Een stevige klus die toch wel een hoop voldoening geeft als het klaar is: We knotten een oude knotwilg.
We hadden gehoord dat het verstandig is om één tak te laten staan, omdat de wilg anders het opgenomen vocht uit de grond niet kwijt kan. Dus dat deden we, maar het ziet er wel wat raar uit. Daarbij hebben we het nog nooit gezien bij de tientallen knotwilgen die hier in de omgeving door professionals worden onderhouden… maar goed. Nu snel die stapel takken verwerken tot stookhout en hekken-vlecht-materiaal, want we hebben nóg twee wilgen die dringend een knotje nodig hebben. Liefst vóór ze blaadjes krijgen, en dat zou zomaar vlug kunnen gaan met het zonnige weer dat we hebben.
De krokussen zijn ineens allemaal tegelijk aan het bloeien. De paarse zijn kennelijk best lekker, er zijn al hapjes genomen van de paar die er nog over zijn. De gele staan met zijn allen “lente!” te roepen.
En ook de wilgenkatjes barsten bijna uit hun jasje. We openden traditioneel het tuinjaar met het zaaien van de eerste tuinbonen.
Het was prachtig winterweer, zonnig en fris. Echtgenoot Yep had in het weekeinde de hazelaar in onze achtertuin gehalveerd, er lag een grote stapel takken en stammetjes. Geriefhout zei hij optimisch. Dus besloot ik mijn maandag tuindag níet op de volkstuin door te brengen, maar gewapend met snoeischaar, takkenzaag en afkortzaag de hele berg te verwerken.
De stammetjes en dikkere takken werden op kachelformaat gezaagd en in een rek gestapeld om te drogen.
De lange rechte takken en nog wat ander spul van bruikbaar formaat gaan mee naar de volkstuin. Tot nu toe gebruikten we wilgentakken om bonen en dergelijke aan te binden, maar die hebben een nadeel: wilgentakken schieten onmiddellijk wortel en nemen water en voedsel van de plant die ze zouden moeten steunen. De twijgjes en dunne takjes maakte ik klein en die werden zodoende strooisel voor in de kippenren.
Ik maakte ook kennis met de tuinen van weldadigheid. Nee, dat is geen holistisch-spiritueel wellnesscentrum maar een sympathiek bedrijf in het noorden van het land met een webwinkel waar pootgoed en zaden verkocht worden. Ze hebben een enorme sortering pootaardappelen, die ze ook per 5 stuks leveren. Dat is fijn, dan kun je eens wat experimenteren. Ik kocht, naast wat we “gewoon” al aan aardappelen hadden nog drie extra soorten: een super vroege, een donkerpaarse en een grote puree-aardappel. En ook 5 klaverknolletjes. Vooralsnog liggen ze allemaal vorstvrij in het donker in de schuur… het is nog te vroeg.
Van Schoondochter J. -die ook volkstuiniert- kreeg ik een pompoen.
Niet zomaar een pompoentje, maar een Longue de Nice. Bepaald geen kinderachtig soort van buitenformaat butternut. Ik heb hem niet gewogen. Maar ik noteerde wel wat ik ervan maakte:
Pompoengnocci, genoeg voor twee maaltijden. De helft zit in de vriezer, de andere helft aten we met salieboter en wat parmezaanse kaas.
Een quiche van pompoen, spruitjes en geitenkaas. Niet helemaal een voor de hand liggende combinatie, maar dat had ik nu eenmaal in de koelkast. Met wat walnoten erdoor pakte het goed uit.
Pompoentaart naar traditioneel Amerikaans recept. Het is wel merkwaardig dat “pumpkin pie” daar vooral in november wordt gegeten, terwijl pompoen juist zo geschikt is om te bewaren en pompoentaart ook in februari geweldig smaakt. Vonden wij dan. Ik maakte er geen zoet sausje bij, maar deed er wél wat slagroom op.
Een salade van geroosterde blokjes pompoen met Wieringer boontjes, linzen, rode ui, walnoten, wat gedroogde cranberries en de andere helft van die geitenkaas. Deze tijd van het jaar is er niet zoveel frisgroen, maar wat rucola bijvoorbeeld was hierdoor wel leuk geweest. Ik gebruikte de dressing van de Beste Linzensalade Ooit. We hadden een prima maaltijd, de rest ging mee naar het werk als lunch.
Couscous met pompoen en salie. We aten gebakken venkel erbij en een stukje warmgerookte zalm.
Dat maakt zes maaltijden, drie lunches en zes toetjes. Na dit alles is de hele Longue de Nice op. Schoondochter J. had 8 van deze enormiteiten aan één plant… Ik heb er ook een zakje zaden van gekocht.
Het begon allemaal met het mooie verhaal van het wieringer boontje. En daarna ging ik deelnemen aan pulsesincrease CSE, daar schreef ik ook al over, hier te vinden.
