Lichtjes in Lyon

Vorig jaar werd het fête des lumieres in Lyon afgelast vanwege Corona, dit jaar ging het in aangepaste vorm wél door. Na wat nadenken en twijfelen besloten Yep en ik er naar toe te gaan. De achtste keer dat we gingen, twee nachten en met de trein heen en weer.

Dat was genieten. Het was kleiner van opzet, er waren geen kraampjes waar eten en drinken werd aangeboden. Dat maakte de sfeer heel anders. Mondkapjes waren overal verplicht, buiten op straat ook, bij alle binnenlocaties werd de QRcode gescand. Maar het was óók rustiger wat betreft bezoekers, er was meer ruimte tussen de projecten. Dat was fijn, voorgaande jaren vond ik de mensenmassa wel eens wat te veel. Nu dus niet, hoewel we later hoorden dat er zaterdagavond maatregelen zijn genomen om mensen te ontmoedigen naar het park te komen: het werd te druk. Toen waren wij alweer bijna thuis. Het is niet in tekst te vatten wat er te zien is op zo’n fête, deze video geeft een idee. Maar eigenlijk moet je erbij zijn.

Het depot

Vandaag (vrijdag 5 november 2021) opent de koning officieel Het Depot van Museum Boijmans van Beuningen.

Echtgenoot Yep en ik, hip en on trend als wij zijn, marcheren natuurlijk altijd voor de troepen uit dus gingen we er al kijken. (oftewel, echtgenoot Yep is “vriend” van het museum en krijgt in ruil voor zijn jaarlijkse bijdrage uitnodigingen voor dit soort leuks)

Buiten voor de ingang worden grote lichtcirkels in alle kleuren op de vloer geprojecteerd, een kunstwerk van Pippilotti Rist. Dat wordt weer gespiegeld door de bekleding van het gebouw. Het is een magische entree.

Binnen is van allerlei te zien uit de collectie dat is opgehangen of geplaatst ter bezichtiging, maar we mochten ook rondkijken in restauratie-ateliers en in de feitelijke schilderijen-opslag. Het dak is ook iets heel bijzonders: een berkenbos op grote hoogte in een wereldstad. We gaan beslist nog eens vaker kijken.

Oude liefde en een beetje roest

Afgelopen woensdag fietste Wout van Aert onnavolgbaar (letterlijk) de Mont Ventoux op. Ik kijk graag naar wielrennen op tv, ik volg de Tour elk jaar met aandacht. Veel van de plaatsen waar het peloton langs komt heb ik ook wel gezien, maar voor de Mont Ventoux heb ik een speciaal plekje in mijn hart. In 2003 fietste ik hem zelf op, ik schreef er een gloedvol verhaal over, nog steeds hier te lezen. Ik deed er logischerwijze meer dan twee keer zo lang over als Wout, maar ik was érg trots op deze prestatie.

Mijn racefiets staat nu al een paar jaar in de schuur. Waarom weet ik niet precies, ik maakte maar af en toe een ritje en verder kwam het er maar niet van. Pijnlijke knie, druk op het werk, moe, lui…. ik heb zóveel goede smoezen! Maar bij het kijken naar de touretappe in de Provence dacht ik: Als van Aert wint ga ik weer fietsen. En hij won! (Ik ben erg goed in magisch denken.)

Dus eergisteren worstelde ik mijn rijwiel vanachter de spullen in de schuur. Ik maakte hem schoon, pompte de banden op en smeerde de ketting. Ik zocht mijn schoenen, handschoenen, fietsbril, helm en bidon weer bij elkaar. Daarna maakte ik een voorzichtig proefritje om te kijken of de uitgedroogde bandjes niet leeg zouden lopen, maar dat werd al snel minder voorzichtig. De bandjes hielden het, allerlei ingedutte systemen werden wakker, de stofwebben waaiden weg. Ohja! Dat was was ook zo! fietsen is leuk!

En Zeeland is mooi.

Voornemens

Elk jaar weer roep ik dat ik niet aan goede voornemens doe, niet per 1 januari en dat ik eigenlijk áltijd goede voornemens heb. Maar toch bedenk ik elk jaar weer bij een oliebol en een glas champagne wat ik met het komende jaar zou willen doen.

Dus noem ik het toch maar een voornemen: Ik ga alles afmaken wat in diverse kasten, dozen en tassen op hernieuwde inspiratie ligt te wachten. De halfvoltooide wintermantel met de mooie voering, (zou die me nog passen?) en het vestje van Hanne Falkenberg waarvoor de stekenproef (60 naalden voor 10 cm) (echt!) bijna sadistisch te noemen is. Katherine Howard moet eindelijk uit mijn systeem, en minstens vier halskettingen, naast een hele stapel “kleine” projecten.

