De verdwenen olifant

Al zeker twaalf jaar kampeerden wij met onze beige tunneltent, die door de fabrikant was voorzien van de exotische naam “wildebeast dangare”. Zo wild was hij echter helemaal niet, het was een degelijke katoenen tent waarin het elke vakantie weer geweldig lekker slapen was. In mijn ogen had hij meer van een vriendelijke slapende olifant.

Onze afgelopen vakantie bestond uit een paar nachten kamperen, een weekje appartement in Marseille gevolgd door weer wat kamperen. Helaas besloten enkele onverlaten in de loop van die week in Marseille een ruitje van onze auto in te slaan en de tent er uit te stelen. We wisten natuurlijk wel van de reputatie van de stad als het op criminaliteit aankomt. En hier en daar zie je tekenen van dakloosheid en echte armoede, maar een oude, loodzware tent lijkt toch een artikel dat minder makkelijk te verpatsen is op een straathoek.

Alle plannen veranderden: We moesten langer in Marseille blijven om te wachten op de reparatie van het autoruitje. Tijdens ons verlengde verblijf begon net het wereldkampioenschap rugby, (een Heel Groot Ding, zo bleek) en dat was wel weer erg leuk. Het rugbypubliek, voor een groot deel bestaande uit Heel Grote Mannen bleek gezellig en sportief. Maar toen onze auto de weg weer op mocht hadden we natuurlijk geen tent om in te slapen… We losten het heel elegant op: we huurden een volledig ingerichte tent. Glamping zoals dat heet. Dat was ook best fijn, echte bedden, een koelkast… de camping had een royaal bemeten zwembad, een sauna, en…

een serieuze bibliotheek

Na thuiskomst deden we enig onderzoek en besloten we dat we eigenlijk dezelfde tent weer terug wilden. Klein probleem was dat de Wildebeast Dangare niet meer gemaakt wordt. Maar via Marktplaats vonden we er eentje die nog bijna niet gebruikt is, dus die schaften we aan. We waren heel wat vakantietijd kwijt aan het gedoe, en best nogal wat geld ook. Ik troost me maar met de gedachte dat onze oude olifant nu een paar van die dakloze mensen droog houdt.

Sprookjesachtig

Het Rotterdams Philharmonisch speelt een paar keer per jaar een voorstelling voor “4 plus” oftewel, erg jong publiek. Er zijn voorafgaand aan het concert activiteiten voor de kinderen, de drankjes en de duur van het concert zijn aangepast, en het verhaal van de muziek wordt uitgebeeld en verteld.

Zo luisterden en keken wij gisteren met Kleindochter K. (zes jaar inmiddels) en haar ouders naar Tchaikovsky’s Doornroosje. Het verhaal werd verteld door een kamermeisje van het kasteel, er was schimmenspel en dans. Zelfs het hele orkest viel in slaap toen Doornroosje zich prikte, maar gelukkig kon het publiek ze snel weer wakker roepen. Mooi dat een prinses net zo welkom was als een prins om de Schone Slaapster wakker te kussen! Kleindochter K. keek ademloos toe, ondertussen stijf mijn hand vasthoudend. Wat een leuke middag.

Kantklossen

Mijn moeder deed aan kantklossen. Ze had een speciaal tafeltje ervoor, dat mijn vader voor haar getimmerd had. Ik herinner me vooral het geluid van de klosjes, en hoe boeiend ik het vond, al die draadjes die doorelkaar gevlochten iets moois vormden. Ik stond als kleuter vaak tegen haar knie geleund te kijken. Natuurlijk leerde ze het me ook, toen ik wat groter was. Zo omstreeks mijn twintigste gaf ik zelf een tijd beginnerscursus in het buurthuis, met halve wasknijpers als klosjes en plaatjes piepschuim met een lapje er om heen die als kussen moesten dienen. Gezellig was dat! Daarna kwam het leven in de weg lopen: een baan, een gezin, drukte… Geen tijd en geen rust. Ik verkocht mijn klosjes in een vlaag van verstandsverbijstering en geldnood en ik ging nuttige handwerken beoefenen: kinderbroeken naaien, mutsen breien, grote pannen soep koken en van die dingen meer.

Toch speet het me wel. Kantklossen is écht leuk, ik hield altijd zo’n gedachte van “misschien ooit nog eens” in mijn hoofd. Dus toen ik via-via een complete set kantklosspullen kon aanschaffen voor een heel zacht prijsje hapte ik toe. Maar ik had nog steeds geen tijd, geen tijd (en geen rust ervoor) dus ik zette het zaakje op zolder en keek er wederom jaren niet naar om. Op een koninginnedag-vrijmarkt scoorde ik een stapel kantklosboeken met patronen, maar ook die verdwenen in de kast en kregen geen aandacht. Een paar weken geleden kwam ik het hele spul tegen op zolder, en besloot het eens wat beter te bekijken.

