Al een hele tijd geleden ontdekte ik de mogelijkheid om in je eigen tuintje ook eetbare paddenstoelen te kweken. Wat je daarvoor nodig hebt was wat lastig te verkrijgen: Een stammetje, omgeveer 15 cm in doorsnee, níet van fruit of naald, liefst nogal recent gezaagd van een gezonde boom. Ik dacht, dat kan niet moeilijk zijn, er zijn in de provincie heel wat bomen gekapt. Maar in de praktijk bleek het toch lastig om iets te vinden, ik claimde dan ook onmiddellijk de stam van de kastanje die Echtgenoot Yep enkele weken geleden uit de volkstuin verwijderde.
We bestelden “deuvelbroed” (prachtig woord he? Het lijkt wel een scheldwoord uit een middeleeuws theaterstuk!). Dat zijn dus inderdaad deuveltjes met sporen van de gewenste paddenstoelen. We bestelden er een stammetje bij, dat bleek dus óók te kunnen… ik was niet eens op dat idee gekomen. Dus toen hadden we kastanje en eik. Een vriendelijke klant, die ik op mijn werk had verteld over dit plan, sleepte een stevig blok esdoornhout uit zijn eigen tuin aan. Zodoende konden we drie verschillende soorten paddenstoelen kiezen. We bestelden shii take, oesterzwam en pruikzwam. Gisteravond boorde Echtgenoot Yep gaten in het eikenstammetje waar de shii take-deuveltjes in gestopt werden. Groeien maar daarbinnen!
De gaatjes werden gesloten met kaarsenwas om andere organismes buiten te houden. De stammetjes moeten vervolgens rustig een tijd (een héél lange tijd) in de tuin liggen, in het wilgenbosje want paddenstoelen willen niet te zonnig en niet te droog. Als alles volgens plan gaat kunnen we in 2021 een paar en in 2022 een hoop paddenstoelen oogsten. Het is redelijk zorgvrije teelt, maar ook wel een zaak van veel geduld.