Het is een voortdurende discussie tussen breiers: Brei je voor het proces of gaat het om het resultaat? Tenslotte koop je voor een paar euro prachtige sokken, een bol goede sokkenwol kost al gauw een tientje en dan moet je er nog een uurtje of dertig (in mijn geval) in investeren voor je ze aan kunt trekken. Niet goedkoop, of efficient. Aan de andere kant: Breien is fijn en rustgevend om te doen, er is geen winkel te vinden waar je sokken kunt kopen die zo mooi zijn als mijn zelfgemaakte. Maar over smaak valt te twisten. Voor mijzelf geldt dat ik het fijn vind als ik weet door wie, hoe en waar mijn spullen gemaakt worden. Ik zou ‘t liefst álles zelf maken.
Daarom bewonder ik de kunstenares Christien Meindertsma. Zij maakt er haar werk van de oorsprong van onze spullen te achterhalen en in kaart te brengen: Ze breide een trui van één schaap (die dan ook het nummer van het oorlabel van datzelfde schaap mee kreeg) en onderzocht wat er allemaal gemaakt wordt van één varken. Heel wat meer dan karbonaadjes en achterham, zo is te lezen in haar boekwerk hierover. Best ontregelend, eigenlijk.
Ook ontwierp ze voor het Audax Textielmuseum een geweven tafelkleed waarop afbeeldingen van alle planten die vezels bijdroegen aan het weefsel: Bamboe, vlas, katoen, banaan… en ook de herkomst en hoeveel gram van elke plant die in het kleed zit. Niet geheel toevallig hebben wij vorige week een exemplaar hiervan aangeschaft.
Loes Veenstra woont in Rotterdam, en ze breit al 57 jaar truien. Meer dan 500 stuks had ze in haar huis opgeslagen, een bonte verzameling. Hoe Christien Meindertsma dit ontdekte weet ik niet, maar ze heeft alle truien gefotografeerd voor een boek. Bij de presentatie ervan is er een heuse “flashmob” georganiseerd, waarbij de truien een grote rol speelden:
Het Verzameld Breiwerk van Loes Veenstra from Christien Meindertsma on Vimeo.
Tot 18 januari 2013 zijn ze te bewonderen in het Gemaal op Zuid in Rotterdam. We gingen er naar toe, dat wilde ik graag met eigen ogen zien.
De truien hangen allemaal aan het plafond, in een grote regenboog van kleuren. Prachtig! Wat misschien wel het meest tot de verbeelding spreekt: Loes Veenstra gebruikt geen patroon. Alles wat hier hangt heeft ze zelf bedacht. In een andere situatie had ze een gevierd ontwerper kunnen worden. Dit is een overzicht van 57 jaar breiwerk, de ontwikkeling van de mode is er in terug te zien, maar er hangen ook tijdloze ajourvestjes. Zelf zegt ze dat het breien vooral haar handen wat te doen geeft en haar van het roken af houdt.
In de omslag van het boek -dat we ter plekke aanschaften- zijn de vezels verwerkt van negen truien die beschadigd waren en niet meer in de expositie kunnen. Een laat, maar erg mooi resultaat voor een echte procesbreier zoals Loes Veenstra. Hulde!