Op een van de kussens zat een half afgeklost hartenkantje in lila garen. Ik keek er nog eens beter naar en dacht dat ik het misschien nog wel zou kunnen…. Linnenslag, netslag, hoe zat het ook weer met de rand? Nu ja, heel raar: toen bleek er ineens wél tijd voor te zijn. En de rust kwam vanzelf met het geluid van de klosjes.

Terug

We gingen op vakantie. Eerst kampeerden we een dag of wat op een oud, vertrouwd adres aan de Middellandse Zee. In 2018 waren we daar voor het laatst geweest, het was leuk om te zien dat er niet zo veel veranderd was. Daarna brachten we een week door in Marseille, samen met Dochter en haar meneer. Terwijl we daar waren gebeurde er van allerlei onvoorziens, maar daarover later meer.

Het weer was heerlijk (en het eten ook), de zee was blauw en Marseille is een geweldige stad.

Eieren

In Mei leggen alle vogels een ei, alleen onze kippen niet, die leggen er niet één maar twintig. Per kip, verdeeld over de hele maand. En geen kleine eitjes: de dames zijn in topvorm!

Ik had een mandje waarin ik ooit eens een primula en wat blauwe druifjes cadeau kreeg, met pasen. Daarin bewaren we de eieren, maar met dit team op volle productie is het mandje te klein.

En dan is een mens gezegend met écht lieve vrienden: Yvonne borduurde voor mij een kleedje, voor in een eiermandje. Kijk nou toch wat leuk! Ik haalde bij de kringloopwinkel een mandje waarin het kleedje tot zijn recht komt, én waar meer eieren in passen dan in het primulamandje.

Ik vind het wel een beetje zonde van dat mooie borduurwerk om er de eieren op te leggen. De eieren zijn niet altijd helemaal schoon, als het regent zitten er weleens moddervegen op. Maar als je eieren wast komt dat de houdbaarheid niet ten goede. Gelukkig is de achterkant van het kleedje ook helemaal in thema. Dank je wel, wat een leuk, lief cadeau!

Een simpele oplossing

Elk jaar weer zaai ik tientallen gewassen voor, in potjes die dan op de vensterbank staan. Ze krijgen dagelijks een neveltje water, zon en warmte genoeg en ze worden bemoedigend toegesproken. Werkt prachtig, maar elk jaar weer is het een gedoe om alle verschillende potjes en soorten van elkaar te onderscheiden. Ik plakte etiketjes op de potjes, maar dat was niet praktisch, want na drie weken verhuizen de meeste plantjes naar een grotere pot, naar de kas of naar de “volle grond” in de volkstuin, waar ik ze dan nog steeds van elkaar wil onderscheiden. Ik kocht van die dure labeltjes van bamboe waar ik met potlood op schreef, maar dat was vaak al snel niet meer leesbaar. Er zijn ook plastic labeltjes, maar plastic, dat doen we dus niet.

Ik knipte strookjes van lege melkpakken en schreef er op met stift, dat ging eigenlijk nog het beste… hoewel die ook na zes weken half gecomposteerd waren. Een vriendin suggereerde mooie keitjes wit te schilderen, te beschrijven en die bij de rijtjes gewas te leggen. Dat is een leuk idee voor in de tuin maar ik zie nog geen achtendertig keitjes op mijn toch al overbevolkte vensterbank. (En ik vrees dat onze grasmaaier een keer desastreus in botsing komt met zo’n steen)

Een andere vriendin maakte bordjes van watervast triplex en beschilderde die met schoolbordverf, waar dan weer de naam van de plant in kwestie met krijt op kwam. Ook leuk, dat geeft een soort van botanische-tuin-sfeer. Ik moet haar nog eens vragen of het krijt er niet af regent, maar ook dat is wat te groot, niet praktisch voor mijn doel.

Tot ik ergens (waar weet ik niet meer) dit lumineuze idee tegenkwam: schelpen! En dan met name mesheften. We wonen vlak bij zee, we hebben een overvloed aan mesheften voor het oprapen op de stranden, ze zijn precies van het goede formaat, vochtbestendig en prachtig wit van binnen. Wat er met een dunne marker op geschreven is gaat er niet meer af: helemaal goed. Kleindochter K. zocht een zak vol bij elkaar voor me, ik spoelde het zand er af en nam er meteen een stuk of twintig in gebruik.

