Op de gloeiende kooltjes in deze barbecue staat een oud koekblik. Daarin ligt een laagje zaagsel onder een soort van rekje van kippengaas. En op dat rekje liggen twee stukken zalm. Een houtje-touwtje rookoven. Maar oh, wat een lekker resultaat krijg je daar van. Ik maakte er een sausje bij van mierikswortel uit eigen tuin dat ik schilde, raspte en door wat mayonaise roerde.
We zijn al een keer of wat in Lyon geweest en we weten dat de typisch Lyonnaise keuken niet voor weekhartigen is. Men eet graag varken, en dan het héle varken. Er gaat geen orgaan, oor, poot of snuitje verloren. Wel economisch… Een andere lokale lekkernij is de quenelle, rolletjes van vispuree, gegratineerd in Nantuasaus. Deze heb ik wél al een keer of wat gegeten. Nu wordt de puree traditioneel gemaakt van snoek, dat is in Goes niet makkelijk verkrijgbaar. En nantuasaus is ook al niet zo’n eenvoudig recept. Gelukkig hebben we Karin Luijten, die voor de Trouw dit gerecht vertaalde naar een heel bruikbaar recept op basis van kabeljauw en tomaten-roomsaus. Ik volgde haar aanwijzingen voor de maaltijd van vanavond en we kregen prompt zin in vakantie. Het leek er toch waarachtig héél veel op.
Twee weken geleden aten we bij E. en W. aan boord van hun nieuwe boot. Het was een mooie avond met vrienden. Er waren mosselen met gember, rode peper, knoflook en koriander gestoofd in kokosmelk. Het was heerlijk! (Ook at ik die week drie keer mosselen, en beschouwde daarmee mijn inburgering in Zeeland als voltooid) Vanavond maakte ik het recept zelf. Lekker, maar niet zo geweldig als die we in de haven van Yerseke aten.
een seizoensgerecht. Hoewel, deze visjes kwamen uit Portugal en niet uit de weervisserij. In Portugal hebben ze vast het hele jaar door ansjovis.
Ik kocht een pond ansjovis bij de viskraam. De verkoper legde uit hoe ze schoon te maken: Achter de kop tot en met het graatje doorsnijden, dan komen de ingewanden vanzelf mee. Dat ging vlot en makkelijk. Daarna heb ik ze gebakken in een laagje olie, met wat knoflook. Het was heerlijk! Hoewel ik dacht dat het er lekkerder uit zou zien, krokant bruin gebakken visjes. De mijne waren weliswaar bruin maar niet krokant en ook wat vetter dan ik lekker vind. Ik ga nog even studeren wat ik daar nog aan kan veranderen.
Gisteren waren we in Yerseke, waar we langs de oesterputten wandelden en natuurlijk ook een paar oesters proefden. Voor we weer naar huis gingen kochten we anderhalve kilo lokaal gegroeide mosselen, die vandaag op het menu stonden. Met uien uit onze eigen tuin waren de voedselkilometers van deze maaltijd minimaal: het is 13 kilometer naar Yerseke.
Eergisteren sloeg echtgenoot Yep een overdrachtelijk spaarvarken stuk en kocht een set visbestek. (mooi hè?) Daarbij zaten diverse gereedschappen om kreeft en dergelijke te eten, prikkertjes, schrapertjes en een heuse kreeftenkraker (niet op de foto). Natuurlijk wilden we dat moois meteen goed proberen. Nu is kreeft begrotelijk en niet in het seizoen. Dus ging ik naar de visspecialist hier ter stede en kocht een zak vol krabbenscharen… óók een boel gepluk en gepeuter om te eten tenslotte. Bonus: het kost stúkken minder dan kreeft. Daarna gingen we naar een opening, waar we G. en H. tegenkwamen die het krabbenpotenexperiment wel met ons wilden delen dus kocht ik er nog wat “tengels” bij. Ik weet niet hoe ik aan die naam kom, na enig zoeken vonden we wel een bron… ik weet óók zeker dat ik pas kort geleden voor het eerst krab at.
Hoe dan ook: in een grote pan met “bremzout” water, tien minuten koken, laten afkoelen, huisdeur opendoen en G. en H. begroeten, alle tengels een paar gedecideerde tikken met een hamer geven om een beginnetje te hebben en (peuteren en kraken en) smullen maar. Er was geen citroenmayonaise in huis, maar de vakantie-rosé was lekker erbij en het gezelschap was top. Wat een fijne avond.