Goedemorgen

Muesli
Muesli

 

Kijk! Zelfgemaakte muesli. Of eigenlijk lijkt het meer op cruesli. In de Engelssprekende landen heet het Granola, maar dat klinkt wel érg gezond.

Schoondochter J. gaf me het recept, en sindsdien heb ik elke week het muesliblik gevuld met eigen productie, wat maar nét toereikend is voor ons tweetjes.  Het is zó lekker dat ik niet snap dat ik me jaren tevreden heb gesteld met de grootgrutterversie uit de winkel. (Echtgenoot Yep deelt deze mening, zegt hij)

Nadat ik er mee begonnen was trof ik ongeveer hetzelfde recept in Elle Eten.

Het basisrecept:

180 gram havermout (geen brinta of de gemalen maar echte grote vlokken van bijv ekoplaza)

40 gram geraspte kokos of kokossnippers

60 gram honing

40 gram boter

Snufje zout

100 gram ongezouten, ongeroosterde noten, bijvoorbeeld hazelnoten, amandelen, pecans of walnoten

Gedroogd fruit bijvoorbeeld rozijnen, banenenchips, dadels, cranberries.

Verwarm de oven voor op 170°c. Hak de noten grof. Smelt de boter met de honing in een pannetje. Meng de gesmolten honing-boter grondig met de havermout, kokos en noten zodat alles een gelijke coating heeft. Stort de muesli op een met bakpapier beklede bakplaat en bak 40 minuten in de oven bij 170°c, roer de muesli regelmatig door zodat deze helemaal goudbruin wordt. Laat het afkoelen en meng het gedroogde fruit erdoor. In een afgesloten pot is het zeker 2 weken houdbaar, maar meestal al voor die tijd op.

Er kan een snuif gemberpoeder door het honingmengsel worden gemengd. Of kardemom. Of kaneel. Je kunt variëren en uitbreiden met allerlei ingrediënten, maple syrup in plaats van honing. Of bruine suiker. Sesamzaadjes er door. Pijnboompitjes of pistachenoten.

Gegarandeerd geen ochtendhumeur meer.

Winkeltje

In April 2012 bewandelde ik een zijpaadje: Ik haakte een kralenkoord. In de maanden erna bleek ik het zijpaadje toch regelmatig op te zoeken, er kwamen langzaam maar zeker kettingen bij.

130930-kettingen2
Gesorteerd: de eerste ligt onderaan, de nieuwste bovenaan

Ik werd er steeds sneller in en het resultaat werd ook mooier. Het is op de foto niet te zien, maar nummer drie bijvoorbeeld is zo strak en stijf gehaakt dat hij nauwelijks te buigen is. Die maak ik nog wel een keer over denk ik. Tussendoor is ook aardig wat gerecycled. Vooral de blauw-zwart-zilveren was een werk van lange adem. De kraaltjes moeten namelijk van tevoren op de draad worden geregen en in dit geval natuurlijk in de juiste volgorde. Eén kraaltje fout betekent helemaal opnieuw beginnen…. Ik zal niet vertellen hoe vaak ik die heb uitgehaald! (en wat ik daarbij zei)

Gunmetal-zilver-spiraal
Gunmetal-zilver-spiraal

Een paar ervan draag ik zelf graag, maar ik heb er inmiddels tien. Zou ik er een winkeltje in beginnen? Het vaststellen van een geschikte prijs is lastig, er zit gemiddeld voor zo’n 15 euro materiaal in. En héél wat tijd (zie boven)

130930-kettingen

Wat vindt u, lezer? Wilt u misschien een handgemaakte, handgehaakte exclusieve ketting kopen? Voor hoeveel?

 

 

Conserveren

Als je in het bezit bent van een volkstuin heb je vaak een luxeprobleem: Het is onmogelijk om alle opbrengst op te eten op het moment dat het van de tuin komt. Vier kilo sperzieboontjes met zijn tweeën is gewoon te véél. Gelukkig laten peulvruchten zich over het algemeen goed invriezen. Ik heb, door ervaring wijs geworden, dit jaar voor het eerst ook droogbonen in de tuin staan.

