Vandaag: knopen aanzetten

Uit een streng wol die bedoeld is voor een paar sokken kun je precies een babytruitje breien.

Dat deed ik met deze prettige groene wol, ik breide sunnyside met een paar kleine aanpassingen. Daarna lag het maanden in de kast, want -bekentenis- ik hou niet zo van knopen aanzetten. Nu heb ik het toch maar even gedaan en het vestje geblockt. Nu nog een baby om er in te doen… maar dat zal vast door iemand anders gemaakt worden.

Vandaag: een snelle redding

Op het pleintje voor de winkel waar ik werk staat een prullenbak. Het ziet er niet zo ingewikkeld uit, maar de bak eronder is twee meter diep en wordt met een groot soort stofzuiger geleegd.

Een passant gooide er in het voorbijlopen een prop in en ook zijn sleutelbos. Enigszins ontredderd kwam hij vragen of ik een bezem of zoiets had zodat hij ernaar kon vissen, maar daarvoor is de bak te diep… En de sleutels waren niet te zien tussen de rommel. We belden de gemeente Goes, en binnen een kwartier stond er een ambtenaar met de benodigde spullen, nog een minuutje later kon de man zijn huis en auto weer in. Hulde voor de gemeente!

de Veste Verlicht, Goud

Van 3 tot en met 6 oktober is het Veste Verlicht in Goes. De derde editie, waarbij rondom de Oostvest van alles te zien en te beleven is. Alles wordt feestelijk verlicht, er zijn kunstwerken en optredens, een lampion-optocht en een carillon-concert met muziek uit de 17e eeuw. Het thema deze keer is namelijk Goud, de 17e eeuw wordt ook wel Gouden eeuw genoemd.

Echtgenoot Yep en een groep andere enthousiastelingen vormen de organisatie van het geheel, ik doe als vrijwilliger mee. Eén van de objecten is een kleine tuinkas, waarin een tafel komt te staan met brandende waxinelichtjes er op. Die kaarsjes kunnen mensen kopen en dan aansteken en erbij zetten -het is het enige object dat niet gratis is- en zo een bijdrage leveren aan de kosten van het feest. Eigenlijk net als in een katholieke kerk, maar dan in dit geval zonder kerk. Zo’n kasje vol kaarsjes ziet er van buitenaf ook prachtig uit. Alles in het kasje moet brandveilig zijn en, natuurlijk, goud! De tafel wordt bekleed met goudkleurig metaalfolie en om de muntjes van de bezoekers in te verzamelen heeft Echtgenoot Yep een dertig centimeter hoog spaarvarken goud gespoten.

Zo is hij een stuk leuker dan in het roze!

Een ander project heeft te maken met de schuttersstukken in ons regionaal museum. Er zijn er vier, ieder met een groep serieus kijkende mannen in hun mooiste kostuum, uit de Gouden Eeuw. Yep heeft ze alle vier op PVC doek laten printen, op groot formaat. De doeken worden op bouwhekken opgespannen langs de route, met spotjes er op gericht. Alle gouden accessoires die de heren Schutters dragen op de schilderijen worden met glansvernis en glitter benadrukt.

Daar mocht ik me ook mee bezig houden. Bovenstaande foto toont een voornaam heerschap met door mij beglitterd goudborduursel op zijn sjerp. Ondoenlijk om te fotograferen, maar ik denk dat het in het donker met een spotje er op erg goed gaat werken. Het wordt vast een erg leuk feest… kom kijken!

Negen!

De meeste kippen komen -jammer genoeg- ter wereld in een broedmachine. Maar in ons kippenhok wordt aan “natuurbroed” gedaan. Kip Fiep zat drie weken plichtsgetrouw op tien geadopteerde eieren, die gedateerd waren met potlood. Haar zus Keet legde er drie keer in de week nog eentje bij, die ze groothartig ook onder haar warme vleugels nam. Het was af en toe een heel gezoek om de eieren zónder potlood ertussenuit te vinden.

Maandagavond keek ik even bij de aanstaande moeder en zag dit. Joepie, de eerste was onderweg!

