Een doorlopend leerproces

In 2015 maakte ik voor de eerste keer een “echt” overhemd voor Echtgenoot Yep. Dat vond ik zo leuk dat ik er in de jaren daarna mee doorging. Ik kocht een boek waaruit ik nuttige tips haalde, ik keek naar de tutorials van Cornelius Quiring. Ik leerde het steeds beter, hoewel ik ook wel vaak blunderde. Dat ik een kraag vier keer moest overdoen, of tot twee keer toe de knoopsgaten aan de verkeerde kant maakte. Maar het blijft een érg leuk ding om te maken. Toen ik vorige week eens wat opruimde in de kast vond ik de doos waarin ik van elk overhemd de restjes stof heb bewaard. Twee en twintig overhemden, natuurlijk voor lang niet allemaal een postje hier geplaatst, dat zou snel saai zijn… maar ik vond het heel wat.

Na het doorkijken van die doos overhemden-geschiedenis besloot ik in de exemplaren die ik vanaf nu maak te dateren, met maand en jaar aan de binnenkant onderaan de knopenbies. Die van oktober is eigenlijk al wat ouder, maar daar moesten de knopen nog op.

En de bijna-zwarte rolde vandaag van de machine. Meer bedoeld als vrijetijds-kleding, een beetje jeansachtig, gemaakt van wat stevigere katoen. De stof kwam mee uit Parijs, van Tissus Reine, wat is dat toch een fijne winkel…Zwart is niet prettig om bij lamplicht te verwerken -of te fotograferen- maar ik ben buitensporig tevreden over dit exemplaar.

Markt

Een of twee keer per jaar gaan wij naar Antwerpen, naar de markt. Vroeger was dat de vogeltjesmarkt, maar gelukkig mogen er geen levende dieren meer verhandeld worden, en toen werd het de Vreemdelingenmarkt. Ook wel een beetje raar, want je kon er geen vreemdeling (die verdwaald is zeker) kopen. Nu is het wederom omgedoopt, nu heet het de Exotische markt. Lang niet al het aanbod is exotisch, er is veel uit België. Zo kochten we er vandaag een kaas die Gentse Keizer heet, alleen voor de naam. Gelukkig is hij ook erg lekker.

Er zijn veel kramen met een mediterraan en midden-oosters aanbod, er zijn prachtige groenten-en-fruit uitstallingen, viskramen, een koffiebrander, sokken, messen, bloemen, brood en gebak en veel terrasjes waar een hapje en een drankje -midden op de markt dus- genuttigd kan worden.

Met tassen vol lekkers liepen we nog even naar de stadsfeestzaal, een prachtige locatie waarin -naast allemaal “gewone” winkels een heel prettige toko te vinden is, en daar werden de tassen nog wat zwaarder. Wat een leuke manier om de boodschappen te doen.

Karate

Nu het dak op ons volkstuinhuisje vernieuwd is vond ik het ook nodig om het aan de buitenkant opnieuw te beitsen. Hier in Zeeland zijn boerenschuren traditioneel zwart of bijna zwart, dus die kleur heeft ons huisje ook. Zondag deed ik de westkant, vandaag de zuidzijde.

Natuurlijk moest alles dat er aan hing of er tegenaan stond opzij, dus het ziet er merkwaardig kaaltjes uit. Maar dat komt gauw weer goed. Ik moest wel even denken aan Karate Kid, die van zijn oude, wijze karate-leraar bij wijze van eerste les een enorme schutting moet schilderen. Een goede training voor pols en arm, en daarnaast een lesje nederigheid vermoed ik. Als het weer een beetje mee werkt doen we de andere twee wanden ook nog deze week, en de boeiborden. Waarna ik hoogstwaarschijnlijk nog steeds geen karate kan, maar wél erg tevreden zal zijn.

Voortbetalen

Collega A. had een mooie sjaal, maar er was een brandgat in ontstaan. Gelukkig was dat vlak bij de rand. Zelf naait ze niet, dus ze vroeg mij of ik een reepje van de sjaal af wilde halen en weer opnieuw zomen.

