Wips, wips, wips…

Ik bedacht vandaag dat ik alles waar ik aan werk eens op een rijtje ging zetten. Zodat ik een beetje een idee zou hebben (ik had géén idee, dat bleek) en kon beslissen welk project er mee kan op vakantie. Misschien wel iets leuks nieuws, dacht ik nog. Ik waarschuw maar vast even, dit is een post met erg veel foto’s.

Om te beginnen Katherine Howard. Achterpand klaar, voorpanden bijna klaar. Nog mouwen en kraag breien, alles in elkaar zetten en veertienduizend draadeindjes afhechten.
Een Damegenser voor mijzelf. Hier moet alleen een rits ingezet.
Een dubbelgebreide sjaal met ballen. Niet erg snel te doen, dit soort breiwerk. Wel erg leuk.
Bijna voltooide sok van Regia Pairfect. Wederom zo’n wolletje dat gegarandeerd dezelfde sokken oplevert. Ik brei deze voor Echtgenoot Yep.
Huh? Ik was echt vergeten dat ik aan deze begonnen was. Ik moet nog even denken of het ook verder gebreid moet worden. Want: Glitter. Yikes.
Nog eentje die ik vergeten of verdrongen had. Deze sjaal vind ik wél mooi worden, dus die mag in ieder geval blijven.
Dit is een sjaal in wording van twee kleuren Kauni wol, dit is het breiwerk dat op de volkstuin ligt. Voor het af is kan nog wel even duren, want meestal doe ik op de volkstuin andere dingen dan breien.
Dit moet een kussenovertrek worden, passend bij een deken die ik met dezelfde wol en dezelfde log-cabin techniek breide. Ongeveer eenderde klaar, dit project. En dan moet er nog een kussen in natuurlijk.
Dit babyvestje van twee soorten sokkenwol ligt al jaren in de kast. Het moet namelijk nog knoopjes. Ik wilde er een wollige wolk op borduren en knoopjes in de vorm van wolkjes of vliegtuigjes erbij. Maar dat laatste, die knoopjes, heb ik nog niet gevonden. (goeie smoes hé?)
Dit is anderhalve spiegelsok. Uit 2006, schat ik.
En deze -nog oudere- vine lace sok is slachtoffer van het second sock syndroom. Ik betwijfel of hij ooit een partner gaat krijgen. Maar weggooien doe ik ook niet.
Dit babyvestje breide ik begin juli voor KLeindochter K. Maar het is te klein, dus zal ik het af maken voor een andere baby of uithalen? Ik ben er niet zó weg van, zelf. Ik mag er nog even over nadenken. Ik zal me in de tussentijd vast niet vervelen.
Grand Mere. Een vest in heel dunne wol waarvan de kleur bij lamplicht niet te fotografren is. Ik heb nog 5 meter garen, ongeveer, nog een uurtje breien.
Deze tas haakte K:-)dootje voor me. Ik wil hem graag voeren met het vrolijke lapje dat erbij ligt. Dat wil ik al twee jaar geloof ik.
En dan dit nog. Lapjes van sokkenwol om ooit eens aan elkaar te zetten. Dit moeten er nog heel wat meer worden. Ooit.

 

 

Veertig

De laatste twintig weken stuurde ik elke week een kadootje voor het kleinkind naar Zoon en Schoondochter. Ongeveer de helft zelf gemaakte dingen, maar ook een pak billendoekjes, wat chocolaatjes en een slinger met de tekst “het is een meisje”. De laatste drie weken liep ik door algemene drukte wat achter, dus kadootje 38, 39 en 40 gingen gisteren samen op de post.

Nummer veertig is een zelfgebreid dekentje van heerlijk zachte wol. Dun maar wel warm en goed bruikbaar in de kinderwagen. Een dezer dagen moet de kleine zich melden, dus zit ik -nogal ongewoon voor mijn doen- nooit verder dan 30 centimeter van mijn telefoon.

