Het was prachtig winterweer, zonnig en fris. Echtgenoot Yep had in het weekeinde de hazelaar in onze achtertuin gehalveerd, er lag een grote stapel takken en stammetjes. Geriefhout zei hij optimisch. Dus besloot ik mijn maandag tuindag níet op de volkstuin door te brengen, maar gewapend met snoeischaar, takkenzaag en afkortzaag de hele berg te verwerken.
De stammetjes en dikkere takken werden op kachelformaat gezaagd en in een rek gestapeld om te drogen.
De lange rechte takken en nog wat ander spul van bruikbaar formaat gaan mee naar de volkstuin. Tot nu toe gebruikten we wilgentakken om bonen en dergelijke aan te binden, maar die hebben een nadeel: wilgentakken schieten onmiddellijk wortel en nemen water en voedsel van de plant die ze zouden moeten steunen. De twijgjes en dunne takjes maakte ik klein en die werden zodoende strooisel voor in de kippenren.
Ik maakte ook kennis met de tuinen van weldadigheid. Nee, dat is geen holistisch-spiritueel wellnesscentrum maar een sympathiek bedrijf in het noorden van het land met een webwinkel waar pootgoed en zaden verkocht worden. Ze hebben een enorme sortering pootaardappelen, die ze ook per 5 stuks leveren. Dat is fijn, dan kun je eens wat experimenteren. Ik kocht, naast wat we “gewoon” al aan aardappelen hadden nog drie extra soorten: een super vroege, een donkerpaarse en een grote puree-aardappel. En ook 5 klaverknolletjes. Vooralsnog liggen ze allemaal vorstvrij in het donker in de schuur… het is nog te vroeg.