Een uur later, toen ik weer keek, was de geboorte een feit. Het kuikentje lag drijfnat uit te blazen van de inspanning, terwijl Fiep het allemaal verwonderd bekeek. Ik weet wel dat kippen geen gezichtsuitdrukking hebben, maar je kunt er natuurlijk moeiteloos verwondering op projecteren. Of moederlijke trots.

De volgende morgen waren er negen. Dat is veel, want er wordt bij natuurbroed van uitgegaan dat zestig procent van de eieren uitkomt.

Het zijn weer schattige kuikentjes! Dit exemplaar hebben we al Goudkopje gedoopt. En de televisie blijft uit, we hebben weer kuiken-tube in de tuin.

Project Knie

Enkele weken geleden mocht ik mij -met mijn gammele linkerknie– melden bij een deskundige arts van de Mobility Clinic in het UMC in Utrecht. Tot mijn opluchting bleken er meer mogelijkheden om de problemen te lijf te gaan; een prothese kan hopelijk en hoogstwaarschijnlijk nog jaren uitgesteld worden. Hoera!

Het behandelplan heet ACP, een serie van drie injecties met bloedplasma (mijn eigen bloedplasma) in mijn knie, de eerste is eergisteren geplaatst.

De drie opeenvolgende bezoeken aan het ziekenhuis in Utrecht combineer ik met drie overnachtingen bij Dochter, die daar niet ver vandaan woont. Dit maakt dat ik behoorlijk wat reistijd heb. Dus ik zocht een vrolijk makende bol garen uit de voorraad en begon aan een breiwerk dat goed te doen is in treinen en wachtkamers. Het knieproject. Eens kijken wat het eerste weg is: de bol garen of de pijn in mijn knie.

Nog niet klaar met Katherine

In 2016 begon ik aan een ambitieus breiproject: Katherine Howard. Helemaal verliefd op het mooie patroon en zelfverzekerd genoeg om me niets van de reputatie (van moeilijk en langdurig) aan te trekken.

Prachtig, toch?

Het rugpand voltooide ik, de voorpanden waren ook al behoorlijk gevorderd voor ik me realiseerde dat het me echt nóóit zou gaan passen. En wat erger was: door mijn tegenzin om eindjes af te hechten had ik voor elke lichter blauwe diagonaal een héél lang eind garen in gebruik. Ik maakte er eerst knotjes van, die vreselijk in de war raakten natuurlijk. Er werd nogal eens aan de draden getrokken. Daar konden ze slecht tegen. Shetland wol bestaat uit vrij korte vezels, dus het garen werd dunner en brak soms. Ik probeerde het op te lossen met zogenaamde visjes, maar ook dat hielp niet veel, ook die raakten steeds in de knoop en het breiwerk werd er bepaald niet mooier van. Ik breide nog een klein stukje dapper door, maar toen kwam er een ander mooi garen langs. Ik breide een paar sokken. En een muts, en nog een muts. En toen werd het koud en vond ik dat ik een warm vest voor in de tuin nodig had.

Warm voor de winter

Ik breide het op pennen 4,5 van Cascadewol die me geleverd werd door huisdealer zevenkatten.nl .

Kabels breien is leuk.

Toen het eenmaal af was, was het natuurlijk niet koud meer, dat is zoals die dingen gaan. Het vest zal me beslist goed van pas komen in de komende winters dacht ik, en ik begon blijmoedig weer aan een sok. Maar ergens bleef tijdens al deze zijsprongen de gedachte aan Katherine Howard me wel dwarszitten. Ik hou niet van opgeven. Ik noem mijzelf vaak een procesbreier, het gaat mij meer om de bezigheid dan om het product, maar ik wil wel graag iets moois en draagbaars maken. Uithalen en opnieuw beginnen? Nee, niet met deze mishandelde wol. Dus gewoon helemaal opnieuw beginnen, en dat deed ik. Nu niet met lange draden in knotjes of visjes, maar kortere stukken wol. Ik schafte materiaal aan, ik maakte proeflapjes en zelfs een toile, en ik begon opnieuw. Katherine de Tweede.

het schootje aan het achterpand is al klaar.

De eerste poging beschouw ik maar als een heel degelijke oefening. Een super-proeflapje. De Katherine Howard waarnaar het patroon vernoemd werd kreeg geen tweede kans.

