Broodzakken.

In the Cabin in Schotland lag het zero waste home boek. Bea Johnson beschrijft daarin hoe zij en haar gezin erin slagen geen huishoudelijk afval te produceren. Ik had niet genoeg tijd om het helemaal te lezen. Daarbij, veel van haar adviezen zijn voor ons niet nieuw. Ze richt zich vooral op Amerikaanse consumenten, het is in Nederland al niet gewoon om in elk drankje een rietje te doen bijvoorbeeld. Maar het is goed om erover na te denken. Wij zelf proberen de hoeveelheid afval die we produceren zoveel mogelijk te beperken, dat lukt aardig… met uitzondering van plastic. Wekelijks breng ik een hoeveelheid plastic naar het inzamelpunt. Nu kun je natuurlijk zeggen: Het wordt gerecycled, dus is het goed, maar dat is het natuurlijk niet. Je kunt beter helemaal geen plastic hoeven recyclen, en beginnen met minder van het spul in huis te halen.

K:-)dootje maakte bijenwasdoekjes om plasticfolie te vervangen*, en ze maakte ook broodzakken om bij de bakker je verse halfje bruin in te doen. Goed plan! Ik volg haar voorbeeld.

Ik had een restantje Vlisco katoen dat precies groot genoeg was voor twee broodzakken. Vlisco is een dicht weefsel, ik neem aan dat dat voor brood wel prettig is. Ik koop vaak ambachtelijk brood waar nog meel aan de buitenkant zit, dat meel -of maanzaad, of sesam- moet natuurlijk niet los in de boodschappentas terecht komen. Ik zette er een elastiekje op als sluiting en een knoop ter decoratie. Dat was leuk om te maken, en ik denk ook wel praktisch. En, maximale voldoening, de blauwe Vlisco (gekocht in 2014) is nu precies, helemaal op. Geen snippertje afval. Morgen ga ik een volkorenbol kopen**. 

*waarover later meer

** Dat lukte prima. Mariekevandebakker zei dat er minstens tien regelmatige klanten hun eigen verpakking meenemen naar de winkel. 

Een blok en een orchidee

Het is niet dat ik niets had om over te schrijven… het probleem was meer dat er teveel was. We waren een dag in Londen gevolgd door een week vakantie in “the cabin” in Schotland, deze keer gingen de kinderen en aanhang ook mee. Er bleek een probleem met mijn linkerknie, van de niet-vanzelf-verdwijnende soort. We hadden week of wat heel warm en droog weer, maar in onze kas groeide alles zo overdadig dat we er zelf bijna niet meer naar binnen kunnen. We vierden een gezellige open dag op de volkstuin, en ook ons elfjarig huwelijk.  Teveel om achteraf over te schrijven, dus ik begin gewoon weer bij vandaag.

Volkstuinbuurman J. meldde vorig jaar enthousiast dat hij een brede wespenorchis had aangetroffen op zijn lapje. Toch wel bijzonder, een echte orchidee zomaar op je volkstuintje. Gisteren liet ik een servetje uit mijn hand waaien, toen ik het ging oprapen vond ik er onder onze wilgenboom ook een.

Wat leuk! En wat een mooie bloemetjes. Echtgenoot Yep nam vandaag de camera mee om hem te fotograferen en vond er prompt nog een stuk of vier. Op de foto lijken ze best groot, maar in werkelijkheid zijn de bloemetjes ongeveer  een centimeter doorsnee… het is niet echt vreemd dat we ze niet eerder opmerkten. Maar, zoals dat gaat, nu we weten dat ze er staan kunnen we ons nauwelijks voorstellen dat we ze eerder over het hoofd zagen. De wespenorchis heeft een voorkeur voor licht verwaarloosde stukjes grond, een prachtig excuus om het veldje onder de wilgenboom met rust te gaan laten. Weer een klusje minder.

Expositie

In het Stadskantoor van Goes (ook wel De Grote Rode Doos genoemd) is een expositieruimte in de centrale hal. In de maand Juli zijn daar de foto’s van Echtgenoot Yep te zien. Drieënwintig foto’s in groot formaat hangen op panelen en een reportage bestaande uit tien kleinere foto’s ligt in een vitrine.

Deze foto haalde de uiteindelijke selectie nét niet.

Hij heeft met het thema licht/lucht een zorgvuldige selectie gemaakt, het zijn onderwerpen die hem na aan het hart liggen: lichtkunst, natuur, een beetje architectuur. Het zijn prachtige foto’s. Als je in de buurt woont, ga kijken, ga kijken!