Woensdagavond kreeg ik bericht dat er een watervat voor ons beschikbaar was. Een andere volkstuinder die zijn huur beëindigd heeft, had zijn 1000-litervat achtergelaten. Nu we een grotere tuin hebben komt zoiets goed van pas. Het vat stond op de lege tuin, ongeveer in het midden van het complex, ons lapje is aan de uiterste rand. Hoewel het al donker was gingen Echtgenoot Yep en ik er onmiddellijk heen. Weliswaar is het een groot ding -een meter bij een meter bij een meter- maar het was leeg, dus het naar onze tuin brengen moesten we kunnen.
Dat viel tegen. Het was op een half vergane pallet gemonteerd, het was glibberig en vies en te breed voor de smallere paadjes, we zouden het boven ons hoofd moeten dragen. Echtgenoot Yep is een sterke man, maar aan mij heb je niet veel bij dit soort uitdagingen. Iedereen heeft zo zijn sterke punten, sjouwen is er niet een van mij. Lekkere taart bakken wél. Dat deed ik dus, ik bakte een appeltaart en stelde die beschikbaar voor een paar sterke en behulpzame medetuinders, die zaterdag de pallet er af schroefden en de verhuizing in een vloek en een zucht volbrachten. Nu moet hij nog schoongemaakt en op zijn definitieve plaats gezet, maar dát kunnen we wel met zijn tweeën.