Terug

We gingen op vakantie. Eerst kampeerden we een dag of wat op een oud, vertrouwd adres aan de Middellandse Zee. In 2018 waren we daar voor het laatst geweest, het was leuk om te zien dat er niet zo veel veranderd was. Daarna brachten we een week door in Marseille, samen met Dochter en haar meneer. Terwijl we daar waren gebeurde er van allerlei onvoorziens, maar daarover later meer.

Het weer was heerlijk (en het eten ook), de zee was blauw en Marseille is een geweldige stad.

Eieren

In Mei leggen alle vogels een ei, alleen onze kippen niet, die leggen er niet één maar twintig. Per kip, verdeeld over de hele maand. En geen kleine eitjes: de dames zijn in topvorm!

Ik had een mandje waarin ik ooit eens een primula en wat blauwe druifjes cadeau kreeg, met pasen. Daarin bewaren we de eieren, maar met dit team op volle productie is het mandje te klein.

En dan is een mens gezegend met écht lieve vrienden: Yvonne borduurde voor mij een kleedje, voor in een eiermandje. Kijk nou toch wat leuk! Ik haalde bij de kringloopwinkel een mandje waarin het kleedje tot zijn recht komt, én waar meer eieren in passen dan in het primulamandje.

Ik vind het wel een beetje zonde van dat mooie borduurwerk om er de eieren op te leggen. De eieren zijn niet altijd helemaal schoon, als het regent zitten er weleens moddervegen op. Maar als je eieren wast komt dat de houdbaarheid niet ten goede. Gelukkig is de achterkant van het kleedje ook helemaal in thema. Dank je wel, wat een leuk, lief cadeau!

Een simpele oplossing

Elk jaar weer zaai ik tientallen gewassen voor, in potjes die dan op de vensterbank staan. Ze krijgen dagelijks een neveltje water, zon en warmte genoeg en ze worden bemoedigend toegesproken. Werkt prachtig, maar elk jaar weer is het een gedoe om alle verschillende potjes en soorten van elkaar te onderscheiden. Ik plakte etiketjes op de potjes, maar dat was niet praktisch, want na drie weken verhuizen de meeste plantjes naar een grotere pot, naar de kas of naar de “volle grond” in de volkstuin, waar ik ze dan nog steeds van elkaar wil onderscheiden. Ik kocht van die dure labeltjes van bamboe waar ik met potlood op schreef, maar dat was vaak al snel niet meer leesbaar. Er zijn ook plastic labeltjes, maar plastic, dat doen we dus niet.

Ik knipte strookjes van lege melkpakken en schreef er op met stift, dat ging eigenlijk nog het beste… hoewel die ook na zes weken half gecomposteerd waren. Een vriendin suggereerde mooie keitjes wit te schilderen, te beschrijven en die bij de rijtjes gewas te leggen. Dat is een leuk idee voor in de tuin maar ik zie nog geen achtendertig keitjes op mijn toch al overbevolkte vensterbank. (En ik vrees dat onze grasmaaier een keer desastreus in botsing komt met zo’n steen)

Een andere vriendin maakte bordjes van watervast triplex en beschilderde die met schoolbordverf, waar dan weer de naam van de plant in kwestie met krijt op kwam. Ook leuk, dat geeft een soort van botanische-tuin-sfeer. Ik moet haar nog eens vragen of het krijt er niet af regent, maar ook dat is wat te groot, niet praktisch voor mijn doel.

Tot ik ergens (waar weet ik niet meer) dit lumineuze idee tegenkwam: schelpen! En dan met name mesheften. We wonen vlak bij zee, we hebben een overvloed aan mesheften voor het oprapen op de stranden, ze zijn precies van het goede formaat, vochtbestendig en prachtig wit van binnen. Wat er met een dunne marker op geschreven is gaat er niet meer af: helemaal goed. Kleindochter K. zocht een zak vol bij elkaar voor me, ik spoelde het zand er af en nam er meteen een stuk of twintig in gebruik.

