Midden in de winternacht
Eerste kerstdag vierden we met de familie, heerlijk om ze weer te zien. Tweede kerstdag deden we iets héél anders.
Het huisje op de volkstuin is zo buiten het seizoen grotendeels leeg: de grasmaaier en divers ander gereedschap is elders ondergebracht. En er staat een kachel (maar er is geen elektriciteit, geen stromend water). Dus namen we alles mee wat we hebben aan verlichting-met-batterijen, een stapel droog brandhout en ook een zak waxinelichten. En de barbecue, eten, drinken en een draagbaar luidsprekertje voor de kerstmuziek. K:)dootje en haar meneer deden mee.
We hingen wat lichtjes in de appelboom bij gebrek aan denneboom, wij zijn geen kniesoren. Het huisje zag er gezellig uit, van buiten én van binnen. De kachel hield het allemaal behaaglijk, het eten was heerlijk. De door K:)dootje in een thermosfles getransporteerde stoofpeertjes konden nog even op het kacheltje verder garen (nee, níet meer in die thermosfles natuurlijk), wat ze nog lekkerder maakte. We dronken op K. die de dag voor Kerst het grote podium verliet, de gedachte dat hij bij Petrus voor de poort staat samen met Aartsbisschop Tutu was wel troostend.
Het is wel goed om te ontdekken hoe luxe het hedendaagse leven is: dertig waxinelichten en vier lampjes op batterijen waren wel érg gezellig maar eigenlijk, voor het praktische, geen licht genoeg. Een houtkacheltje aanhouden is een bezigheid op zich. Maar wat een fijne avond was het.