Natuurlijk wilde ik dat wel. Ze vroeg me hoeveel ze daarvoor moest betalen, maar dat is nu echt een lastige vraag. Natuurlijk is mijn tijd en expertise wel wat waard, maar A. is een aardige collega, ik doe haar graag een plezier. Dus ik zei wat ik in zulke gevallen zeg: Pay it forward. Oftewel, doe voor iemand anders iets aardigs, als de gelegenheid zich voordoet. Geïnspireerd op de film uit 2000 waarin een jongetje voorstelt dat als je iets goeds doet voor drie anderen, met als tegenprestatie dat zij dan ook weer iets goeds doen voor drie anderen, de wereld een betere plek wordt. Een kettingbrief-model, maar dan met goede bedoelingen. Daar zit wat in, vind ik altijd (hoewel het in die film dan weer niet zo gezellig afloopt, maar goed…. Dat is natuurlijk fictie.)

Mijn collega vond het ook een goed idee. Na deze uitwisseling fietste ze naar huis en zag onderweg een andere fietser ten val komen. Ze hielp de gevallene overeind, stelde hem gerust en constateerde dat de schade meeviel. Zoals ik al zei, Collega A. is een aardig mens, ik weet wel zeker dat ze ook te hulp was geschoten zonder mijn “betaalvooruit” verzoek. Maar ze zei dat ze er wel aan had gedacht, toen ze daarna naar huis reed. Dat jongetje uit de film had toch best een punt.

Wat ik vandaag maakte: Groene pasta

Dit jaar hebben we in de volkstuin voor het eerst een behoorlijke opbrengst van palmkool (hoewel ik het leuker vind om het cavolo nero te noemen). Het zijn forse planten met langwerpige bladeren die vanuit een stevige middenstengel groeien. Het idee is dat je steeds de onderste bladeren van de stengel plukt, waardoor je meerdere malen oogst van de plant die ondertussen bovenaan doorgroeit en uiteindelijk inderdaad wel wat van een palmboom weg heeft.

Ik brak per ongeluk de bovenste helft van één van de planten af, dus die zal in ieder geval niet meer groeien. Eenmaal geplukt is het niet best bewaarbaar, dus vanavond ging het meteen op tafel. De onvolprezen Jamie Oliver heeft in zijn serie “5 ingrediënten” een recept voor supergroene spaghetti, waar behoorlijk wat cavolo nero in moet, dus na het verwijderen van alle beestjes die het óók een lekkere groente vinden maakte ik dat.

Ik had geen ricotta, maar wel nog een restje brie. Het eindoordeel: Best lekker, het smaakt inderdaad erg groen. Maar het is wel wat eenvoudig als het de hele maaltijd is. Bij de volgende cavolo nero-pluk zoek ik een ander recept.

Onderdak

Het dak van het huisje op de volkstuin was lek. De golfplaten sloten niet meer op elkaar aan en hingen in verontrustende kuilen tussen de dakbalken door. Het was tijd voor ingrijpende maatregelen. Echtgenoot Yep en Meneer K:)dootje waren een hele zondag in de weer op ladders met hamers en spijkers.

De oude platen gingen er af, de onderliggende balken werden verstevigd en er werden nieuwe bitumen-golfplaten op vast getimmerd. Een hele klus! K:)dootje en ik stookten een hoop afval op in de vuurton (nee, níet de oude dakbedekking natuurlijk.. vooral takken en dergelijke) en ruimden op. Verbazend wat je in één dag bereiken kan!

De meubelen stonden zolang in de kas, dus lunchten we daar ook. Aan het einde van de dag was het huisje weer waterdicht, de tuin opgeruimd en wij allemaal prettig moe.

Ook dit blog heeft een nieuw onderdak, hoewel je daar niets van ziet: Het is naar een andere hostingservice verhuisd. Dat was, met bijna 15 jaar archief, best spannend, maar het is prima verlopen.

Visjes

Via de sympathieke app Too good to go bemachtigde ik een “verrassingspakket” bij een viskwekerij hier in de buurt. Hier worden Yellowtail Kingfish gekweekt -ook bekend als Amberjack- en zo te lezen (en te proeven!) doen ze dat goed. Een paar dagen daarvoor aten we in een restaurant waar dezelfde vissoort uit dezelfde kwekerij op tafel kwam, dat maakte nieuwsgierig.

Ik kocht twee filets en daarnaast het verrassingspakket dat bestond uit twee hele vissen. Dat was inderdaad wel wat verrassend, want het zijn géén kleintjes, anderhalve kilo per stuk. Het pakket paste maar net in de lade van mijn vriezer. Zondag liet ik er eentje ontdooien. Ik marineerde hem met citroen, knoflook en rozemarijn en stak plakjes citroen en reepjes laurierblad onder de huid.