Ook een borduurwerk dat al minstens tien jaar onderweg is, een afbeelding van Eschers vogels en vissen wil ik eindelijk naar de lijstenmaker kunnen brengen.

Het kan misschien ook zonder de hernieuwde inspiratie, ik krijg ook vaak weer warme gevoelens voor zo’n verlaten weesproject als ik er eenmaal weer mee bezig ben. Zo. Dat houdt me vast wel even van de straat.

Hoewel binnenblijven ook niet helemaal de bedoeling is… van borduren, naaien, en breien wordt je wel een bankpatatje. Gelukkig wonen we in een prachtige provincie.

Maar vooral, eerst en voor alles heb ik zin in het nieuwe tuinjaar.

Twintig twintig

Het is alweer bijna half Januari. Ik moet me er maar bij neerleggen dat December veel blogmateriaal oplevert, maar dat ik er kennelijk niet aan toe kom om het ook feitelijk te plaatsen. De komende dagen zal ik vast wat van de schade gaan inhalen. Om te beginnen gingen we voor de achtste keer (denk ik, het kan ook de 9e zijn…) naar Lyon, naar het lichtfestival. We hadden treinkaartjes vanaf Gare Midi in Brussel, en een hotel-overnachting voorafgaand aan het vertrek zodat we rustigjes aan via het ontbijtbuffet naar de trein konden. Helaas besloten de medewerkers van Franse Hogesnelheidslijn tot een staking, juist de dagen dat we wilden reizen.

We gingen dus -na overwegen van een paar andere opties- met onze eigen auto. Echtgenoot Yep reed twee keer 800 kilometer in vijf dagen, ondanks mijn niet al te overtuigende “ik wil ook wel eens een stukje rijden hoor!” Hij vindt het leuker dan ik, (hoop ik maar) en zo niet klaagt hij er nooit over.

Het was het wel waard. Het weer was mooi, de lichtkunst prachtig.

foto van internet gestolen…

En omdat we de auto bij ons hadden gingen we ook nog couvent de la Tourette bezichtigen, een klooster vlak bij Lyon, ontworpen door Le Corbusier.

Ik vond vooral de kleuren mooi, tussen al het grijze beton.

Londen

Omdat we het werk van Olafur Eliasson erg bewonderen gingen we naar Londen om de tentoonstelling in Tate Modern te zien. De Eurostar tunneltrein maakt het prettig bereikbaar.

En tja, als je dan toch in Londen bent… We wandelden over de Tower Bridge, we gingen naar V&A waar ik geweldige Mary Quant oorbellen kocht. We lunchten bij Ottolenghi en keken rond op de Affordable Art Fair.

Maar de tentoonstelling was het hoogtepunt. Deze foto maakte Yep ongeveer halverwege een tunnel van een kleine 40 meter, waarin dichte, ietwat zoet smakende mist was gemaakt. Je kon maar heel weinig zien, maar de mist had elke paar stappen een andere, intense kleur. Het was prachtig. Ook was de kantine van Studio Olafur Eliasson in het museum gezet. De kok, het menu, de meubelen en het servies, je kon lunchen zoals de (100!) medewerkers dat ook doen. Dat was ook al erg leuk, en leerzaam. Het werk van Olafur Eliasson heeft vaak betrekking op zorgen over het klimaat, dus de lunch was zo duurzaam mogelijk. We kregen de menukaart mee, ik ga beslist proberen de worteldip na te maken. Erg inspirerend!

Londen met een stok

We gingen naar Londen. In de eerste plaats om een tentoonstelling te bekijken waarin het werk van Michelangelo en Bill Viola wordt getoond. Dat bleek de reis helemaal waard. Sinds de trein door de kanaaltunnel rijdt is Londen maar een paar uur ver voor ons, maar in één dag heen en weer vonden we toch zonde.

Dus Echtgenoot Yep vond een hotelkamer met een prachtig uitzicht.

Op weg naar de Royal Academy liepen we langs Bond Street, Savile Row,

Burlington Arcade en Piccadilly Arcade. Wat is Londen toch leuk.

Omdat ook voor reizen met de underground in Londen een heleboel lopen nodig is (roltrap af, gangetje door, trappetje op, lange gang door, trappetje af, andere gang door, hoera! perron!) had ik een wandelstok mee. Dat maakt het lopen een stuk prettiger. En het zorgde voor bijna altijd een zitplaats, de Britten zijn een hoffelijk volk. En ik ben inmiddels wel over de gêne heen, op deze manier konden we volop genieten.

Echtgenoot Yep deed als de Britten bij het ontbijt. Brrr.

Uitstapje

Om het eeuwfeest van onze volkstuinvereniging te vieren gingen we met een bus vol mensen naar de tuinbeurs op het park van Beervelde.  We hadden mooi weer, en er was véél te zien! Hoewel ik me had voorgenomen een beetje voorzichtig te doen met aankopen is dat niet best gelukt.