Voorraadje knoflook

In de schuur staat een prettige voorraad houdbare spullen: Aardappelen en uien liggen in kratjes tussen kranten en jute zakken. Knoflook hangt in trosjes gevlochten aan het plafond. Winterwortels wachten op consumptie in een laagje zand.

Er zijn veel conserveringstechnieken. Invriezen is wat werk maar wel handig, vooral op het moment dat je, midwinter, na een werkdag snel de maaltijd op tafel wilt hebben.  Inmaken in potten voegt vaak zelfs iets toe. Augurken zijn bitter, echt niet lekker, maar ingelegd in het zuur wél.

Augurken achter glas

Rode bessen vind ik in de vorm van gelei stukken lekkerder dan rauw. Zuurkool maken staat over enkele weken op het programma, ik wil me dit najaar ook eens buigen over het maken van wijn.

de wintervoorraad, afdeling “zoet”

De voorraad in de schuur en een plank vol potjes en flesjes met eigen productie aan het einde van de zomer maakt me diep gelukkig. Ik vermoed dat één van mijn verre voorouders een eekhoorn moet zijn geweest.

 

 

Wasdoekjes

Ik geloof dat wij Nederlanders de enigen ter wereld zijn die washandjes gebruiken. Ik heb geen verwijzing naar een onderzoek om deze bewering te ondersteunen, wel zie ik vaak buitenlandse breibloggers “washcloths” maken. Wasdoekjes dus. Yarnharlot postte er onlangs nog over; de dames van Mason Dixon Knitting breien niet alleen wasdoekjes maar ook vaatdoeken.  En gastendoekjes, en gordijnen en vloerkleden… dat is me wel een brug te ver. Maar die wasdoekjes, dat wilde ik weleens proberen.

130907wasdoekje
wasdoekje

Het is een ideaal breiwerkje voor in de auto of bij de film, gewoon rechttoe rechtaan in gerstekorrel, het kan bijna niet eenvoudiger.

130907wasdoekjes1
witte wasdoekjes

Ik breide er zes in de auto onderweg naar de vakantiebestemming en terug, ik vind het resultaat minstens charmant!

130907wasdoekjes2
Een keurig stapeltje van zes

En natuurlijk heb ik meteen na het voltooien van de eerste mijn gezicht ermee gewassen, dat ging prima. Ik denk dat ik er nog een stuk of wat ga breien. Het is natuurlijk een wat minder glamoureus project, en anders dan dit blogje zullen niet veel mensen ze zien. Maar je bent een zelfmaakfundamentalist of je bent het niet.

Goed gebruik

We waren op bezoek bij oude vrienden. We praatten, wandelden en praatten, we gingen naar een concert en naar een museum en praatten nog meer. De tafel werd gedekt voor het avondmaal met kristallen glazen en het familiezilver, compleet met monogram. (Deze vrienden komen uit een illustere familie) Ach ja, zei de gastvrouw, waarom zou je het niet gewoon gebruiken?

Ze had gelijk. Waarom zou je iets dat mooi en goed is in de kast stoppen om het te sparen?

In juni brak er brand uit in een kledingfabriek in Bangladesh. In de korte mediastorm die erop volgde bleek eens te meer hoeveel er mis is in de kledingindustrie. Een T-shirt dat vijf euro kost kan alleen maar betekenen dat iemand geen goede beloning heeft gekregen voor zijn werk of materiaal. Het kweken van katoen, het spinnen en verder verwerken tot een lap, die daarna geverfd en tot een kledingstuk gemaakt wordt is een lang en ingewikkeld proces, waarbij het ook nog voor elke stap de wereld rond wordt gesleept. Het kan gewoon niet kloppen dat het daarna voor een paar euro bij een discounter verkocht wordt… (die het voor minder dan de helft van die prijs heeft ingekocht.)

Helaas is het kopen van duurdere kleren geen garantie dat alle mensen die eraan gewerkt hebben een nette beloning hebben gekregen voor hun werk. Het is, enkele uitzonderingen daargelaten, voor een consument niet na te gaan waar en hoe een kledingstuk geproduceerd is. Dat zit me best dwars.

