Cherry baby

Onze kersenboom lijdt niet onder de aanhoudende droogte. Honderden kersen bungelen in het groen. We plukten waar we zonder halsbrekende toeren bij kunnen, de boom is hoog en we hebben alleen een keukentrap.  Drie grote emmers tot de rand gevuld sleepten we naar huis, toch gauw 22 kilo. Wat een weelde!

Natuurlijk aten we kersen bij ontbijt, lunch en als toetje en tussendoortje. We deelden ze uit aan buren, familie, vrienden en collega’s. Maar er bleef nog steeds een heleboel over. Drie avonden besteedde ik aan wassen, steeltjes verwijderen, ontpitten, snijden, koken, wecken… terwijl Echtgenoot Yep er op uit ging om potjes erbij te kopen en méér kersen te plukken. Ik maakte jam, (kersen ontpitten en in kwarten snijden, koken met geleisuiker en wat citroensap, in kleine potjes) ik maakte kersen op sap (kersen zo “netjes” mogelijk ontpitten, koken in een stroopje van water en aalbessensap, suiker en een beetje kaneel, in grotere potten). Ik kreeg zwarte handen en had nog steeds een heleboel kersen. De vraag is hoeveel kersenjam we nodig hebben in een jaar, waarbij ik veronderstel dat er volgend jaar weer een oogst is. Bovendien staan er nog diverse soorten jam uit 2015 en 2016 in de kast… De laatste emmer kersen verwerkte ik tot vlaaivulling.

Ik ontpitte de kersen en maalde een klein deel ervan tot pulp met de staafmixer. Daarna deed ik de ontpitte kersen erbij in de pan en kookte ik het hele zaakje met citroensap en half zoveel geleisuiker als voor jam. Ik voorzie een feestelijk jaar, met minstens acht kersenvlaaien! Terwijl ik de laatste potjes aan het sluiten was kwam Echtgenoot Yep binnen met vier dozen net geplukte aalbessen. Voor bessengelei.

Elk voordeel heeft z’n nadeel…

… Om de grote filosoof nog maar eens te citeren.

Het is (bijna) elke dag tuinieren. Afgezien van het werk aan het “nieuwe” gedeelte is er een heleboel te doen: Rijpe kersen en aalbessen te plukken, tuinbonen en erwtjes te doppen en in te vriezen, bergen onkruid te wieden. Bijvangst van al deze genoegens: “tuinhanden”. Die worden natuurlijk uitgebreid gewassen en verzorgd, ze zien er over het algemeen heel netjes uit . Maar ze zijn wel ruw en “hakerig”.

Ik voltooide dit shirtje-met-gedrapeerde-hals daarom met de grootste tegenzin.

Het materiaal is een mooie dunne gebreide viscose met een prettig paisley motief. Maar het zat doorlopend aan mijn handen geplakt, of ik ze die nu scrubde of insmeerde of allebei. Ik heb het shirtje nog niet gedragen, ik heb even hélemaal genoeg van hoe het aanvoelt.

Groene vingers

Als iemand een bijzonder talent heeft om planten te onderhouden wordt wel gezegd dat hij of zij “groene vingers” heeft. Ikzelf heb dat niet, volgens mij. Tot ik besloot dat ik het niet meer ging proberen met kamerplanten leek mijn vensterbank het meest op een sterfhuis. Op het moment kwijnt er een mangoplant en er staat een plant die verrassend groeide uit een verse kurkuma-wortel die ik in de grond stopte.

Naast mijn werk is een kleine bloemenwinkel, een pijpenlaatje waar de koopwaar vooral voor de deur is uitgestald. Het ziet er altijd erg gezellig uit. We zijn goede buren over en weer: zo is er geen koffie-apparaat in de bloemenwinkel, dus op de dagen dat M. (een echte koffieleut) werkt brengen we haar een vers bakkie. Bloemen en planten zijn bederfelijke waar. Bloeiende planten blijven soms te lang onverkocht -en worden daardoor onverkoopbaar omdat ze uitgebloeid zijn- of bestelde boeketten worden niet opgehaald. En dan gebeurt het wel eens dat ik bij het afsluiten van de winkel een winkeldochter in de handen of de fietstas krijg gestopt. De twee hangplanten die een paar weken terug mee kwamen zagen er bijzonder sneu uit… Ik dacht onderweg naar huis dat ze altijd nog op de composthoop konden. Maar kijk nu toch!

