Snoeien en zaaien

Nog steeds winter in de tuin.

Echtgenoot Yep heeft inmiddels alle wilgen op de tuin geknot. Het zijn er vier en dat levert een berg takken waar ik niet meer overheen kan kijken. Dat komt ook omdat een paar van de knotwilgen al jaren doorgegroeid zijn: dikke takken dus. Deze takken moeten worden gesorteerd: de dikste gaan in stukken gezaagd  een paar jaar drogen in ons houthok en dan stoken we ze thuis op. De dunnere willen we, ontdaan van zijtakjes, gebruiken in de tuin. De dunste takken gaan we verhakselen tot strooisel voor tussen de aardbeienplanten en in het kippenhok. Nog een boel te doen dus! Ondertussen plantte ik knoflook en zaaide ik drie verschillende soorten paprikazaadjes: Vers uit een ter plaatse opengesneden paprika van de groenteman, zelf gedroogde uit een weken geleden genuttigde paprika van de groenteman en een chique F1 hybride uit een zakje. Es kijken welke van de drie het leukste resultaat geeft. Ze hebben 22 graden nodig om te beginnen met kiemen, dus voorlopig staan ze binnen bij de kachel.

knopen, kralen en hangertjes

Een avondje kleien

In de lunchpauze ging ik vlug even de stad in, ik had vlieseline nodig. De knutselwinkel waar ik dat dacht te vinden had het niet, maar wel een rek vol fimoklei. Dat heeft Dochter ooit een hele winter lang in grote hoeveelheden verwerkt tot… eeehhh… Wat maakte je ook alweer, Dochter? Poppetjes, hondjes, muizen. Nu ja, ik bakte bijna elke week wel een paar dingen die ze gemaakt had. Helaas is daar niets van bewaard gebleven. Ik kreeg acuut last van sentiment en kocht een pakje blauw en een pakje wit-met-glitters. Weer terug achter mijn bureau bedacht ik dat ik er knoopjes van kon maken. Vanavond besteedde ik een uurtje aan kneden en rollen en vouwen en rollen en vouwen en snijden en prikken. En omdat ik het toch wel mooi vond worden maakte ik behalve de knoopjes ook een hanger en nog een hanger en een paar kralen. Wat een leuk speelgoed is dat. (En ik heb een beetje spijt dat ik  de klei met de glitters kocht. ik zal het nog een keer moeten doen)

Opgeruimd

Lapjes in de kast

Na het zien van de werkelijk keurig recht gestapelde lappen stof in de Vlisco winkel ging het gesprek in de auto gisteren over netjes opruimen. De stukken stof van Vlisco worden natuurlijk machinaal gevouwen, er zit aan weerszijden een label op geplakt waardoor het netjes in de plooi blijft ook. Echtgenoot Yep was ooit Sergeant Yep en hij vertelde dat de rekruten geleerd werd hun kleren zo breed als hun mes te vouwen. (Een tafelmes, niks oorlogszuchtigs hier…) Vandaag heb ik een goed deel van de dag besteed aan het opnieuw opvouwen van al mijn lapjes. Ik verdeelde ze in drie stapels: katoen, tricot en “anders” en vouwde ze allemaal precies even groot. De lapjes die kleiner dan een meter zijn vouwde ik half zo groot en de restjes overhemdkatoen gingen op rolletjes in een doosje. Misschien dat dat ooit nog eens een quilt wordt.  Nu past mijn hele collectie op anderhalve kastplank. En heb ik weer een idee wat ik de komende twaalf jaar van mijn leven zou kunnen doen. 🙂

Helmond

Naar het museum.

Het gemeentemuseum in Helmond heeft tot 12 maart 2017 een tentoonstelling over Vlisco.  Daar wilden vriendin H. en ik wel heen, en Echtgenoot Yep ging mee. Wat is Vlisco katoen toch een feestelijk product! Er was een korte uitleg over de historie en diverse eigentijdse ontwerpen met Vlisco. Geïnspireerd door de -wel wat kleine- uitstalling kocht ik meteen een stuk katoen met rood-paarse print  bij de fabrieksoutlet en een groen gestippelde bij Jansen-Naninck. Daar waren we twee en een half jaar geleden ook, en de aankopen die ik toen deed zijn allemaal gebruikt, of minstens aangesneden.

Je zou ze bijna ingelijst aan de muur hangen.

Parijs

Ballet, museum, winkelen. En lekker eten ook

Twee nachten en drie dagen in Parijs, het was heerlijk. Opera Garnier is het ultieme bonbondoos-theater, rood pluche en verguldsel, kroonluchters en loges.

Het nummer op mijn stoel

We zagen er Tree of codes, een modern ballet met licht- en spiegeleffecten, de enscenering was gedaan door Olafur Eliasson. Het leek wel een droom. Ik zou zo graag opschrijven hoe het was, al is het maar om het zelf nog een beetje vast te houden, maar ik weet geen woorden.