In mijn kamer staat een naaimachine. En een lockmachine.

130814
Machinepark

Aan de muur hangt een diploma van de modevakschool.

130814diploma
Diploma Rotterdamse Snijschool

Waarom zou ik het niet gebruiken? Het geldt net zo goed voor vaardigheden als voor tafelzilver: Het is zonde om het ongebruikt te laten. Zeker in dit geval.

Dus kocht ik een lapje en maakte ik een shirt. Dat paste prima, dus maakte ik er nog een, en nog een… en daarna een jurk.

130814 jurk1
jurkje

En toen nog een paar jurken. Ik maakte zelfs…

130814slipje
slipje

…een onderbroek.

Het quilten moet maar wachten tot na mijn pensionering. Ik heb het bijzonder naar mijn zin met mijn doe-het-zelf garderobe! Natuurlijk gaat er tijd in zitten, maar winkelen kost ook tijd (en in mijn geval vaak ook méér geld)

Ten minste één van mijn huisgenoten wordt ongeveer net zo gelukkig van mijn kleermakerij als ik zelf.

130814Minoes
Nee, ik maak geen bontjasjes. Zo’n mooie als Minoes heeft!

 

Oorlogstuin

In de eerste én tweede wereldoorlog werden mensen aangemoedigd groente te verbouwen in de tuinen bij hun huis. Zo was er méér voedsel beschikbaar voor het leger en leden de burgers minder gebrek. Nederland was natuurlijk geen deelnemer in de eerste wereldoorlog, (hoewel er best schaarste zal zijn geweest, gedurende die jaren) en in de tweede wereldoorlog werden we na een dag of wat technisch gesproken Duitsland. Bezet gebied, maar niet in oorlog. De oorlogstuinen waren vooral een Engelse en Amerikaanse affaire. Een google zoektocht naar “oorlogstuin” geeft alleen wat Belgische resultaten, zoek je naar “war garden” of “victory gardens” zoals de lapjes met groente optimistisch werden genoemd vind je een schat aan informatie. De BBC heeft zelfs een televisieserie aan de voedselvoorziening in die jaren gewijd, War time farm

boontjes en erwtjes
erwtjes net geplukt, boontjes bijna rijp

Wij besloten in het vroege voorjaar in onze eigen voortuin een oorlogstuin te maken. Als een historisch project, we verwachten geen oorlog. We wilden het precies uitvoeren zoals het toen gedaan zal zijn. Daarvoor hebben we een boekje met een handleiding gebruikt, dat we hier vonden. Het was vooral de bedoeling dingen te kweken die in die tijd óók in de tuinen zouden staan, geen knoflook dus bijvoorbeeld, en geen kiwi of paprika. En wel koolraap.

Sla en uien
uien, worteltjes, sla. Rechtsboven aardappelen, die bijna uit de grond kunnen.

Het is verrassend hoeveel groente er in een lapje van 5 bij 5 meter past. Er zijn naast de voornoemde koolraap doperwtjes, sperciebonen, worteltjes, peterseliewortel, sla, aardappelen, uien, prei, spruitjes, selderijknol, boerenkool en mais. Hoewel er van de mais maar twee planten zijn opgekomen.

sla
net geplukte kropsla.
Uien
de uien kunnen ook bijna uit de grond

Ik weet nog niet wat ik met de koolrapen moet gaan doen… en peterseliewortel is ook nieuw voor me.

Koolraap
Wat te doen met een koolraap?

Het is vooral leuk hoeveel aandacht ons voortuintje dit jaar van passanten krijgt. We overwegen een bordje met uitleg erbij te zetten.