We kochten een blauwe bessenstruik, die inmiddels al een plekje in de tuin heeft. Een zuur plekje, want de verkoper, enkele van onze medetuinders en verder iedereen die ons met de struik zag lopen zei “denk er om, hij moet op zure grond!”  Yep haalde vier grote zakken tuinturf om het plantgat mee te vullen. En nu maar hopen op een mooie oogst.

We kochten ook wat daslook-knolletjes om te laten verwilderen onder onze grote wilgenboom. Ik hou van daslook omdat het zo lekker is en vroeg in het jaar, vóór de uitjes en bieslook, al geoogst kan worden. Ook hebben we een zak vol krokusbolletjes voor tussen het gras, goed voor het voorjaarsgevoel. We namen alliumbollen en drie kleurige dahlia’s mee, tot nu toe had ik alleen witte.

Er was een zaadhandel die voor het inrichten van de stand iemand met talent had ingehuurd, (zie rechts) maar de koopwaar was ook bijzonder. Allerlei exotische zaden maar ook geweldig veel keuze in -bijvoorbeeld- zonnebloemen. We schaften er zwart/bruine boontjes en edamame aan. En teff en quinoa en ossenhart-tomaten.

 

Over exotisch gesproken: Echtgenoot Yep viel voor een heel jong jacarandaboompje, ik ben benieuwd of we die wijs kunnen maken dat hij hier thuis hoort.

 

Niet alles wat we meenamen was tuinspul, er was ook een kraam met gerookte knoflook. Daar heb ik geen weerstand tegen. Echtgenoot Yep gaf me prachtige oorbellen. Eenmaal weer terug in Goes was er een feestelijke avond met barbecue en gezang, wat was dat een gezellige dag.

Naar het museum

Met kleindochter K. en haar ouders mocht ik mee naar het Nijntje museum. Dat is geen museum over de ontstaansgeschiedenis of invloed op de hedendaagse kunst van het wereldberoemde konijnenmeisje. Het is een museum specifiek voor peuters. Er zijn eindeloos veel dingen om mee te spelen, alles is op kinderhoogte en -formaat. Heel verstandig moet er een tijdslot worden gereserveerd als je er naartoe wilt, zodat het niet te druk wordt.

Kleindochter K heeft het lopen nog maar net onder de knie, en kiest nog vaak voor kruipen als ze ergens heen wil. Door het deurbeleid van het museum was daar ook alle ruimte voor. Ze plakte magnetische Nijntjes op een bord, ze reed een locomotief met Fred-Flintstone aandrijving, ze kroop door tunneltjes en stopte zachte blokken in bijbehorende gaten. Ze heeft zich kostelijk vermaakt! En wij dus ook.

Retourtje Parijs

Omdat we beiden lapjes te weinig hebben gingen Martine en ik een dagje naar Parijs. In de stoffenwinkels van Montmartre hoopten we onze bescheiden collectie wat uit te breiden en inspiratie op te doen. We begonnen bij Janssens & Janssens. De prijzen in deze winkel overtreffen onze koopkracht (en ons gezond verstand) maar leuk is het wel, een geborduurde zijden crepe van 284 euro per meter van dichtbij te bekijken.

De inspiratie kwam ook uit diverse etalages waar we langs wandelden, deze bijvoorbeeld.

Toen we aldus helemaal geïnspireerd in Montmartre arriveerden bleek ongeveer de helft van de stoffenwinkels dicht. Hoewel niets daarover op de diverse websites vermeld werd… gelukkig was Tissus Reine wél open.

Op zichzelf de reis al bijna waard. Ze verkopen een grote collectie prachtige materialen en, erg leuk, op elke tafel staan etalagepopjes op halve schaal met kleding gemaakt van de stoffen waar ze bij staan. Ik sloeg mijn slag met poplin voor overhemden en een mooie voeringstof. De vriendelijke coupeur die het voor me van de rol knipte vertelde ook dat de gesloten winkels Jom Kipoer vierden. Een Joodse feestdag (Grote Verzoendag, wat we alleen maar kunnen toejuichen) en de gesloten winkels hebben dus een Joodse eigenaar. Dat wisten we niet. Maar aan het deel van de winkels dat wél open was beleefden we ruimschoots genoeg winkelplezier. Martine vond een lap echte zijde, zo mooi dat ze het waarschijnlijk eerst een paar maanden thuis aan de muur hangt, ik kocht nog garen en band en naalden. We stortten om half vijf met brandende voeten en volle tassen op een terrasje bij Gare du Nord, waar een uurtje later onze trein naar huis weer zou vertrekken. Pas daar dachten we er aan nog een foto van onszelf te maken.

Dat was een gezellige dag.