De post! de post!

In de komende weken heb ik aardig wat reistijd voor de boeg. Tijd waarin ik, zittend in treinen, auto’s en vliegtuigen een heel stuk kan breien. Nu heb ik mijn veeleisende Katherine Howard vest op de pennen, een prachtig project. Maar het vereist toewijding en concentratie en er hangen tientallen bolletjes garen aan. Het is, kortom, niet geschikt voor onderweg. Fijn excuus om iets nieuws te beginnen, vond ik!

Gisteren bezorgde de post een streng Wollmeise Lace, waarvan ik een vest wil gaan maken. Pas nadat ik dit uitgekozen had zag ik de naam die Wollmeise in haar peilloze wijsheid aan deze auberginepaars gaf.

Symmetrium Maximum

Ik breide een paar exact gelijke sokken. Dit garen –Regia Pairfect–  zorgt daarvoor. Het dicteert op welk punt in de bol garen je de opzet begint, hoe breed de boord is en waar de hiel zit. Ze zijn leuk! Aansprekende kleurtjes.

Maar er zit ook wel een klein haakje aan.  Ik probeer elk paar sokken als ééneiïge tweeling te breien, daar doe ik mijn best voor.  Maar dit is me te makkelijk… het KAN niet anders dan precies dezelfde sokken opleveren.

En ik ben ook al niet zo gelukkig met de hiel.

Blije sok

Pairfect volgens Arne en Carlos

Regia brengt een serie sokkenwol op de markt die op een heel speciale manier zelfstrepend is. Er zijn verschillende kleurstellingen, ik kocht een bol naar ontwerp van de vrolijke vrienden Arne en Carlos.  Het idee is dat je een sok begint te breien op de plaats waar de gele draad ophoudt. Dan brei je de boord tot de kleur wisselt -naar rood in mijn geval-, dan volgt het beengedeelte tot het rood weer verschijnt. Daarna de hiel, weer een stukje rood en dan de voet tot de sok groot genoeg is. Vervolgens wikkel je de bol af tot er weer een gele draad tevoorschijn komt en herhaal je het hele kunstje, waardoor je uiteindelijk twee precies identieke sokken hebt. Ik breide voor dit exemplaar eerst mijn “gewone” Hollandse Hiel: hielflap, kleine hiel en spie. Maar daarvoor bleek het blauwe garen op hielhoogte nét te kort. Ik haalde het weer uit en  maakte er een “short row heel” van, de eerste in mijn hele brei-carriere. Echt waar! Ik weet nog niet wat ik van deze hielconstructie vind, het is een beetje puntig. Maar spiegelbeeldig is hij in ieder geval wél, en dat is fijn. Voor deze sokken zelfs fijner dan anders. (Ik werd ooit uitgemaakt voor “queen of symmetry” en dat was niet helemaal onterecht.)
Het systeem moet natuurlijk werken voor alle schoenmaten, gevolg is dat het “been” langer is dan ik het voor mijzelf meestal maak. En ik zou een wat groter stuk blauw in de teen leuk hebben gevonden. Als breier heb ik er minder invloed op dan ik gewend ben en hoewel ik het een érg leuk paar sokken vind worden is dat wel een beetje een nadeel ook.

Fijne kunst

Sokken!

Van K:)dootje kreeg ik ooit een streng sokkenwol van het merk Rowan Fine Art. (Ik moet daarbij altijd denken aan de Amerikaanse dame die hoorde van de plaats Fijnaart en enthousiast riep dat ze daar wel wilde wonen. Dat moest wel een prachtige plaats zijn: Fine Art!) Mijn streng wol was óók prachtig. (Véél mooier dan Fijnaart.) Erg zacht maar met een heel stevig breisel als resultaat. Ik breide er eenvoudige sokken van, om alle blauwen mooi tot hun recht te laten komen. Ondertussen is K:)dootje zelf ook aan het sokkenbreien gegaan. Zou ik haar besmet hebben?

