Een blokje shampoo

Soms komt een heel goede tip uit onverwachte hoek. Zoon en een vriend van hem waren beiden erg positief over een shampoo van de winkelketen Lush. Dat ziet er uit als een stuk zeep, een ronde schijf. Daarmee zeep je onder de douche je hoofd in, er ontstaat schuim waarmee je je haar wast. Zoon zei dat het érg lang mee ging, zo’n blok. Natuurlijk werd ik nieuwsgierig en ik kocht er ook eentje. En inderdaad, het werkt prima. Ik heb hem nu een paar weken in gebruik, het blok is nog niet veel kleiner dan toen het nieuw was. Nu kost zo’n stuk shampoo 8,95, het mag dus wel lang meegaan om te kunnen concurreren met “gewone” shampoo. Maar het wordt gemaakt van natuurlijke ingredienten en het wordt in een papiertje gepakt als je het koopt, niet in een plastic fles. Dat vind ik een groot pluspunt, ook als het duurder uit zou pakken.

Zaterdag was ik in een van de Lush winkels en kocht er nog een shampooblok (alvast voor 2018, zeg maar) en een deodorant, ook in vaste vorm, een blokje. Geen plastic of metalen verpakking, geen drijfgas en ook gemaakt van natuurlijke ingredienten. Vandaag -een erg warme dag met een paar uur werken in de tuin- heb ik het geprobeerd. Ik kan u melden, ook de deodorant in vaste vorm is prettig bruikbaar en functioneel. Ik ben er erg enthousiast over! (en nee, ik heb geen aandelen)

Hoogseizoen

Dit seizoen is onze volkstuin nauwelijks bij te houden. We maaien en harken en schoffelen en wieden. Ik maak een volkomen onkruidloos, aangeharkt stukje tuin, alleen de rijtjes wortelen staan op deze vierkante meters. Ik draai me om, ik kijk naar een gierzwaluw hoog in de lucht, ik drink een slokje water, ik kijk weer naar mijn wortelveldje en jahoor. Minstens drie stuks onkruid. Als ik even ga zitten komen er minstens tien op, en als ik naar huis ga… we kunnen eigenlijk niet eens naar huis.  Niet dat ik het erg vind allemaal.  Het is zó heerlijk in de tuin nu! Er is een pimpelmezengezin opgegroeid in ons nestkastje, het natuurgebied aan de overkant ziet geel van de boterbloemen, de lavendel geurt en gaat bijna bloeien.

De bonen mogen gezaaid, de ijsheiligen zijn tenslotte achter de rug. Ik pakte mijn zelf gedroogde bonen erbij en zag tot mijn verbazing dat het geen sperziebonen zijn, maar Fryske Waldbeantsjes.  Ook hebben ze allemaal een bruin plekje, dus deze ga ik maar niet zaaien, ik heb nog genoeg zaad uit de winkel. Maar eerst moet er gemaaid, geschoffeld, geharkt, dat onkruid moet worden aangepakt.

Knutselen met waardeloos materiaal

De tomatenplantjes die ik op de vensterbank heb opgekweekt werden langzaam maar zeker groot genoeg om naar buiten te gaan. Ze stonden een week in de achtertuin om aan de buitenlucht te wennen, gek genoeg liep één soort (Matina, een verwend prinsenkindje van een tomaat) daarbij zonnebrandschade op. Een aantal plantjes gaat in onze achtertuin langs state-of-the-art spiraalvormige metalen staken groeien. Een aantal geef ik weg, want natuurlijk heb ik er teveel. Een paar planten van een kleiner ras kerstomaatjes zet ik in oude mayonaise-emmers potten, op het terras.

En acht planten zette ik gisteren in de volkstuin. Bij elke tomaat een tak uit de stapel snoeiafval als ondersteuning, en dat weer met een paar lange wilgentakken bovenlangs aan elkaar geknoopt. Nu maar hopen dat ze dat plekje -en mijn geknutsel- waarderen en zorgen voor veel en lekkere tomaatjes, later in het jaar. Ik wil dit jaar genoeg tomaten hebben om ze in te maken.