 

De liefde de liefde…*

In januari bezweek ik in een quiltwinkel voor de verleiding van een stapeltje gekleurde lapjes. In de weken daarna stroopte ik met tussenpozen het internet af op zoek naar quilt tutorials, voorbeelden, online cursussen. Hoewel ik dacht dat ik na een levenlang knutselen en handwerken en een voltooide kleermakersopleiding het quilten toch vrij makkelijk zou moeten kunnen oppakken. Ik vond website na website vol informatie, een woordenboek vol nieuw jargon. Het ging over borders en over paperpiecing, over Dear Jane, over tacking en freeform en amishquilten… Gewoon maar eens beginnen, zo dacht ik en zocht een niet al te moeilijk lijkend voorbeeld.

Ik vond deze erg leuk. Hoewel ik wel wist dat ik niet genoeg materiaal had om hem te maken besloot ik toch bij wijze van training een aantal van deze “ninepatch” blokken te maken.

Ninepatch1

 

SAMSUNG

Dat was een heel werk. “Echte” quilters hebben een snijmat met een liniaal en een scherp soortement van pizzasnij-wieltje, waardoor ze rechte stroken en blokjes kunnen maken. Ik had een schaar, en niet zo’n vaste hand als ik zou hopen.

Foutje!

Na een avond of twee prutsen had ik tien blokken. Niet eens zo erg mooi en ik weet eigenlijk niet goed wat ik er verder mee zal doen.

Een andere manier om iets te leren is een zogenaamde “kit” kopen: geen gedoe met het juiste materiaal verzamelen, een duidelijke uitleg en een goed voorbeeld van het uiteindelijke resultaat.. Ik vond een pakketje met materiaal, patroon en uitleg voor het maken van een klein wandkleedje met schaapjes. Leuk! hij is al bijna klaar. Maar les 1 voor een beginnende quilter is het niet helemaal, het is vooral vilt applique en borduren.

SAMSUNG

 

Eind mei gingen we een weekeinde logeren bij Britse vrienden. Shelagh is na haar pensionering, nu zes jaar geleden, aan het quilten gegaan. Het gespreksonderwerp moge duidelijk zijn, ik ging met haar mee naar haar quiltgroep-meeting en op het bed waarin ik dat weekeinde sliep lag haar tweede project.

SAMSUNG

Samengesteld uit reepjes stof van oude jurkjes van haar inmiddels volwassen dochter, stukjes van versleten blouses en rokken, restjes gordijnstof, hier en daar iets gekregen of iets nieuws erbij gekocht: Twee en een halve vierkante meter herinneringen, liefdevol gerangschikt tot een duizelingwekkend kleurenpalet. Het is een prachtig, heel persoonlijk stuk.

SAMSUNG

Je kunt als iets te overmoedige beginnende quilter alleen maar erg stil en klein worden van zoiets moois. En twee wijze lessen leren. Allereerst iets over Keulen en Aken en de tijd die het kostte om beide steden te bouwen. En ook dat je voor het maken van een quilt (voor het maken van wat dan ook) altijd eerst een Plan moet hebben.

*De liefde, de liefde, zo sprak een meesteres

is niet alleen een latex- maar ook een leerproces.

 

 

Babies

In  korte tijd arriveren drie nieuwe aanwinsten in onze kennissenkring. Zeker in dit jaargetijde is het natuurlijk zaak zo’n klein mensje warm welkom te heten… gebreide babytruitjes dus. Ik ben de laatste tijd geheel verslingerd geraakt aan wollmeise breigaren, dus maakte ik daarvan voor baby K. een gestreept overslagtruitje:

Baby K is inmiddels een maand of twee en hij is onderweg een groot filosoof te worden. Zijn gezichtsuitdrukking op een foto die ik van hem zag weerspiegelde een groot contemplatief vermogen.

W. verwachtte haar eerste kindje. Ik breide een overslagtruitje met hartjes:

Maar daarna kreeg ik twijfels. Wat als W. een zoon zou krijgen? Niet dat het een pasgeboren babietje iets zal uitmaken wat het aan heeft, maar roze en hartjes voor een jongetje… nee. Toch maar niet. Dus nog maar een gestreept truitje in jongenskleuren gebreid.

