Rompertjes en drukkertjes

Enkele jaren geleden kreeg ik eens een patroon voor een babypakje (een zogenaamd rompertje) ontworpen door Lara Sanner (die echt érg leuke kinderkleertjes ontwerpt!)

Erg geschikt als kraamkadootje. Kleindochter K. heeft het model terdege getest, het is een prettig kledingstuk.

Natuurlijk probeer ik ook bij het kledingmaken zo min mogelijk afval te produceren en babykleertjes zijn perfect om restjes te verwerken.

Ik heb een doos vol lapjes tricot die te klein zijn voor een volwassen kledingstuk (en er is een grens aan de hoeveelheid slipjes die een mens gebruiken kan). De afgelopen maand naaide ik deel van de lapjesdoos tot rompertjes.

Ik heb weer een voorraadje. Ik wil ze ook wel verkopen, stuur maar een mailtje naar lspaink at gmail punt com als je er eentje wilt.

Het is erg leuk om ze te maken, met verschillende kleurtjes garen op de lockmachine. Maar één ding is vervelend: het inslaan van al die drukkertjes. Ik deed dat -nogal luidruchtig- op een plank op de tuintafel, met een hamer. Een heel gepruts: De delen van het drukkertje netjes tegenover elkaar met de pennetjes op de goede plaats in de stof, *mep*! zonder op de vingers te tikken, en dan maar hopen dat het ook goed zit. Ik zag op Internet dat er een pons voor dit soort werk te koop is, en verzuchtte tegen Echtgenoot Yep dat dat me nu eens makkelijk leek. Waarop hij binnen een minuut op datzelfde Internet een tang ontdekte die het kunstje ook doet, en voor véél minder geld. Metéén besteld natuurlijk!

Een halve avond kostte het om alle rompertjes van drukkertjes te voorzien. Geluidloos.

Een oud appeltje

Toen ik nog een klein Lieseke was wilde ik elke avond voorgelezen worden uit hetzelfde boekje: De Appel.

Het is het eerste prentenboekje van Dick Bruna uit 1953 nota bene, tien jaar ouder dan ik zelf. Maar het is tijdloos, Dochter wilde van haar tweede tot haar vierde jaar óók elke avond horen van de appel, die zo verdrietig is omdat hij niets van de wereld kan zien. En net toen zij naar andere boeken overstapte kreeg haar broer de smaak te pakken… ik denk dat ik het duizenden keren heb voorgelezen. Vanzelfsprekend kocht ik weer een exemplaar toen Kleindochter K. belangstelling voor boekjes kreeg. Gisteren mocht ik een dagje op haar passen en nam het boekje mee.

Dat vond ze zó leuk dat ze het meenam toen we op de fiets naar de kinderboerderij gingen.

Een van de bladzijden toont een vlinder, en de tekst daarbij is: Appel, kijk eens gauw naar boven! daar vliegt een vlindertje voorbij. Vanzelfsprekend ligt de klemtoon bij het voorlezen op het woord “boven”. Dus toen Kleindochter K. in de kinderboerderij een tekening van een vlinder zag wees ze enthousiast en riep “boven!”

Bijtjes

Van Echtgenoot Yep kreeg ik een jaarabonnement op het tijdschrift Ottobre. Ik dacht een tijdlang dat het een Italiaans tijdschrift was voor echte fashionista’s. Dat is het niet, het is een Fins tijdschrift dat vertaald wordt in Engels, Duits en Nederlands (en misschien in nog wel meer talen) en het bevat redelijk eenvoudige naaipatronen. Ik denk aan één jaargang wel voor een hele tijd genoeg te hebben.

Uit de editie met kinderkleding koos ik dit shirtje om te maken voor Kleindochter K. Ik moest het patroon overnemen van het raderblad. Dat was sentiment! Toen ik als tienjarig Lieseke begon met naaien kwam álles van een raderblad. We legden een plaat zachtboard op de eettafel en daarop het raderblad zodat de tandjes van het raderwieltje de tafel niet zouden beschadigen en dan zaten mijn moeder en ik uren te zoeken in de wirwar van lijntjes naar het  juiste patroondeel. Ah, dat was zó gezellig! Maar goed. Toen ik dit patroon eenmaal had leek het me zo raar smal. Het duurde eventjes voor ik bedacht dat dit zónder naadtoeslag was, die moet je er zelf nog bij knippen. De patronen die ik tegenwoordig download en uit laat printen zijn allemaal inclusief naadtoeslag. Ik zag het gelukkig op tijd, het was anders zéker te klein geworden

Verder is het een eenvoudig shirtje, ik liet de zak en de gekleurde baan er af, maar maakte een schoudersluiting (op deze foto zitten er nog geen drukkertjes in) omdat Kleindochter K. er niet zo van houdt als haar hoofd door een kledingstuk moet worden gewurmd. Morgen gaat het op de post, ik hoop dat het past!