Elke avond water geven en af en toe tegen praten. Meer deed ik er niet aan. Zou ik toch groene vingers hebben? Of misschien, gezien dit kleurenschema, paarse vingers?

Veel te genieten

Dit arme blog wordt bijna verwaarloosd… mijn breiwerk ligt stil en het kleren maken is alleen een lijst met plannen op het moment. Buiten is het hoogseizoen!

Er is zoveel moois te zien.

Ik geloof dat ik elk jaar wel een keer hetzelfde boeketje maak…

Maar ja, ik pluk ook elk jaar aardbeien.

En maak er jam van.

gelukkig is er ook tijd voor rust.

 

Morellen

Op het nieuwe stuk tuin staan onder andere  twee morellenbomen. Nieuw voor mij, een soort kersen maar aan de kleine kant en heel zuur.

Ze rijpen wel erg decoratief, eerst kleuren ze van groen naar geel, dan krijgen ze een blosje en worden helemaal rood. Ik was niet van plan om er iets mee te gaan doen, maar de buurman zei dat ze prima geschikt zijn om in te leggen in brandewijn. En tja, zo is er dus toch een mandje vol mee naar huis gegaan. Maar verder kwam het plan niet. Ik heb werkelijk van alles in huis. We houden allebei niet van sterke drank, dus ik heb er een kast vol van, er komt wel eens wat bij maar het komt niet op. Er staat tequila, grappa, cointreau, cognac, jenever, calvados… maar géén brandewijn.

Een dag later:

En jahoor. Er is weer een halve liter drank toegevoegd. De andere halve liter zit tussen de morellen in deze pot, met suiker. Over enkele maanden pas kunnen we proeven of deze manier van conserveren een lekker resultaat geeft en in de tussentijd -vóór de volgende morellenoogst- ga ik ook op zoek naar andere recepten (want ik hou niet van drank).

Buiten spelen

Terwijl op de volkstuin Echtgenoot Yep aan de infrastructuur van onze gebiedsuitbreiding werkte (zo, dat klinkt professioneel)  plantte ik Roma tomaten, augurken, komkommer en paprika in een daarvoor speciaal aangelegd perkje. Beschut achter het schuurtje staan ze daar lekker in de zon.

Ondertussen zijn de aardbeien rijp en er zijn meer liefhebbers voor. Wegens de droogte is de oogst in het bedje naast ons huis wat klein, we hebben niet de moeite genomen om er gaas overheen te zetten.

Deze merel-jongere betrapte ik met het aardbeiensap nog aan de snavel en zo volgevreten dat hij niet wegvloog toen ik hem fotografeerde.

Op een mooie pinksterdag

Onze volkstuin (waar ik het twee posts geleden al zo druk mee had) is 382 vierkante meter groot. Niet echt een postzegeltje. Het is de middelste tuin in een rijtje van drie, het uiterste puntje van het complex. Het is ver van de doorgaande weg (soms lastig met zware dingen heen en weer brengen) maar mooi gelegen: rechts van onze tuinen is een natuurgebied waar vaak koeien of schapen grazen en veel vogels en hazen leven.

vandaag waren Hereford runderen -met vrolijke kalfjes- onze buren

En er is onbelemmerd uitzicht op de zonsondergang.

Een paar jaar terug waren het Blonde Aquitaines.

Links is een akker, met daarachter een dijk met meidoorns en populieren. Eergisteren hebben we de tuin links naast de onze erbij gehuurd. Het nieuwe gedeelte (nu ja, nieuw voor ons) bestaat vooral uit grasveld met fruitbomen, wat verder naar achteren -richting natuurgebied- een huisje en een afgeschermd zitje.

Natuurlijk verdubbelt het werk, we hebben nu bijna 800 vierkante meter. En er is éérst een hoop op te ruimen. Bramen die getemd moeten worden, brandnetels die we weg willen hebben, het huisje moet dringend een verfbeurt… Echtgenoot Yep groef vandaag vlak naast het huisje de stomp van een volwassen wilg uit. Die is enkele jaren geleden kort boven de grond afgezaagd maar daarna weer aan het groeien gegaan, zoals wilgen nu eenmaal doen… dwars door een rol gaas die daar toevallig lag. Dat komt allemaal wel goed, uiteindelijk. Het is een heerlijke plek, en het plannen maken voor wat we allemaal willen (een kasje!) is zo leuk!