Inmiddels is duidelijk wat de meest geschikte kleur is voor dit kindje:

Overigens, het gekleurde peutervestje waar ik een tijd terug over schreef is met een arts mee gegaan naar een project voor kraamzorg in een bijzonder arm (en koud) deel van Nepal. Ik vond het erg leuk daar ook een foto van terug te zien.

 

Oh jee.

Héél lang heb ik het weten te weerstaan. Ik heb genoeg te doen. Ik heb geen tijd om ook nog te gaan quilten. Maar naast het hotel waar wij een weekeindje hoofdstad doorbrachten zat een quiltwinkeltje.

En na er twaalf keer dapper voorbijgelopen te zijn op weg naar de tram was mijn weerstand gebroken.

 

Ik kocht een bundeltje lapjes. En nog een bundeltje lapjes. En maakte een kort praatje met de aardige eigenares, die me meteen op een paar beginnersfouten wees. Fijn! Nu nog een paar vrije uurtjes erbij vinden…

 

Resultaat

Het is een voortdurende discussie tussen breiers: Brei je voor het proces of gaat het om het resultaat? Tenslotte koop je voor een paar euro prachtige sokken, een bol goede sokkenwol kost al gauw een tientje en dan moet je er nog een uurtje of dertig (in mijn geval) in investeren voor je ze aan kunt trekken. Niet goedkoop, of efficient. Aan de andere kant: Breien is fijn en rustgevend om te doen, er is geen winkel te vinden waar je sokken kunt kopen die zo mooi zijn als mijn zelfgemaakte. Maar over smaak valt te twisten. Voor mijzelf geldt dat ik het fijn vind als ik weet door wie, hoe en waar mijn spullen gemaakt worden. Ik zou ‘t liefst álles zelf maken.

Daarom bewonder ik de kunstenares Christien Meindertsma. Zij maakt er haar werk van de oorsprong van onze spullen te achterhalen en in kaart te brengen: Ze breide een trui van één schaap (die dan ook het nummer van het oorlabel van datzelfde schaap mee kreeg) en onderzocht wat er allemaal gemaakt wordt van één varken. Heel wat meer dan karbonaadjes en achterham, zo is te lezen in haar boekwerk hierover. Best ontregelend, eigenlijk.

Ook ontwierp ze voor het Audax Textielmuseum een geweven tafelkleed waarop afbeeldingen van alle planten die vezels bijdroegen aan het weefsel: Bamboe, vlas, katoen, banaan… en ook de herkomst en hoeveel gram van elke plant die in het kleed zit. Niet geheel toevallig hebben wij vorige week een exemplaar hiervan aangeschaft.

Loes Veenstra woont in Rotterdam, en ze breit al 57 jaar truien. Meer dan 500 stuks had ze in haar huis opgeslagen, een bonte verzameling. Hoe Christien Meindertsma dit ontdekte weet ik niet, maar ze heeft alle truien gefotografeerd voor een boek. Bij de presentatie ervan is er een heuse “flashmob” georganiseerd, waarbij de truien een grote rol speelden:

Het Verzameld Breiwerk van Loes Veenstra from Christien Meindertsma on Vimeo.

Tot 18 januari 2013 zijn ze te bewonderen in het Gemaal op Zuid in Rotterdam. We gingen er naar toe, dat wilde ik graag met eigen ogen zien.

De truien hangen allemaal aan het plafond, in een grote regenboog van kleuren. Prachtig! Wat misschien wel het meest tot de verbeelding spreekt: Loes Veenstra gebruikt geen patroon. Alles wat hier hangt heeft ze zelf bedacht. In een andere situatie had ze een gevierd ontwerper kunnen worden. Dit is een overzicht van 57 jaar breiwerk, de ontwikkeling van de mode is er in terug te zien, maar er hangen ook tijdloze ajourvestjes.  Zelf zegt ze dat het breien vooral haar handen wat te doen geeft en haar van het roken af houdt.

 

In de omslag van het boek -dat we ter plekke aanschaften- zijn de vezels verwerkt van negen truien die beschadigd waren en niet meer in de expositie kunnen. Een laat, maar erg mooi resultaat voor een echte procesbreier zoals Loes Veenstra. Hulde!