Wat ik maakte: een heel klein stukje auto schoon

Een geënsceneerde foto voor Instagram

Op Instagram is de #yarnlovechallenge gaande. Een maand lang plaatst iedereen die dat leuk vindt elke dag een wol-gerelateerde foto met een bepaald thema. Vandaag was het thema “speed” en hoe breng je dat nu in beeld…. Ik stapte naar buiten met een emmertje sop en maakte het logo van de ontwerper en de directe omgeving daarvan op onze auto schoon. Daarna fotografeerde ik een breiwerk (dat bepaald niet snel vordert.. hoewel ik het zelf erg mooi vind worden ligt het al maanden in de mand) erbij. Ik brei tenslotte vaak in de auto, dat is óók snel breien.

Wat ik maakte: een rommeltje

Een sok opzetten valt niet mee.

Ik begin te vermoeden dat dit (prachtige, veelkleurig blauwe, zachte, van K:)dootje gekregen) garen geen sok wil worden. Het is dun genoeg voor pennen 2,5, het bevat wol, zijde en een beetje nylon voor de slijtvastheid. Dat doet vermoeden dat je met een sokkenwol te maken hebt, toch? Het heet Fine Art en het blijkt een enorme kunst te zijn om hiervan een sok te beginnen. Ik begon met een “super stretchy knotted cast on” uit het naslagwerk Cast on, bind off. Dat gaf een rijtje bobbelige knoopjes bovenlangs de nieuw begonnen sok, dus ik haalde het weer uit. Daarna deed ik hetzelfde maar met een enkele draad en zonder de knoopjes, maar dat zag er niet mooi maar vooral niet erg stevig uit. Ook weer uitgehaald. Daarna begon ik met een gebreide opzet over een heel dikke naald zodat het randje rekbaar zou blijven. Het zag er prachtig uit, maar na anderhalve centimeter boordsteek  breien ontdekte ik dat ik een steek te veel had. Wéér uitgehaald. En toen ik het eindelijk goed had trok ik zélf onnadenkend een naald uit het werk. Grom.

Wat ik vandaag voltooide: Sokken

20 januari 2017:

Een paar sokken

Zo simpel als maar kan: maatje 39, van boven naar beneden gebreid met 64 steken in tricotsteek en een verstevigde hiel. De balband was al lang geleden kwijt maar ik denk dat het een van de vele varianten van Online Supersocke is. Vooral in de trein en in de auto gebreid en ook een beetje in gezelschap, want een sok kan ik breien zonder ernaar te kijken of er zelfs maar bij na te denken. In tegenstelling tot mijn veeleisende geliefde Katherine Howard, als ik daaraan werk vereist het mijn volle aandacht. Ik was gewoon een klein beetje vergeten wat een prettig breiwerk een sok is. En wat een fijn resultaat… ik heb er blije voeten van. Voor het volgende paar heb ik al een knot wol opgezocht.

Wat ik maakte: Een stuk sok

13 december 2016:

Een oude liefde opnieuw omarmd

Vanzelfsprekend kan de veeleisende Katherine Howard (ik bedoel natuurlijk mijn breiwerk) niet mee op reis. Dus mag ik er een klein breiwerkje naast hebben, voor bij de film of in de trein. Ik heb tientallen sokken gebreid sinds ik leerde hoe dat moest, vooral nadat ik in 2003 de zelfstrepende sokkenwolletjes ontdekte. Maar de laatste jaren had ik niet zo’n zin meer in sokken (hoewel ik natuurlijk een voorraad sokkenwol heb waarmee ik tot mijn 84e  nonstop zou kunnen breien). Vorige week had ik koude voeten, ik trok een zelfgebreid paar aan en dat zat zó lekker… dat ik nu alweer een heel stuk sok heb. In de trein, auto en bioscoop gebreid.