Een goed idee

Diana van de Mooie Moestuin postte over “suppengewürz”. Ik had het eens als een soort van bouillonpoeder gezien op een beurs, bij een stand die ook appelchips verkocht, en gedroogde kruiden en fruit van allerlei soort. Wat een goed idee, dacht ik toen. Maar wel bewerkelijk, alle kruiden en groenten drogen, fijnmalen tot poeder en daar dan een uitgebalanceerd mengsel van maken. Maar Diana maalt gewoon verse ingrediënten tot een pasta, voegt genoeg zout toe dat het geconserveerd is (14%) en stopt het in een potje. Dat is een nóg beter idee, dan kun je gaandeweg het proces proeven en er nog het een of ander aan wijzigen.

Ik had worteltjes, selderij, peterselie, kervel, sjalotten en venkelblad. En een paar teentjes zwarte knoflook en de geraspte schil van een citroen. Ik draaide het tot pasta en het smaakte fris en kruidig. Daarna mengde ik het zout erdoor en verpakte de zaak. Bij de eerstvolgende gelegenheid als ik bij het koken normaliter een bouillonblokje gepakt zou hebben ga ik een lepeltje suppengewürz toevoegen. Weer iets dat zelf gemaakt kan worden.

In de soep

Van de volkstuin komen nogal wat winterwortelen. Je kunt ze goed bewaren, maar een deel ervan verwerkte ik meteen

Ik sneed ze in stukjes, ik deed hetzelfde met een gekochte bloemkool en wat prei. Een bosje selderij, peterselie en geheim ingrediënt kervel hakte ik met de keukenmachine fijn. Ik mengde de heleboel in een grote kom en vulde zes zakjes met heerlijk kruidig geurende soepgroente. Lekker voor de winter!

Feestelijk!

Vroeger waren bonen groen en wortels oranje. Ik weet dat nog. Dat is tegenwoordig wel anders.

De driekleurige spercieboontjes van de nieuwe tuin leken wel confetti, toen ik ze in ruitjes had gesneden. Na het koken zijn ze allemaal groen, dat is wel een beetje jammer. Er zijn ook lange gele “spek”bonen, rood-wit gevlekte kievitsbonen, bruin-zwart gevlekte peregionbonen, witte cocos de paimpol, knalgroene edamame, gele Fryske waldbeantsjes en zowaar, gewone groene snijbonen.

De quinoa is inmiddels uitgebloeid. De bloemetjes zelf zijn héél klein en wit, nauwelijks te zien. Maar de zaadpluimen verkleuren van geel naar rood, ze zijn prachtig.

Dit jaar gaat het helemaal niet lekker in onze kas, we hebben nauwelijks tomaten. Maar onze tuinbuurman ging op reis en vroeg of wij tijdens zijn afwezigheid voor zijn kas wilden zorgen.

Eén van zijn tomatenplanten maakt prachtige groengevlekte vruchten…

Die van binnen ook groen zijn als de tomaat rijp is. Wat een pracht! Ik bewaar de zaadjes, eens kijken of ik die volgend jaar ook kweken kan.

Seizoensarbeid

Het is hoogzomer, er komt van alles van de tuin.

Wat een heerlijkheid. Maar ook een hoop te doen om alles te verwerken. Zulke beschaafde hoeveelheden als op deze foto hebben we niet vaak.

Niet alleen de bloemkolen lukten geweldig goed, onder de koolklamboe groeiden ook een stuk of zes grote witte kolen. En ja, wat doe je met witte kool… ik maakte een aantal potjes atjar, maar dat zet geen zoden aan de dijk. Ik denk niet dat ze houdbaar zijn tot november, als het tijd is om volgens de traditie de zuurkoolpot te vullen. En waarom zou je ook wachten?

Vanavond sneden we zes kilo kool klein en pakten het met zout en jeneverbessen in de zuurkoolpot. Zuurkool is vast in september ook lekker.

Deze post draag ik op aan Jeroen, zuurkool-connaisseur

Nog meer baksel

Ik ben al een hele tijd op zoek naar een goed Nederlands woord voor “tray bake.” Een gerecht waarbij je alle ingrediënten samen (maar niet noodzakelijk tegelijk) op een bakplaat in de oven bereidt. Heerlijke combinaties kun je zo maken!

En het ziet er vaak ook schilderachtig uit. Vanavond aten we een slanke variant. Zoete aardappel, drie kleuren wortel en rode ui gehusseld met wat olijfolie, zout, peper en tijm. Na iets meer dan een half uur in de oven op 190 graden was het gaar en brokkelde ik er nog wat geitenkaas over. En een dressing van citroensap, mosterd, een lepel maplesyrup en kappertjes. Heel gek, twintig minuten later was het helemaal verdwenen.

De complete spinazie-oogst

Spinazie is een gewas dat in onze volkstuin niet best wil. We hebben nogal arme, zanderige grond en spinazie houdt nu juist van nitraatrijke, dik bemeste aarde. Elk jaar proberen we het wel een keer: we voegen gedroogde koemestkorrels toe, of mest van onze eigen kippen en de spinaziezaadjes komen voortvarend op. Maar ergens gaat het altijd mis: voor het malse blaadjes zijn stopt het met groeien. Dit jaar zaaide ik in het najaar twee rijtjes van ongeveer een meter lang op het veld waar ik eerder dit jaar een ongeloofwaardige hoeveelheid enorm grote aardappelen oogstte. Dat stukje grond was enkele tientallen jaren niet bebouwd geweest, dat zal het geheim van de superoogst zijn geweest. Ik hoopte dat de magie nog niet helemaal was uitgewerkt, dat het ook nog zou werken voor spinazie.