Drank

Als je, zoals ik, maar een heel matig drinker bent als het op alcoholische dranken aankomt ben je aangewezen op koffie, thee, water en frisdrank. De eerste drie: geen probleem. Ik hou van koffie, drink graag thee en een paar glazen water per dag komt ook altijd wel goed. Frisdrank is problematisch, ik vind het altijd te zoet, gesjouw, gedoe met verpakkingen… en ik heb ook iets tegen de onzinnige reclames en het rupsjenooitgenoeg-gedrag van de grote fabrikanten. Ik maakte al eerder elderflower cordial en brouwde Kombucha. Maar dat laatste is een langduriger proces en ik ben niet zo goed in lang vooruit denken… Rabarberlimonade had ik ook al eens eerder gemaakt, dat was heerlijk dus dat deed ik gisteren weer.

Wat een feestelijke kleur! en het smaakt beter dan welk commercieel frisdrankje ook. Vooral omdat ik er veel minder suiker in doe dan het standaard sirooprecept. Dat schrijft evenveel suiker als vloeistof voor, dus een kilo suiker bij een liter water of sap. Dat heeft vooral ook te maken met het houdbaar maken ervan, maar houdbaar hoeft het niet te zijn: Ik maak een liter en drink het in twee of drie daaropvolgende weken op. Je kunt limonade maken van van alles: citroen natuurlijk, en allerlei andere soorten fruit, maar gember lijkt me -vooral ‘s winters- ook leuk. Munt, of misschien kaneel, misschien ga ik eens rosésiroop proberen…

Bonusfoto! de kersenboom bloeit.

Wel hiep, maar geen hoera

Na het knotten van een wilg ligt er een grote stapel takken in de tuin. Die stapel moet weg. Ik ontdoe eerst de dikke takken van zijtakken en zaag ze in kachelhoutblokjes. Daarna haal ik van de zijtakken de nog dunnere takjes en twijgjes af. Ik probeer zoveel mogelijk lange rechte takken te verzamelen om later tot een scherm te vlechten, maar ik hou een behoorlijke hoeveelheid klein en dun over. Dat verknip ik met de snoeischaar tot een grof strooisel, vooral dat laatste is nogal een klus. Er zijn tuinders die daarvoor een houtversnipperaar aanschaffen en vervolgens eindeloos problemen hebben omdat het apparaat geen takken van meer dan een centimeter doorsnee lust of hopeloos verstrikt raakt in dunne soepele twijgjes. Of allebei.

Echtgenoot Yep zag op Internet het verslag van iemand die een kordate oplossing voor dit probleem had gevonden: een hiep. Ja, zo heet dat echt. Deze persoon stond regelmatig de opgekropte emoties van zich af te meppen bij een hakblok en verhakselde zodoende het kleine snoeihout tot snippers. Dat leek ons wel wat, wij hebben ook klein snoeihout en opgekropte emoties. Geen hakblok, maar dat konden we nog wel regelen dachten we. Dus kochten we een hiep.

Helaas, het werd niets. Lag het aan het ontbreken van het juiste hakblok? Waren mijn opgekropte emoties niet gewelddadig genoeg? Hadden we de hiep (die er toch al best gevaarlijk uit zag) nog scherper moeten slijpen? Ik weet het niet, maar ik kon er niets van. Ik moest uit alle macht slaan voor er iets van schade te bespeuren was. De takjes één voor één klein slaan lukte wel, maar dat duurt stukken langer dan met de snoeischaar. De stukjes vlogen overal heen inplaats van netjes in een emmer te belanden en het was bovendien bepaald onprettig voor pols en oren. Tja, soms zit het tegen. Wil iemand een hiep kopen? Nauwelijks gebruikt, altijd binnen gestaan, van een oud vrouwtje geweest.

Wandelen

Ik liep weer eens een NS wandeling. Omdat ik deze keer alleen liep en omdat ik al een hele tijd geen lange wandelingen meer had gemaakt koos ik voor een kortere route met veel mogelijkheden om het nóg korter te maken: Dordrecht.

Natuurlijk maakte ik hem niet korter, want wat was het leuk.

en halverwege was er lunch in Villa Augustus.

Bijna aan het eind week ik nog een klein stukje van de route af om nu eens écht goed aan funshoppen te doen… bij Vreeken.

Boontjes, de tweede ronde

Ik doe dit jaar weer mee aan het bonenproject van Pulses Increase. Het is de bedoeling dat wij oudgediende deelnemers onderling zaden ruilen, dus een paar stuks van het resultaat van vorig seizoen. Ik stelde zaden van vorig jaar beschikbaar en vond een tuinder in de buurt die er de volgende proef mee gaat doen (zijn naam is Echtgenoot Yep, dus ik hoef er inderdaad niet ver mee) en zelf kreeg ik vorige week post uit Polen

Paulyna uit Krakau heeft vorig jaar zes variëteiten gekweekt. En nu mag ik het er mee proberen. Leuk hoor!