Elk jaar weer roep ik dat ik niet aan goede voornemens doe, niet per 1 januari en dat ik eigenlijk áltijd goede voornemens heb. Maar toch bedenk ik elk jaar weer bij een oliebol en een glas champagne wat ik met het komende jaar zou willen doen.
Dus noem ik het toch maar een voornemen: Ik ga alles afmaken wat in diverse kasten, dozen en tassen op hernieuwde inspiratie ligt te wachten. De halfvoltooide wintermantel met de mooie voering, (zou die me nog passen?) en het vestje van Hanne Falkenberg waarvoor de stekenproef (60 naalden voor 10 cm) (echt!) bijna sadistisch te noemen is. Katherine Howard moet eindelijk uit mijn systeem, en minstens vier halskettingen, naast een hele stapel “kleine” projecten.
Ook een borduurwerk dat al minstens tien jaar onderweg is, een afbeelding van Eschers vogels en vissen wil ik eindelijk naar de lijstenmaker kunnen brengen.
Het kan misschien ook zonder de hernieuwde inspiratie, ik krijg ook vaak weer warme gevoelens voor zo’n verlaten weesproject als ik er eenmaal weer mee bezig ben. Zo. Dat houdt me vast wel even van de straat.
Hoewel binnenblijven ook niet helemaal de bedoeling is… van borduren, naaien, en breien wordt je wel een bankpatatje. Gelukkig wonen we in een prachtige provincie.
Maar vooral, eerst en voor alles heb ik zin in het nieuwe tuinjaar.