Deze dame is, vlak voor het nemen van deze foto, door een schapenscheerder van haar dikke winterjas ontdaan.
Ik kreeg van A. de vacht kado, ik nam hem zo van het schaap (het was nog warm) in een grote ietwat riekende zak mee.
Twee jaar stond het in de schuur. Een kilo of drie wol, met een kilo of twee stro, gras, schapenkeutels en allerlei andere ballast er tussen.
Ik experimenteerde met een paar plukjes: Ik ontdekte dat de wol een mooie glans heeft als het gewassen is, dat er prima mee te spinnen is. Ook vond ik harde stugge roodachtige haren tussen de wol, gelukkig wel véél minder en korter dan de wol, hopelijk makkelijk te verwijderen. En ik stopte een gesponnen strengetje in de wasmachine. Geen goed idee: Er kwam een knoerthard balletje uit. Prima viltwol, was de conclusie.
Ik zocht eens wat rond met wat voor schaap ik hier te maken had. De eigenares wist het ook niet, maar na wat googelen denk ik dat het een Coburger Fuchs is.
Binnenkort kan ik een tijdje een kaardemolen lenen dus werd het tijd om de wol eens echt aan te pakken. Pluk voor pluk heb ik de wol uitgezocht: de ergste ongerechtigheden eruit gehaald. Daarna voorzichtig in een emmer met loeiheet sop van water met afwasmiddel laten zakken (niet roeren, dan vilt het) en dat een dag laten staan, daarna in een vergiet uitspoelen (alweer zonder roeren) en buiten op een rooster laten drogen. Nu staat er een enorme, veel minder riekende zak met min of meer schone wol op zolder.
Hierna kan het gekaard, gesponnen, nogmaals gewassen, eventueel geverfd, en daarna gebreid worden. Het zou zomaar kunnen dat het nog weer twee jaar duurt voordat dit weer een jasje is.
wow, wat klinkt dat allemaal ingewikkeld!
Het valt hard mee hoor, ‘t is vooral saai. En vies.
Oew dat klinkt wel heel uitgebreid, maar wat een prachtige foto’s heb je, vooral de eerste (A)