Drank

Als je, zoals ik, maar een heel matig drinker bent als het op alcoholische dranken aankomt ben je aangewezen op koffie, thee, water en frisdrank. De eerste drie: geen probleem. Ik hou van koffie, drink graag thee en een paar glazen water per dag komt ook altijd wel goed. Frisdrank is problematisch, ik vind het altijd te zoet, gesjouw, gedoe met verpakkingen… en ik heb ook iets tegen de onzinnige reclames en het rupsjenooitgenoeg-gedrag van de grote fabrikanten. Ik maakte al eerder elderflower cordial en brouwde Kombucha. Maar dat laatste is een langduriger proces en ik ben niet zo goed in lang vooruit denken… Rabarberlimonade had ik ook al eens eerder gemaakt, dat was heerlijk dus dat deed ik gisteren weer.

Wat een feestelijke kleur! en het smaakt beter dan welk commercieel frisdrankje ook. Vooral omdat ik er veel minder suiker in doe dan het standaard sirooprecept. Dat schrijft evenveel suiker als vloeistof voor, dus een kilo suiker bij een liter water of sap. Dat heeft vooral ook te maken met het houdbaar maken ervan, maar houdbaar hoeft het niet te zijn: Ik maak een liter en drink het in twee of drie daaropvolgende weken op. Je kunt limonade maken van van alles: citroen natuurlijk, en allerlei andere soorten fruit, maar gember lijkt me -vooral ‘s winters- ook leuk. Munt, of misschien kaneel, misschien ga ik eens rosésiroop proberen…

Bonusfoto! de kersenboom bloeit.

Wel hiep, maar geen hoera

Na het knotten van een wilg ligt er een grote stapel takken in de tuin. Die stapel moet weg. Ik ontdoe eerst de dikke takken van zijtakken en zaag ze in kachelhoutblokjes. Daarna haal ik van de zijtakken de nog dunnere takjes en twijgjes af. Ik probeer zoveel mogelijk lange rechte takken te verzamelen om later tot een scherm te vlechten, maar ik hou een behoorlijke hoeveelheid klein en dun over. Dat verknip ik met de snoeischaar tot een grof strooisel, vooral dat laatste is nogal een klus. Er zijn tuinders die daarvoor een houtversnipperaar aanschaffen en vervolgens eindeloos problemen hebben omdat het apparaat geen takken van meer dan een centimeter doorsnee lust of hopeloos verstrikt raakt in dunne soepele twijgjes. Of allebei.

Echtgenoot Yep zag op Internet het verslag van iemand die een kordate oplossing voor dit probleem had gevonden: een hiep. Ja, zo heet dat echt. Deze persoon stond regelmatig de opgekropte emoties van zich af te meppen bij een hakblok en verhakselde zodoende het kleine snoeihout tot snippers. Dat leek ons wel wat, wij hebben ook klein snoeihout en opgekropte emoties. Geen hakblok, maar dat konden we nog wel regelen dachten we. Dus kochten we een hiep.

Helaas, het werd niets. Lag het aan het ontbreken van het juiste hakblok? Waren mijn opgekropte emoties niet gewelddadig genoeg? Hadden we de hiep (die er toch al best gevaarlijk uit zag) nog scherper moeten slijpen? Ik weet het niet, maar ik kon er niets van. Ik moest uit alle macht slaan voor er iets van schade te bespeuren was. De takjes één voor één klein slaan lukte wel, maar dat duurt stukken langer dan met de snoeischaar. De stukjes vlogen overal heen inplaats van netjes in een emmer te belanden en het was bovendien bepaald onprettig voor pols en oren. Tja, soms zit het tegen. Wil iemand een hiep kopen? Nauwelijks gebruikt, altijd binnen gestaan, van een oud vrouwtje geweest.

Wandelen

Ik liep weer eens een NS wandeling. Omdat ik deze keer alleen liep en omdat ik al een hele tijd geen lange wandelingen meer had gemaakt koos ik voor een kortere route met veel mogelijkheden om het nóg korter te maken: Dordrecht.

Natuurlijk maakte ik hem niet korter, want wat was het leuk.

en halverwege was er lunch in Villa Augustus.

Bijna aan het eind week ik nog een klein stukje van de route af om nu eens écht goed aan funshoppen te doen… bij Vreeken.