De duivel zit in de details

Toen Kleindochter K. er nog niet was maakte ik voor haar een rompertje. En omdat ik toch bezig was en er wel vaker baby’s arriveren in de kennissenkring maakte ik er nog drie. Leuk als cadeautje voor aanstaande moeders. Het maken ervan ging zo snel dat ik overwoog een paar avonden te investeren in het naaien van een stuk of dertig van die pakjes in verschillende kleurtjes en maten. Dan zou ik een tafel huren bij Mijntafel en ze verkopen. Op die manier zou ik al mijn restjes tricot op een prettige manier kwijt zijn, misschien zelfs nog een paar tientjes er aan overhouden… Leuk idee*, maar eerst eens zien hoe het kledingstuk het in de praktijk doet. Nu Kleindochter K. twee maanden is krijgt ze het pakje regelmatig, aan, hoewel het nog een béétje ruim zit.

Ze kan nog niet zitten, maar ze doet overtuigend alsof ze dat wél kan.

Ik zie haar niet heel vaak, wegens al die onhandig geplaatste kilometers ertussen. Maar ik krijg gelukkig vaak fotootjes per Whatsapp en het is leuk te zien dat de door mij gemaakte kleertjes behoorlijk “in rotatie” zijn.  Schoondochter J. zei dat ze dit pakje erg prettig in gebruik vond, Joepie! dus toen collega M. aankondigde dat ze in december moeder wordt pakte ik één van drie de reserve-rompertjes voor haar uit de kast. Die waren weliswaar klaar, maar er zaten nog geen drukkertjes op. Ik installeerde me buiten bij de tuintafel met hamer, centimeter en de doos met drukkers en mepte ze op hun plaats.

Ik was er wel drie kwartier zoet mee. Natuurlijk ging er één drukkertje helemaal scheef en moest ik dat met veel gepeuter weer uit de stof verwijderen zonder een gaatje te maken. Ondertussen heb ik mijn plan om een heleboel rompertjes te maken wel herzien. Het naaien kost me inderdaad niet veel tijd maar het bevestigen van honderden van die drukkertjes wél.

*Ik heb wel vaker van die woeste ideeën, meestal brengt de realiteit of anders Echtgenoot Yep me wel weer tot rede

Veertig

De laatste twintig weken stuurde ik elke week een kadootje voor het kleinkind naar Zoon en Schoondochter. Ongeveer de helft zelf gemaakte dingen, maar ook een pak billendoekjes, wat chocolaatjes en een slinger met de tekst “het is een meisje”. De laatste drie weken liep ik door algemene drukte wat achter, dus kadootje 38, 39 en 40 gingen gisteren samen op de post.

Nummer veertig is een zelfgebreid dekentje van heerlijk zachte wol. Dun maar wel warm en goed bruikbaar in de kinderwagen. Een dezer dagen moet de kleine zich melden, dus zit ik -nogal ongewoon voor mijn doen- nooit verder dan 30 centimeter van mijn telefoon.

Wat ik maakte: een soort van tas.

16 december 2016:

een luiertas

Toen Dochter nog heel klein was kreeg ik een kanariegele plastic luiertas kado. Ik had zelf niet gedacht dat dat handig was, maar de tas bleek vooral de eerste paar maanden erg praktisch voor korte uitstapjes. Hij bevatte een of twee luiers, een pakje billendoekjes en een schone outfit. De tas zelf bestond, uitgevouwen, uit een afneembaar matje waarop de te verschonen nazaat paste. Zoiets wilde ik maken voor schoondochter J, maar wel van een andere kleur, en wat vriendelijker materiaal dan dat plastic.

Ik zocht een patroon en verzamelde materiaal: jeans en een soepele vinyl, beiden lichtblauw. Daarbij de eerder beschreven bandjes. Ik wist toen nog niet of de baby een jongen of een meisje was, maar buiten dat, niet de baby maar de ouders moeten de tas dragen. Toen ik alles bij elkaar had maakte ik eerst een paar proefjes met verschillende soorten vulmateriaal.