True colors

Als twintiger begon ik grijs haar te krijgen. Ik heb minstens 25 jaar mijn haar geverfd, meestal ongeveer in “mijn eigen” kleur.  Ik kreeg de laatste jaren een steeds grotere hekel aan het geverf.  Het geklieder met onprettig riekende pasta op mijn hoofd hield de vergrijzing maar een week of twee tegen, daarna verscheen er weer “uitgroei”. Niet mooi. Het kostte me een hele avond per keer en als ik het de kapper liet doen ook nog een behoorlijk bedrag. Buiten dat… ik tuinier zonder bestrijdingsmiddelen, ik scheid mijn afval zorgvuldig, ik douche niet langer dan nodig is… maar ik spoelde wel minstens één keer per maand een dosis onprettige chemicaliën door de afvoer. Ik besloot daarom te stoppen met die narigheid en mijn natuurlijke kleur te worden. Grijs dus. Dat klinkt wel heel gedecideerd, maar het was een lang proces van twijfelen en overwegen, want dan zie ik er natuurlijk ook écht anders uit.  Het kan niet even geprobeerd worden want haar dat donker gekleurd is kan niet grijs geverfd worden en in mijn geval is ongeveer de helft van mijn hoofd ook nog niet grijs maar gewoon donkerbruin. De verf moet er uit groeien.

De afgelopen twee maanden heb ik niet meer geverfd. Ik zag er op het laatst gewoon wat verwaarloosd uit… ik redderde nog wat met een uitwasbaar waterverfje om de strook aan weerszijden van mijn scheiding wat bij te kleuren. Maar gisteren heeft de kapper mijn haar zo kort geknipt als mogelijk was zónder dat mensen gaan denken dat ik een nare ziekte heb. Deze zomer laat ik het nog een paar keer knippen tot echt alle verf er uit is. En dan zien we wel weer, of ik het, grijs en al, nog weer langer laat groeien of kort houd. Ik hoef tenslotte niet door mijn droomprins uit een torenkamertje gered te worden.

Een centimetertje

Echtgenoot Yep heeft zijn  nieuwe jeans shirt een paar keer gedragen maar het bleef toch wat ergerlijk, de manchetten die net een béétje te krap zijn waardoor de linker steeds boven zijn horloge bleef hangen. Vanavond besloot ik het aan te pakken, nu het shirt nog redelijk nieuw is en niet verbleekt, een paar nieuwe manchetten zullen nog niet detoneren. Gelukkig had ik nog een stukje van de stof over, (ik denk dat ik na het maken van de nieuwe manchetten nog steeds genoeg heb voor een klein salopetje).

De drukkers moeten er nog op, maar dat is een luidruchtig klusje en zo ‘s avonds laat geen goed idee.

La Dolce Vita

Kleindochter K. arriveerde een dag of tien later dan we dachten. Direct na het omhelzen van de verse ouders en een korte eerste kennismaking met haar sprong ik in de bus naar Schiphol. Daar stapte ik -bijzonder efficient- tien minuten voor het sluiten van de gate in een vliegtuig naar Rome. Een reisgezelschap bestaande uit Echtgenoot Yep en zes vrienden was een paar dagen eerder al vertrokken en zodoende stond Yep op me te wachten toen ik in het holst van de nacht arriveerde om de rest van de vakantie mee te vieren.

We brachten de week door in een huis vlak bij Assisi.

Met een prachtig uitzicht

En een overdadig bloeiende wisteria boven het terras.

Er waren veel kerken

Met prachtige fresco’s

Assisi is de geboorteplaats van Sint Franciscus.

We wandelden, (meer bergop dan bergaf, merkwaardig genoeg) we kookten samen, we zongen en discussieerden.

en oh… het Italiaanse eten! Wat een heerlijke vakantie.