Wat ik vandaag maakte: een bijzondere gratin

21 september 2015:

Spaghettipompoen-gratin

150903pompoenen

De langwerpige middelste van dit gezellige rijtje is een spaghettipompoen. De enige reden voor de naam is het feit dat het vruchtvlees na het koken in draadjes uit elkaar valt. Hij smaakt vooral naar pompoen en beslist niet naar spaghetti. Zijn grote buurman op het bankje is een zogenaamde naaktzadige of oliepompoen. De pitten daarvan hebben geen schilletje en kunnen zo, al dan niet geroosterd, over de sla worden gestrooid. Vooralsnog vind ik hem te mooi om stuk te snijden. Vriendin H. kocht de zaadjes voor deze twee bijzondere soorten en deelde die ruimhartig met mij. In haar tuin wilden ze geen van beiden aan de groei, ik kon -naast een stel hokkaido-pompoentjes- vijf spaghettipompoenen en het naaktzadige kroonjuweel oogsten. Die ik dan natuurlijk weer met haar deel.

het restje...
het restje…

Maar goed. De spaghettipompoen. Echtgenoot Yep sneed hem in de lengte door. Ik kon dat niet zelf… het ding was te hard en te glad. Ik schepte de zaadjes* er uit, bestreek de helften met olie en strooide er wat peper en zout over en roosterde ze drie kwartier in de oven op 190 graden. Een dag later haalde ik met een vork het vruchtvlees uit de helften en de draadjes los van elkaar en deed die in een ingevette ovenschaal. Ertussen legde ik stukjes gebakken ontbijtspek en grof gehakte walnoten, er overheen strooide ik Parmezaanse kaas en broodkruimels die ik van een stukje oud brood had gemalen. 15 minuten in de oven om op te warmen en een minuutje onder de grill om te bruinen. Héérlijk!

*en bewaarde er natuurlijk een stel van, voor volgend jaar.