Scheef

Ooit had ik een gele sjaal met zwarte vlekken, Ik was er erg dol op en droeg hem vaak maar hij belandde een keer in de kookwas en toen was het geen sjaal meer.

Toen ik deze stof van Nooteboom textiel zag moest ik aan mijn betreurde sjaal denken en ik kocht er meteen anderhalve meter van. Vijftig centimeter voor een sjaal, de rest voor een legging. Of een t-shirt. Dit soort stof, tricot, wordt rondgebreid in de fabriek, als een lange koker. Zoals sokken gebreid worden, maar dan met fijner garen en met héél veel meer steken. Dan wordt de koker aan één kant doorgesneden zodat het een lap wordt. De knipranden worden ingesmeerd met een soort lijm, zodat de zaak niet gaat rafelen. En daar gaat het vaak fout, ook bij mijn stippenstof. Want als de koker wat gedraaid zit gaat de knip niet recht door de stof maar diagonaal. De verkoper van de stof knipt lappen van de rol, haaks op deze lijn, waardoor álle kanten van zo’n lap stof scheef worden. Ik kocht dus een soort van ruit, in plaats van de gewenste rechthoek. Kledingstukken die daarvan zijn gemaakt zullen blijven trekken, of om het lijf draaien. Aan alle kanten een hoek er af knippen om het recht te maken is een optie, maar dan wordt de lap veel kleiner.

Voor het maken van een sjaaltje is dat gelukkig niet zo erg. Maar ik zou met plezier de stof als koker kopen… want afgezien van het scheve is het prima materiaal.