Boontjes, de tweede ronde

Ik doe dit jaar weer mee aan het bonenproject van Pulses Increase. Het is de bedoeling dat wij oudgediende deelnemers onderling zaden ruilen, dus een paar stuks van het resultaat van vorig seizoen. Ik stelde zaden van vorig jaar beschikbaar en vond een tuinder in de buurt die er de volgende proef mee gaat doen (zijn naam is Echtgenoot Yep, dus ik hoef er inderdaad niet ver mee) en zelf kreeg ik vorige week post uit Polen

Paulyna uit Krakau heeft vorig jaar zes variëteiten gekweekt. En nu mag ik het er mee proberen. Leuk hoor!

Een heel goed verjaardagskado

Ik was jarig. Zestig, inderdaad… Het was geen groot feest, we gingen met de kinderen luxe uit eten en dat was heerlijk. Echtgenoot Yep is een meester in het bedenken van de allerbeste verjaardagscadeaus en hij gaf me -onder andere- een oliepers.

Die wilde ik echt al héél lang hebben! Hoe meer zelf gekweekt eten hoe beter, en olie is een onmisbaar product. Ik had visioenen van lange winteravonden waar ik, met een gebloemd schortje voor en met een muziekje op de achtergrond, zonnepitten uit eigen tuin tot goudgele olie verwerk. Dat lijkt nu binnen bereik te komen.

We persten een kilo walnoten tot olie. Dat was wel een leerproces. Natuurlijk moesten er eerst noten gekraakt en daarna grof gehakt. Als er teveel of te weinig vocht in de noten zit kun je er geen olie uit persen dus eerst moesten we vaststellen of ze droog genoeg waren. Ze waren te droog, dus voegden we -volgens de tabel- de juiste hoeveelheid water toe en lieten de hele zaak een paar dagen liggen. Toen plaatsten we een klein olielampje in de pers om de juiste temperatuur te handhaven (koud geperste olie is niet écht koud, maar ook niet warmer dan 40 graden) en een zelfgemaakte vultrechter er op. Met zijn tweeën draaiden we om de beurt aan de slinger -best zwaar- en deden stukjes noot in de trechter. We verkregen inderdaad een aanzienlijke hoeveelheid olie, die nog wat troebel was. En een klein pondje droge walnotenpulp

Na een dag was de olie al half helder, na nog twee dagen deed ik het over in schone flesjes en maakte pesto van het bezinksel. De olie smaakt heerlijk! Ik bakte ook nog stevige koekjes van de pulp, waarbij dit recept mijn uitgangspunt was. Maar ik ben nog op zoek naar meer toepassingen voor de pulp. Drogen, malen en als meel inzetten lijkt ook wel een goed idee. En pulp van zonnepitten zal wel kippenvoer worden.

Een week daarna herhaalde ik het kunstje met pinda’s. Dat ging ook prima, maar pinda’s groeien hier niet en het is daarom in alle opzichten wel een dure fles olie… we gaan dus zonnebloemen in de volkstuin zetten ook. Het blijkt dat niet zomaar elke zonnepit olie kan worden, we hebben specifiek de zwarte nodig.

Zondag tuindag: Knotten

Een stevige klus die toch wel een hoop voldoening geeft als het klaar is: We knotten een oude knotwilg.

We hadden gehoord dat het verstandig is om één tak te laten staan, omdat de wilg anders het opgenomen vocht uit de grond niet kwijt kan. Dus dat deden we, maar het ziet er wel wat raar uit. Daarbij hebben we het nog nooit gezien bij de tientallen knotwilgen die hier in de omgeving door professionals worden onderhouden… maar goed. Nu snel die stapel takken verwerken tot stookhout en hekken-vlecht-materiaal, want we hebben nóg twee wilgen die dringend een knotje nodig hebben. Liefst vóór ze blaadjes krijgen, en dat zou zomaar vlug kunnen gaan met het zonnige weer dat we hebben.

Maandag tuindag: Krokussen, katjes en tuinbonen

De krokussen zijn ineens allemaal tegelijk aan het bloeien. De paarse zijn kennelijk best lekker, er zijn al hapjes genomen van de paar die er nog over zijn. De gele staan met zijn allen “lente!” te roepen.

En ook de wilgenkatjes barsten bijna uit hun jasje. We openden traditioneel het tuinjaar met het zaaien van de eerste tuinbonen.