En dat klopte. Er kwam een kleine kilo van mijn twee rijtjes af. Eindelijk! Maar ja, spinazie… na het wegwassen van alle modder die er op zat bleef er een pond over. Na het roerbakken was er precies genoeg voor dit kleine taartje: vier happen per persoon. Dat smaakte werkelijk heerlijk!

Ratatouille

De oogst uit onze volkstuin bestaat deze dagen regelmatig uit precies de ingrediënten voor ratatouille. Dat is een fantastische groentestoofschotel én een leuke film waarin het gerecht een sleutelrol heeft. Overigens zijn tomaten een essentieel onderdeel van de ingrediëntenlijst, en juist die waren bij het plukken van bovenstaande mise-en-place helemaal op. Gelukkig had ik eerder een heleboel tomaten tot saus verwerkt die ik kon inzetten

Ik maak het met wat voorhanden is, de ene keer zit er meer paprika in, de andere keer meer courgette, alleen de olijfolie komt niet uit eigen tuin. Het kan gewoon in een pan of in de oven gemaakt worden en het smaakt naar zomer en naar de Provence. En het laat zich goed invriezen, voor als we van de winter weer eens heimwee hebben naar de warme nazomerdagen.

Tomaten tomaten tomaten

Ingrediënten voor deze ronde: courgettes, een peper, een winterwortel, knoflook en rode uien. En natuurlijk een emmer tomaten.

Er zijn kleine zoete pruimtomaatjes, honderden kerstomaatjes, (al even zoet) en prachtig lichtrood gestreepte tigerella’s. Er zijn dikke marmande vleestomaten, en lange roma’s. Ik pluk en ik pluk en ik pluk  en ik maak liters tomatensaus.

In strijd met alle recepten laat ik de schillen van de tomaten er in, eigenlijk vooral omdat ik er nogal tegenop zie om tweehonderd kerstomaatjes te pellen. Waarom doe je die dan ook in de saus? vroeg Echtgenoot Yep terwijl hij er nog een paar in zijn mond stak. Het antwoord is simpel: het zijn er gewoon véél te veel om “zo” op te eten. Met de staafmixer kun je de schilletjes goed klein krijgen, en de saus is er niet minder lekker door.

Wie wat bewaart…

In het begin van de herfst, vorig jaar, maakte ik bietensalade van een kilo of wat rode bietjes en weckte het in zes literpotten. Dat kostte me een paar uur, verdeeld over twee dagen. Voor het snijden van de bietjes gebruikte ik een frietsnijder, wat best veel tijdwinst -en mooie vierkante blokjes- opleverde.

Het was niet de eerste keer dat ik dat deed… en terecht. Op drukke dagen is het erg makkelijk om zo’n pot bietensalade te verdelen over twee bordjes met wat sla, een halve appel aan schijfjes en een handje hazelnoten. Daarbij een half pistoletje met geitenkaas, met wat honing vanonder de grill. Paar druppels mooie balsamico-azijn er over en presto! Een verantwoorde, aan de zomer herinnerende maaltijd in vijf minuten,

 

Aardappels met aardperen vergelijken.

Op ons volkstuintje staat al jarenlang een plukje aardperen. Tot nu toe oogstten we ze niet en vonden het wel goed dat ‘s winters de hazen ze opgroeven. Vorige week stak ik daar eens een spitvork in de grond en haalde met één beweging drie stuks boven.

Toch eens iets mee proberen, dacht ik, en groef er nog een stuk of wat op.

Ik vond op Internet en in mijn kookboeken een heel rijtje recepten ervoor. Veel recepten voor aardpeer met kaas, veel met knoflook en met prei. Vanavond schilde ik de oogst, sneed ze in plakjes van een centimeter dik en kookte ze een minuut of tien, daarna spreidde ik het uit in een ingevette ovenschotel. Ik sneed een dikke prei aan ringen en bakte die met een gesnipperde ui en vier kleingesneden knoflookteentjes in een koekenpan. Ik deed er komijnpoeder, kurkuma, cayennepeper en zout door en legde dat op de aarperen, daarna overgoot ik het geheel  met een mengsel van wat room en een losgeklopt ei en bestrooide het met parmezaanse kaas. Twintig minuten in de oven leverde een smakelijk uitziend resultaat:

Het was lekker, maar ik zag wel wat verbeterpunten. Aardperen zijn wat flauw, dus er moest toch nog wat meer smaakmaker in. Gebakken spekjes misschien. Ook denk ik dat een bechamelsaus in plaats van room-met-ei het geheel lekkerder en wat meer een geheel zal maken. Er zijn nog genoeg aardperen in de tuin. Maar aardperen hebben de reputatie dat ze tot eeh…. gasvorming leiden. Ik ga eerst afwachten hoe erg dat is.