Op de volkstuin staat al een paar maanden een watervat. Een hele kubieke meter of misschien wat meer moet daarin kunnen, dus heet het bij mij het kuupsvat. Dat vind ik een leuker woord.
Het was verschrikkelijk vies, rondom van binnen en van buiten begroeid met groene aanslag. Dus besteedde ik een halve zondag aan het schoonschrobben van de buitenkant. Toen een bezem precies door de opening bleek te kunnen maakten we ook de binnenkant zo schoon mogelijk. Dat was een hele exercitie: emmer water erin, schrobben, het vat een kwartslag draaien, schrobben en draaien tot alle vlakken behandeld zijn, leegkiepen boven de sloot, herhalen tot het groen (bijna) weg is. Natuurlijk willen we geen chemicaliën in de sloot gooien, dus gebruikte ik alleen water.
Daarna maakte Echtgenoot Yep een terrasje achter het huisje en schilderde tussendoor ook nog even de achterwand waar we later niet meer bij zouden kunnen. (Echtgenoot Yep is onvermoeibaar!) Hij maakte stapeltjes stenen op het terrasje tot iets meer dan gieter hoogte. Daar weer op kwam een plankenvloertje en ons kuupsvat. Het werd aangesloten op de dakgoot, en met een slimme constructie met een Y-stuk bovenop is er ook een overloop, voor als het vat vol is. De afvoer van de overloop en ook de kraan van het vat staan boven een putje, waaruit het water onder onze tuin door naar de sloot wordt gebracht.
Gisternacht regende het stevig door, toen ik ‘s morgens ging kijken stond het waterpeil al boven de 200 liter, ‘s avonds was het meer dan 600. Als het zo doorgaat wordt de slimme overloop al vrij snel getest! Nu moet het kuupsvat nog een “little black dress”, want daglicht en regenwater in zo’n vat zorgen ervoor dat het in no time weer groen begroeid raakt. Het water moet dus in het donker bewaard worden. Zodra het stopt met regenen zal ik het met stevig zwart plastic inpakken. Een kuupscadeautje.