De bovenste is gevuld met één laag schuim, speciaal om in tassen te verwerken om ze wat “body” en stijfheid genoeg te geven. De middelste proef heeft twee lagen van datzelfde schuim, de onderste een laag schuim en een laag fiberfill. Het bleek dat mijn naaimachine de dikkere varianten niet goed aankan, hij ging steken overslaan. Buiten dat lieten de dikkere materialen zich niet zo makkelijk tot een envelop-model vouwen. Ik bedacht dat de baby er natuurlijk geen uren op hoeft te liggen, dus de uiteindelijke keuze voor één laag schuim is wel goed. Het is een heel andere tak van sport, tassen maken. Alleen al het verwerken van zo’n plaat schuim: de hele tafel moest leeg om het onder de naaimachine door te kunnen schuiven. Ik leerde de biasband-truc via een tutorial van een quilt-website. Het vinyl moest in één keer goed genaaid worden, als je een naadje uithaalt blijven er zichtbare gaatjes achter.  Maar het lukte allemaal toch best goed.

De twee zakjes klappen opzij weg en dan kun je bij de inhoud (de beer mocht even voor baby spelen).

Dit is een tas waar ook mijn stoere zoon wel mee over straat wil, denk ik…. als hij achter de kinderwagen loopt. Of het ook echt een bruikbaar ding is blijkt natuurlijk pas als de baby er is. Ik weet nog dat ik mijn gele tas niet meer gebruikte toen Dochter een maand of vier, vijf was. Er moesten steeds meer speeltjes en fruithapjes en slabbetjes en nog meer speeltjes mee.

Wat ik maakte: een babypyamaatje

10 november 2016

een overslagtruitje en een pofbroekje

161108babypyama

Het kleinkind-in-de-maak is inmiddels zo groot als een avocado. Om de zestiende week van haar/zijn bestaan te vieren maakte ik dit ensemble. Het patroon voor het overslagtruitje is zelf getekend, losjes gebaseerd op het patroon voor een rompertje dat ik eerder gebruikte.

Het broekje is, net als dat rompertje, een patroon van Lara Sanner. Eigenlijk zou dat van een gewoon katoentje gemaakt moeten worden, bij voorkeur met ruches langs de pijpjes. Schattig natuurlijk, maar ruches zijn niet zo toepasselijk als het een jongen is. Dus koos ik voor dit groene tricootje van precies de goede kleur. Het lapje dat ik had was net niet groot genoeg voor iets anders… het moest zo zijn.

161108pyamadetail

Het ziet er best professioneel uit. Natuurlijk had ik de juiste kleuren garen nog op de lockmachine laten zitten. Ik vind het zelf erg leuk geworden maar ik denk dat ik het nóg leuker vind als de baby er ook feitelijk in zit. 🙂

Wat ik maakte: een rompertje.

13 oktober 2016:

Een babypakje

161003rompertjetwee

Hehe. Eindelijk een baby waar ik fijn van alles voor kan naaien en breien. Eerder maakte ik dit rompertje al eens, dat eerste exemplaar ligt nog in de kast. Het is namelijk nogal roze, voor de kleine onbekende wilde ik wat meer neutrale kleuren. Wel lekker vrolijk, maar niet roze of blauw. Tijdens het naaien sloeg ik wel aan het twijfelen over de maat. Het patroon zei dat het geschikt was voor baby’s van 0 tot 3 maanden maar ik vond het, met de mandarijn-vergelijking in gedachten, zo gróót worden! Ik wandelde dus naar een plaatselijk grootwarenhuis en kocht een maatje 50-56 (pasgeborenmaatje) om de maat te kunnen vergelijken. En inderdaad, mijn rompertje zal wel wat langer in de kast kunnen blijven.

161003rompertjesmaat

 

Wat iemand anders van mij maakt…

11 oktober 2016:

Ik word oma.

161011kleinkind

Op bovenstaande foto ziet u een nieuw lid van onze familie. Het is op het moment  nog maar “zo groot als een mandarijn”, ik hoorde ook de vergelijking met een hamster al langs komen. Hoe dan ook, het is de bedoeling dat het nog minstens tot half april bij schoondochter J. blijft inwonen. Ik vind het zó leuk! Hoewel het een rare sensatie is om opeens een generatie op te gaan schuiven… ik ben erg benieuwd wat voor iemand het wordt, dit kleintje. Vast een heel leuk mens, het krijgt (eeeh het hééft) namelijk ook erg leuke ouders.