Behouden vaart

Altijd als ik iets gezaaid of geplant heb in onze volkstuin zeg ik iets in de trant van “doe je best!” Het schijnt goed te zijn om tegen je planten te praten, tenslotte. Meestal is het weinig ceremonieel: gewoon een kwestie van de plaats bepalen, in de grond ploppen en het beste wensen. Maar soms gaat er heel wat meer zorg in. Zoals de groene asperges. Ik heb ze thuis gezaaid, dagelijks besproeid met een zacht neveltje en enthousiast gejuicht toen ze boven de grond kwamen. Daarna heb ik ze -heel voorzichtig om de worteltjes niet te beschadigen- in potjes gezet, die ik ook weer precies genoeg water -opkamertemperatuur- gaf en bemoedigend toesprak. We brachten ze naar de tuin, waar ze een beetje konden acclimatiseren.

Echtgenoot Yep maakte dat degelijke aspergebed voor ze en gisteren plantte ik ze uit, op precies de goede afstand en diepte, met het groeipuntje in de juiste richting. Toen ze allemaal stonden te wuiven in de voorjaarsbries had ik even de behoefte er een fles champagne tegen stuk te gooien.

Gezwam

Het is de tijd van het jaar voor plannen maken. En voor iets te grote verwachtingen en kleine tegenslagen, de muis in onze tuin heeft bijvoorbeeld wéér de gezaaide erwtjes opgegeten. Ik heb nu het “zaaien ter plaatse” voorschrift in de wind geslagen en thuis op de tuintafel zaaibakken gevuld. Als het eenmaal een plantje is eet de (ongetwijfeld inmiddels bijzonder goed doorvoede) tuinmuizenfamilie het niet.

Maar goed. De plannen dus. Ik surfte op internet langs een website over het kweken van eetbare paddenstoelen en dacht heel Zeeuws: Mokokè*. Het lijkt in het geheel niet moeilijk. De grootste hindernis is het vinden van een vers gezaagd stammetje van de juiste afmetingen en bomensoort. Dat moet eerst een maandje liggen, daarna worden er gaten in geboord waarin deuvels met paddenstoelensporen worden aangebracht. Vervolgens leg je het stammetje ergens op een rustig schaduwrijk plekje in de tuin en wacht tot er heerlijke shii take op groeien. Of oesterzwammen. Wat een leuk idee! Ik ga op stammetjesjacht. (Hoewel ik het advies van de website om met een zaag het bos in te gaan en goed op te letten dat de boswachter je niet betrapt NIET zal volgen… zijn ze nou helemaal! Er worden al veel te veel bomen gekapt zonder dat allerlei hobbyisten er op los gaan zagen)

Gisteren trof ik alvast een afgezant uit het paddenstoelenrijk in onze tuin. Tot mijn verbazing staat er een bleke morielje in ons oude aardperenperkje. Morieljes zijn voorjaarspaddenstoelen en ook delicatessen, maar je kunt ze niet rauw eten. Ik laat deze ook maar staan, hij is zo mooi!

*Mokokè: Dat moet ik ook hebben.

Lente!

Het verveelt nooit.

Clapps favourite

Elk jaar als de fruitbomen beginnen te bloeien maken we dezelfde foto’s. Wat zijn ze mooi.

Winterrietpeer

Er wordt slecht weer voorspeld, de komende week, we hopen dat de bijen toch aan het werk kunnen!

Baksels

Er was restverwerking nodig. Ik had een kilo witlof die niet meer houdbaar was, en een rolletje geitenkaas dat snel op moest. En een pak filodeeg in de vriezer.

Witloftaart dus. Het was heerlijk! En omdat ik het zelf bedacht heb maak ik een receptenpagina en daar zet ik het op.

Excuseer de slechte foto’s. Ik maak ze ‘s avonds en dan is het licht niet optimaal. Bij daglicht is het altijd al weer minstens half opgegeten.

En toen ik toch bezig was maakte ik ook nog kaneelbroodjes, volgens dit recept. Echtgenoot Yep is een echte Zeeuw, want hij noemt het bolusbrood. Daar lijkt het inderdaad wel op, qua smaak… hoewel iets minder plakkerig en zoet.