- Witlofilotaart, hoofdgerecht voor 2 a 3 personen.
- 3 plakken bakbacon of 5 plakjes ontbijtspek in stukjes
- 6 struikjes witlof in de lengte gehalveerd
- 60 gram boter
- 1 eetlepel suiker
- 1 eetlepel gedroogde tijm
- 6 grote vellen filodeeg
- 3 eieren
- 100 ml melk
- 1 rolletje zachte geitenkaas
Bak het spek in een grote koekenpan eventueel in een klein beetje olie, tot het bruint. Haal met een schuimspaan uit de koekenpan en smelt de helft van de boter er in. Strooi de suiker in de koekenpan. Leg de struikjes lof in de koekenpan op het snijvlak en laat heel zachtjes bakken tot de snijvlakken bruin en gekaramelliseerd zijn. Verwarm de oven voor op 180 graden. Smelt de andere helft van de boter in een steelpannetje, bekwast een grote springvorm ermee, en het filodeeg. Leg een vel deeg plat met een rechte kant naar je toe in het midden van de vorm, daarna vier vellen overhangend over de rand en dan weer een vel in het midden met een punt naar je toe. Leg de struikjes lof er in met de snijvlakken naar boven. Bestrooi met de tijm, verdeel de stukjes spek erover en verbrokkel de geitenkaas er over. Frommel de overhangende vellen deeg luchtigjes terug in in de vorm, zodat ze een rand vormen.Klop de eieren los met de melk en giet het mengsel in de taart. Bak 20-25 minuten tot het deeg krokant bruin is. Het kan nodig zijn het midden met de geitenkaas wat af te dekken.