeneenhalf jaar in dienst was. Ik was dat zelf helemaal vergeten! We hadden koffie met gebak op ruime afstand van elkaar. Het is allemaal prima te doen, en toch wat ongezellig en saai. Videobellen is leuk maar niet hetzelfde als samen aan tafel zitten, online plaatjes kijken lijkt niet op wat je in een museum meemaakt. Maar we hebben het goed, niets te mopperen.

En we hebben gelukkig de tuin.

Waar we nu ook ‘s avonds nog vaak zijn.

Koninklijk bezoek

Eén van de leukste dingen die we aan de tuin hebben gedaan het afgelopen jaar was het ophangen van een wildcamera. We hadden géén idee hoeveel dieren er rondlopen als we er niet zijn. We filmden fazanten en merels en duiven en meesjes, daar keken we niet zo van op. Twee soorten spechten, gaaien en kauwtjes, reigers, eenden en waterhoentjes kwamen langs. Er woont een egel die elke nacht hetzelfde rondje loopt en er zijn hazen en reeën. Yep maakte een tak boven de sloot min of meer vrij, en richtte de camera daar op, in de hoop op een ijsvogel.

Dat lukte. Bijna elke dag strijkt er wel eentje neer, vaak met een pasgevangen visje. Mooi zijn ze! In het Engels heet een ijsvogel King fisher, koninklijk bezoek dus! We zagen ze al wel voorbij vliegen maar ze zijn schuw en vooral, ze zijn erg snel. Alles wat je ziet is een blauwe flits. We wisten dus wel dat er minstens ééntje woonde. Maar wat we écht niet verwacht hadden…

Een hermelijn. Onmiskenbaar, met een witte wintervacht en een zwarte staartpunt. Geen enkele andere wezel-achtige heeft dat. De mantel die de koning droeg bij de kroning is gemaakt van dit bont (of niet, of wel maar dan van weer andere hermelijnen) Het vachtje staat de eerste eigenaar beter dan Zijne Majesteit, vind ik persoonlijk.

Mutsen

In de auto, tijdens die lange ritten naar Lyon en terug, breide ik een muts. En later thuis nog eentje, die er erg op lijkt. Ik gebruikte wat resten Dalegarn -Noorse wol- en een Noors patroon.

Het zijn dus echt Noorse mutsen. Dalegarn is wat ruw, dus de band die tegen het voorhoofd komt maakte ik van een andere rest, paarsrode merino van Wollmeise, die ging precies op.

Ik wilde eigenlijk een pompon er boven op in dezelfde, paarsrode kleur, en dan een “bonten” pompon, niet gemaakt van wol. Maar dat blijkt zo ongeveer onmogelijk te verkrijgen. Ze zijn er in hot pink, in babyroze en barbieroze, ze zijn er in blauwpaars, maar niet in de mooie rodekoolkleur. Misschien maak ik er toch maar een koordje met een kwast aan… dat vind ik ook wel vrolijk