Brood bakken is een klus waar veel tijd aan te pas komt. Gewoon brood bedoel ik. En er moet een oven aan te pas komen met een behoorlijk hoge temperatuur. Hoe leuk ik het ook vind, de bakker kan het sneller, beter en goedkoper dan ik zelf. (Wij hebben dan ook een écht goede bakker.)
Maar flatbread is een ander verhaal. Snel voorbereid en snel gebakken, geschikt om te beleggen met lekkere smeersels maar ook lekker voor bij de soep of een warme maaltijd. Daarbij is het te maken met materiaal dat ik altijd in huis heb. Daar ging ik eens op oefenen.
Mooie ronde of ovale deegplakjes maken was een uitdaging, maar verder was het volgens dit recept heel niet ingewikkeld. Links is met wat olie gebakken, rechts in een droge koekenpan. Ik had een béétje een pannenkoeken-associatie, het mag nog wel wat bruiner. Een goede aanwinst op het repertoire.
Dit jaargetijde wordt soms the hunger gap genoemd: de voorraad van vorig jaar is echt helemaal op en er komt nog niets nieuws van het land. Natuurlijk is de term ontstaan voordat er diepvries was, en internationaal transport. Maar wij volkstuinders, hoewel zonder echte honger, merken er nog wat van. Alleen wat asperges en rabarber komen mee naar huis, een handje rucola links of rechts… en ohja, we aten ook al een keer spinazie.
Die rabarber verwerkte ik in een taartje: shortbread bodem, frangipane er op en daarop weer een patroontje rabarber. Het recept -enigzins ontsuikerd en met de dubbele hoeveelheid rabarber- komt van Smitten Kitchen.
Zoals veel taarten was hij voor het bakken mooier dan er na… we hebben hem gauw opgegeten. Geen last meer van een hunger gap.
Gespannen keken we uit naar de dag dat volgens onze berekeningen de eieren waarop onze Fiep zat te broeden zouden uitkomen. Op Moederdag zou ze, hoe toepasselijk, een aantal piepende kuikentjes onder de warme vleugels hebben. Waarschijnlijk gele kuikens deze keer, want de broedeieren zijn gelegd door witte en splash Marans. Er was ook een ei van een Bresse kip bij.
De eerste lege eierschaal lag vrijdagavond al naast het nest. Helaas, het kuikentje dat er uit was gekomen de volgende ochtend óók: Het was misvormd en had geen kans op overleven. Fiep had het uit het nest gelegd. Maar er waren nóg zeven eieren.
Een paar uur later meldde zich de volgende, gelukkig helemaal in orde. Weer een paar uur later was er nog een sterfgeval te betreuren, gevolgd door het tweede gezonde kuiken. En daar bleef het bij, vier eieren waaronder het Bresse kwamen niet uit. Twee kuikens is niet veel, wel een béétje teleurstellend. Volgens de kippenhouder waar wij de eieren van kregen is het wel te verklaren door de koude nachten die er geweest zijn. Als een ei twee uur niet onder de kip ligt is het al te koud en wordt het geen kuiken. En ook: volgens de statistieken komt er bij natuurbroed uit ongeveer zestig procent van de eieren een gezond kuiken. Dit is voor ons kippenhouderijtje de derde keer, het eerste nest was zes kuikens uit acht eieren, de tweede keer negen uit negen. En nu dus twee uit acht. In totaal 25 eieren waaruit 17 kuikens kwamen. Dat is nog steeds 68 procent. En wat wel hoopvol is: iets meer dan de helft van de kuikens is volgens de statistiek kip, de rest haantjes. Ik hoop dat deze twee kuikens allebei meisjes zijn en de kans daarop is best aanwezig: van de eerste twee nesten, vijftien kuikens, bleken er maar liefst tien van het mannelijk geslacht. De meiden hebben wat in te halen.
Maar we gaan er eerst volop van genieten want het is weer zó leuk! Fiep is een geweldige moeder. En Kleindochter K. mag de kleintjes namen geven.
In augustus vorig jaar maakte ik twee literpotten zoetzure kerstomaatjes in. Ik gebruikte 500 gram azijn en 300 gram suiker, ik deed wat takjes rozemarijn en wat kleine uitjes tussen de tomaten.
Vandaag pas maakte ik een pot open om eens te proeven. Het was een experiment, want er wordt zoetzuur van van alles verkocht, maar van tomaatjes heb ik het nog nooit ergens gezien (of geproefd).
Vreemd, want het is werkelijk heerlijk! de tomaten zijn heel gebleven, hoewel de schil van de meeste wel gebarsten is. Maar ze zijn vol van smaak, de uitjes zijn de scherpte helemaal kwijt maar ze zijn wel knapperig gebleven. Deze gaat in het repertoire blijven.