Parijs

Ballet, museum, winkelen. En lekker eten ook

Twee nachten en drie dagen in Parijs, het was heerlijk. Opera Garnier is het ultieme bonbondoos-theater, rood pluche en verguldsel, kroonluchters en loges.

Het nummer op mijn stoel

We zagen er Tree of codes, een modern ballet met licht- en spiegeleffecten, de enscenering was gedaan door Olafur Eliasson. Het leek wel een droom. Ik zou zo graag opschrijven hoe het was, al is het maar om het zelf nog een beetje vast te houden, maar ik weet geen woorden.

‘s Avonds viel ik om een uur of negen bijna letterlijk om, zo moe was ik! Maandag gelukkig weer fris en fruitig, gingen we naar het Louvre. Daar waren we nog nooit geweest, elke keer dat we in Parijs waren stond er een ontmoedigend lange rij voor de ingang. Maar nu, maandagochtend, viel dat mee. We brachten er een hele dag door en we keken onze ogen uit.

alleen het gebouw al… hier de eregalerij. Rechtsaf hangt de Mona Lisa, kennelijk voor veel bezoekers de enige reden naar het museum te gaan.
We bekeken het gedrang eventjes. Maar daarna zagen we allerlei anders: goedgebouwde naakte soldaten (nuja, ze hadden wél een helm op), kussende marmeren beelden, we bekeken sfinxen op een rij en we zagen Nikè.
Ik vond haar wel het allermooiste geloof ik.

Dinsdag was Valentijnsdag, in Parijs doen ze daar niet kinderachtig over. Rozen, aardbeien, champagne, hartjes en alles.

Jum.
Zei ik al jum?

We gingen naar Montmartre, waar ik fijn wat lapjes bemachtigde, daarover later meer. En nu zijn we weer thuis met een heleboel mooie herinneringen… en ga ik lijnen.