Zelfs in een “mager” jaar als 2024 komt er een kilo knoflook van de tuin. Ik gebruik het veel, dus het is erg welkom.
Eerst wordt de oogst gesorteerd, de beschadigde bolletjes en de losse teentjes worden apart gehouden, die moeten eerst op. De onbeschadigde bolletjes worden ingevlochten tot trossen die ik in de schuur hang. Zo blijven ze maanden goed, maar eigenlijk net niet lang genoeg: in februari beginnen ze uit te lopen. En in juli komen de nieuwe pas. Bij de oogst van dit jaar heb ik het anders aangepakt. De bewaarbolletjes zijn wel ingevlochten en opgehangen, maar ik begin meteen met het gebruiken ervan. De bollen die niet geschikt waren om te bewaren heb ik (buiten) allemaal gepeld.
Daarna verhakselde ik ze in de keukenmachine tot pulp. Niet echt een pasta, nog echt stukjes knoflook. Fijnproevers griezelen van knoflook uit de keukenmachine, maar ik proef eerlijk gezegd weinig verschil tussen dit product en brunoise gehakt op een plank van Hollands Iepenhout, met een Japans damastgesmeed koksmes… Maar ik dwaal af. Deze pulp ging in een plastic zakje, ik drukte dat plat en kerfde er ruitjes in met de botte kant van een tafelmes: 45 vierkantjes knoflook ter grootte van één teen.
Dit gaat in de vriezer, makkelijk om één zo’n ruitje af te breken en precies 55 seconden tot zo’n blokje ontdooit is en in de pan kan. Als de bolletjes in de schuur uit beginnen te lopen heb ik hier nog 45 porties op de pak. En als ik in januari denk dat ik nog wel veel in de schuur heb hangen, dan doe ik het nog een keer.