Maar hoe dat afliep heb ik niet geschreven, terwijl het toch wel erg leuk was. Mijn eerste zaaisel verdween, ik denk dat een woelmuizenfamilie er erg veel plezier van heeft gehad. Maar ik had, zoals de instructies voorschreven, niet alle bonen gezaaid. Dus toen stopte ik van alle soorten nog eens twee boontjes in de grond, en die gingen het allemaal wél doen. Via de app moest bijgehouden worden wanneer het plantje boven de grond verscheen, hoe de vorm van de bladeren was, op welk moment de bloemen verschenen en welke kleur die hadden… nuja, ongeveer álles wat in een bonenplantenleven gebeurt heb ik gedocumenteerd. Uiteindelijk had ik van alle soorten wat opbrengst. De kleine witte boontjes maar een paar, de glimmende zwarte iets meer, maar de kivietsbonen en de bruingestreepte samen meer dan een kilo.
Ongelooflijk niet? van in totaal zes boontjes meer dan een kilo bonen. Op minder dan een vierkante meter. De bijbehorende receptenwedstrijd heb ik aan me voorbij laten gaan, maar ik denk nog steeds na over een frisse bonensalade met geroosterde citroen en dille… wie weet ga ik er eens mee aan de gang. Ik heb me -ook via de app- aangemeld om eventueel bonen (zaden dus) te ruilen. En ook om volgend jaar weer een proeftuintje te doen voor deze organisatie.
Pulsesincrease CSE zoekt nog deelnemers in Nederland, dus als je dit leest vóór 1 februari 2023 en het lijkt je leuk, meld je aan! Het kost niets, alleen wat tijd en een beetje ruimte in de tuin.
De prei wilde niet erg lukken. De zomer/herfstprei die in de volkstuin stond, bedoel ik. Het zal wel wat te heet en te droog zijn geweest, ze gingen bijna allemaal in bloei. Niet echt erg, want de bloemen waren prachtige paarse bollen op lange gekronkelde stengels, die erg populair waren bij bijen en hommels. Een paar ervan nam ik mee voor in een vaas. En van de doorgeschoten prei maakte ik bouillon.
Eén van de bloemen had ik over het hoofd gezien, die trof ik een paar weken geleden aan. Alle aparte bloemetjes in de bol hadden een zaadje gevormd, en de zaadjes waren onder invloed van de warme herfst gekiemd. Merkwaardig verschijnsel! Ik heb dat ook wel eens binnen in een tomaat aangetroffen.
Ik plukte de bundel preiplantjes met een pincet voorzichtig uit elkaar en plantte ze uit in goede potgrond. Ze staan nu een week in de vensterbank en lijken het nog steeds best naar de zin te hebben, wie weet heb ik hier mijn eerste prei van 2023!
Op het moment is de Koreaanse keuken erg populair. Ik heb nog nooit Koreaans gegeten, maar alle lofzangen op Kimchi maakten me wel nieuwsgierig. Maar als je niet precies weet hoe iets zou moeten smaken is het lastig om het te maken. Een zakje kruiden uit de toko bracht uitkomst. In vijf talen stonden de instructies op de verpakking, om te beginnen de ingrediënten. Een hele Chinese kool (ik had alleen een witte kool, maar ach, kniesoor dacht ik) twee of drie Chinese raapjes (had ik niet, maar daar zou ik wel buiten kunnen) en winterwortel. Dat had ik wel. Ik sneed mijn ingrediënten volgens voorschrift, deed ze in een schaal en mengde de kruidenmix erdoor. Het rook nogal doordringend. Echtgenoot Yep kwam verontrust van boven, hij vreesde dat ik een gaskraan open had gelaten.
Het moest een dag of wat fermenteren en dan zou het lekker zijn. Ik zette het zaakje eerst in de magnetron met het idee dat we het daar niet zouden ruiken, maar de lucht kroop langs de deurrubbers de keuken in. Ik zette het in de schuur, waar ik het alleen rook als ik mijn fiets pakte. Het ging me steeds meer tegenstaan, ik overwoog mijn fiets maar buiten te laten. Na drie dagen nam ik dapper een hap ervan. Daarna verklaarde ik het experiment grondig mislukt. Het verdween in de groenbak, het was werkelijk reddeloos oneetbaar vies. Nu weet ik nog steeds niet hoe Kimchi smaakt en waarom iedereen het zo lekker vindt, en ook niet wat er mis was met mijn poging… had ik tóch op zoek moeten gaan naar die raapjes? Maar voorlopig is mijn nieuwsgierigheid wel weg.
Bij Crowdfarming kocht ik een doos mango’s en citroenen. Ik ben er nog niet helemaal uit of crowdfarming nu echt een heel goed concept is… Ik denk dat het versturen van een doosje met 5 kilo fruit door heel Europa meer kost -aan brandstof en verpakkingsmateriaal- dan als diezelfde 5 kilo met een container vol komt. Aan de andere kant is het sympathiek om te weten wie je biologische citroenen gekweekt heeft en weet je dus ook dat je mango’s van een familiebedrijf in Spanje komen. Zo’n paar keer per jaar vind ik het wel fijn luxe, zo’n doos vol heerlijkheden.