Na tien minuten op de barbecue bij K:)dootje en haar meneer vormde het een top maaltijd voor vier.

Een lange teelt

In februari 2020 schreef ik enthousiast over hoe we paddenstoelen zouden kunnen kweken in onze tuin. Het was duidelijk dat dat niet in een paar maanden tot grootse resultaten zou leiden, maar het eerste jaar keken we regelmatig even naar de stammetjes, of er al wat kwam. Ze lagen met zijn drietjes op een schaduwrijk plekje in een hoekje met wilgen waar we verder niets verbouwen. Natuurlijk dachten we na een paar jaar dat het jammer maar helaas mislukt was, zoals dat wel meer gebeurt.

Maar eind mei appte Echtgenoot Yep mij deze foto. Sjonge! Echte shii take, en niet van die kleintjes!

Hij nam ze mee, ik borstelde ze schoon, sneed ze in plakjes en droogde ze. Toch leuk, zo lang onderweg maar tóch nog resultaat.

Nattigheid

We gingen met de kinderen het pinksterweekeinde kamperen, in Gelderland. Het was er erg leuk, er was zwemwater en minstens twee ooievaarsnesten vlak bij. We gingen wat winkelen in Den Bosch, we speelden campingspelletjes en bakten pannenkoeken. Het weer zat niet helemaal mee, er waren véél buien, maar daar tussendoor ook zon.

We hadden de pech dat we onze tent op een lage plek in het terrein hadden gezet, de vloer voelde af en toe aan als een waterbed. We pakten een natte, modderige bende in. Maar terug in Zeeland was het droog, dus brachten we de tent naar onze volkstuin en zetten hem daar op om droog te waaien.

Daar staat hij toch ook wel erg leuk. Jammer dat kamperen op de volkstuin niet is toegestaan! Al met al was het fijn dat we, ondanks de nattigheid, toch zo’n leuke kampeertrip hadden. Regen, daar kunnen we blijkbaar best mee omgaan.

Op de been

Precies zes weken zit mijn “nieuwe knie” nu op zijn plaats. Lastige weken, vooral de eerste twee. Veel pijn, veel medicijnen, ijspakken op het been en een onprettige steunkous en ik kon nauwelijks iets doen. Niet leuk voor een draaikont zoals ik. Omdat ik al dacht dat ik het stilzitten niet prettig zou vinden had ik een abonnement genomen op een streamingsdienst. Normaliter kijk ik hoogst zelden TV. Maar ik heb te weinig geduld om uren naar een scherm te kijken, het abonnement heb ik na een maand alweer beëindigd. Na die eerste twee weken ging het snel beter met hulp en aanmoediging van Emma, de onvolprezen fysiotherapeut. Van een collega leende ik een hometrainer waarmee ik heel wat fictieve kilometers aflegde.

Ik huurde een scootmobiel omdat fietsen en autorijden niet kon, en dat bleek een goed idee. Ik reed ermee naar fysiotherapie en naar het zwembad, ik kon weer zelf om boodschappen en ging halftijds weer aan het werk.

Lang achter elkaar zitten was nog niet echt prettig, dus in een heel wat rustiger tempo dan anders maakte ik drie rompertjes voor kleinkinderen van collega’s en een (gewoon, saai, wit) overhemd voor Echtgenoot Yep. Ik breide en rommelde, plat op de grond gezeten, wat in de achtertuin.

Afgelopen weekeinde gingen we naar Lille om Bruce Springsteen te zien. Door een metrostoring kwam er heel wat meer lopen bij kijken dan we gedacht hadden, ik schat toch gauw een kilometer of drie, maar dat bleek ook best goed te lukken.

Vanmorgen heeft de orthopedisch chirurg de steunkous, de krukken, de scootmobiel en het ijspak niet meer nodig verklaard, en me een compliment gegeven voor de degelijke revalidatie. Ik mag weer op een echte fiets (joepie!) en ik mag weer autorijden. Fijn! Hoewel het daarmee natuurlijk voorlopig nog niet klaar is, Emma zal me nog wel een tijdje een paar keer per week behandelen en de aquafysio in het zwembad ga ik ook nog mee door. Ik zal nog wel stevig wat conditietraining nodig hebben, maar het moeilijkste gedeelte is achter de rug.