‘s Avonds viel ik om een uur of negen bijna letterlijk om, zo moe was ik! Maandag gelukkig weer fris en fruitig, gingen we naar het Louvre. Daar waren we nog nooit geweest, elke keer dat we in Parijs waren stond er een ontmoedigend lange rij voor de ingang. Maar nu, maandagochtend, viel dat mee. We brachten er een hele dag door en we keken onze ogen uit.

alleen het gebouw al… hier de eregalerij. Rechtsaf hangt de Mona Lisa, kennelijk voor veel bezoekers de enige reden naar het museum te gaan.
We bekeken het gedrang eventjes. Maar daarna zagen we allerlei anders: goedgebouwde naakte soldaten (nuja, ze hadden wél een helm op), kussende marmeren beelden, we bekeken sfinxen op een rij en we zagen Nikè.
Ik vond haar wel het allermooiste geloof ik.

Dinsdag was Valentijnsdag, in Parijs doen ze daar niet kinderachtig over. Rozen, aardbeien, champagne, hartjes en alles.

Jum.
Zei ik al jum?

We gingen naar Montmartre, waar ik fijn wat lapjes bemachtigde, daarover later meer. En nu zijn we weer thuis met een heleboel mooie herinneringen… en ga ik lijnen.

Vier en vijftig

Jarig.

Er was een huis vol gezellige mensen. En lekker eten. Echtgenoot Yep gaf me een heel plat pakje dat een ticket naar Parijs bevatte. Hij heeft met mijn werkgever geregeld dat ik vrij ben, en onze kippen- en huisoppas ingeschakeld. En kaartjes gekocht voor Tree of Codes, vanmiddag in Opera Garnier. Dus schrijf ik dit -na een kort nachtje slapen- op station Antwerpen vanwaar we zo dadelijk verder reizen. Is het niet geweldig?

Soufflé

De laatste pompoen van 2016

Yotam Ottolenghi noemt dit gerecht “Halloween soufflé”. Omdat veel mensen het eng vinden om te maken en omdat pompoenen bij Halloween horen. Ik had nog twee spaghettipompoenen liggen die nu, begin februari, toch echt op moesten dus maakte ik het als hoofdgerecht. De soufflé bevat gepureerde geroosterde pompoen en fijn geraspte oude geitenkaas en verder is het een klassieke bereiding met bechamelsaus, eidooiers en opgeklopt eiwit. Ik maakte het niet in ramekins zoals het eigenlijk hoort maar ik gebruikte twee diepe borden. Het was niet eng en het zakte niet in. Mede dankzij de pittige kaas was de smaak erg lekker, maar de substantie vond ik een beetje saai. Inderdaad iets voor een voorgerecht.

Wat ik maakte: een spijkerbroek dus.

een echte, goed passende jeans. Met stiksels en alles.

Klaar. Dit is de derde versie, en op een paar héél kleine dingetjes na is het precies zoals ik het hebben wil. Het patroon is de Ginger Jeans van Closet Case Patterns, maar daar heb ik aardig wat aan veranderd. Afgezien van die kleine dingetjes heb ik nu een prima passend jeanspatroon in de kast liggen.

De binnenkant van de broekband en de zakken is gemaakt van Vlisco katoen in een buitengewoon vrolijkmakend printje. Elke keer als ik de binnenkant van mijn broek zie moet ik glimlachen.

Eén van de kleine dingetjes waar ik nog wat aan moet veranderen is de onderkant van de broekspijpen. Ze draaien wat en zijn een centimeter of twee te smal: Ik kan deze broek niet aan samen met mijn favoriete laarsjes. Zoals ik al zei, kleine dingetjes. Ik heb er ook nog geen “spijkers” bij gekocht, dat gaat nog wel gebeuren.

Na het maken van deze foto heb ik eerst een paar minuten gelachen en daarna heb ik de achterzakken er gauw weer af gehaald en zes centimeter hoger gezet. Dat is stukken flatteuzer… en dáár heb ik dan weer geen foto van.

Ik heb hem de afgelopen twee dagen gedragen en het bevalt me prima. Ik ga nooit meer een spijkerbroek kopen. Al is het alleen al omdat een NYDJ broek zoals ik die meestal koop vroeger altijd kocht 140 euro kost. Een win-win situatie.

Wat ik maakte: een proefje

Een test met “piping”

Op mijn wensenlijstje staat een pyama. Een klassiek model, blauw met witte biesjes. Zulke biesjes bestaan uit een koordje, vastgenaaid in een dubbelgevouwen strookje stof. In het Engels heet het piping dus noem ik het ook maar zo. Ik probeerde het eens met wat restjes stof en een nieuwgekocht katoenen koord en dat lukte aardig. Ik heb er zelfs aan gedacht een meter van het koord te wassen om te kijken of het krimpen zou. (Dat deed het niet). Het resultaat van mijn testje deed me vooral aan een stoelkussen denken. Hmmm.

Wat ik maakte: twee bomen schoon

Onze beide appelboompjes een borstelbeurt

Op al onze fruitbomen groeit korstmos. Dat kan op zich weinig kwaad. Korstmos is een geslaagd huwelijk tussen een alg en een schimmel en de boom waarop al dit geluk zich afspeelt heeft daar geen last van. In omgevingen met veel luchtverontreiniging schijnt het niet voor te komen, dus op onze volkstuin is de lucht érg zuiver. Toch is het niet helemaal goed, al die begroeiing op de takken. Na een regenbui houdt het korstmos water vast en de boom droogt niet goed op. Dat geeft minder goedaardige aandoeningen de kans om toe te slaan. Daarom hebben we de twee appelboompjes gisteren met een nagelborstel ontdaan van de ergste uitwassen. Bijna zonde, van dichtbij bekeken zijn ze erg mooi!