De mango’s waren nog niet helemaal rijp, dus de chutney en de mango lassie moeten nog even wachten. Ik sneed drie van de citroenen in dunne plakjes en legde ze in de voedseldroger. Na een dag waren ze helemaal droog en doorzichtig
Wat mooi. Ze kunnen gemalen worden tot poeder, dat is kennelijk erg geschikt om toe te voegen aan allerlei baksels en gerechten. Maar zo’n gedroogd schijfje citroen doet ook wonderen in je kopje thee.
Als kind las ik het boek duizend kraanvogels, over een Japans meisje dat de atoombom op Hiroshima overleeft, maar daarna alsnog vreselijk ziek wordt van de straling. Ze besluit duizend origami kraanvogels te vouwen, want volgens een oude legende vervullen de goden één wens als je ze duizend origami kraanvogels offert, en ze wil de ziekte overleven. Ik kan me niet herinneren of het haar lukte ze allemaal te vouwen maar ik weet nog wel dat ik als elfjarige erg ondersteboven was van het feit dat ze tóch overleed. Ik deed nog aan magisch denken, toen. Bijgeloof of niet, veel mensen vouwen in navolging hiervan duizend kraanvogels. Er zijn zelfs sets te koop van 999 vellen origamipapier en één vel goudpapier voor de laatste.
Met kleindochter K regelmatig over de vloer was ik met vouwblaadjes in de weer en moest vaak aan de duizend kraanvogels denken. Natuurlijk geloof ik niet dat een mystieke grootheid een wens vervult als je de duizendste klaar hebt, maar ik denk wel dat elke dag een of twee kraanvogels vouwen een soort van meditatief moment is, waarbij je denkt aan de grote wens, of wat voor reden je dan ook hebt om zoiets te doen. En zoals dat Japanse meisje uit het boek zich langzaam, vogel voor vogel, verzoent met de ongeneeslijkheid van haar ziekte, je wellicht tot een inzicht komt, al vouwende.
Ik kocht mooi origamipapier en begon, precies 500 dagen voor mijn 60e verjaardag. Niet dat ik echt een diepgevoelde wens had, maar ik vind de gedachte wel mooi. Twee per dag leek me goed te doen, en klaar op mijn verjaardag wel leuk, dan kan ik ze ophangen als feestversiering.
Begin 2022 kreeg ik last van mijn handen. Na een kwartiertje breien, bij het koken, bij alle dingen waarbij ik wat kracht moet uitoefenen en een handeling wat vaker herhaald wordt. Ik liet ook akelig vaak dingen gewoon vallen. In mijn familie komt reuma voor, dus met een zwaar hart ging ik naar de reumatoloog. Die stelde een hele rij vragen, liet foto’s maken en bloedonderzoek uitvoeren en stelde vast dat ik geen reuma heb maar wel artrose. Bijna alle gewrichten in mijn handen zijn aangetast. Dat kwam aan…. bijna alles wat ik leuk vind doe ik met mijn handen. Ik kreeg twee braces (lelijke van plastic en klittenband) en wat adviezen maar in grote lijnen komt de behandeling neer op “leer er maar mee leven”.
Daarna kwam alles piepend en krakend tot stilstand. Het blog, het breiwerk, de naaimachine verstofte. Het werken in de tuin, daar ging ik zo goed en kwaad mogelijk mee door; als je daar niets aan doet heb je vrij snel geen tuin maar een jungle. Natuurlijk was ik afwisselend verdrietig en kwaad, maar ook daarvoor is de tuin een goede plek. Tijdens het schoffelen kun je prima foeteren, uitjes planten gaat ook best als je zelfmedelijden hebt. En al doende leerde ik toch ook weer het nodige: als ik twee of drie heel verschillende klussen heb doe ik ze om en om steeds tien minuten, dan gaat het prima. Er kwamen mooiere en praktischere braces. Ik kocht een staalborstel met een steel en deed mijn oude voegenkrabbertje weg, ik kocht een potten-opendraai-instrument en zo zijn er heel wat handigheidjes. Maar al met al kreeg ik zomaar tóch iets om te wensen en te doordenken bij het vouwen van mijn duizend kraanvogels.
Ik dacht tijdens het vouwen (nu steeds maar één vogeltje tegelijk) óók na over dit blog. Het blog gaat met nadruk over dingen die ik maak, en ik maak nu toch echt minder. Maar als ik zo terugdenk aan de laatste weken zijn er best veel dingen gepasseerd waarover ik had kunnen schrijven, misschien is het óók leuk om de handigheidjes en omweggetjes te documenteren.