True colors

Als twintiger begon ik grijs haar te krijgen. Ik heb minstens 25 jaar mijn haar geverfd, meestal ongeveer in “mijn eigen” kleur.  Ik kreeg de laatste jaren een steeds grotere hekel aan het geverf.  Het geklieder met onprettig riekende pasta op mijn hoofd hield de vergrijzing maar een week of twee tegen, daarna verscheen er weer “uitgroei”. Niet mooi. Het kostte me een hele avond per keer en als ik het de kapper liet doen ook nog een behoorlijk bedrag. Buiten dat… ik tuinier zonder bestrijdingsmiddelen, ik scheid mijn afval zorgvuldig, ik douche niet langer dan nodig is… maar ik spoelde wel minstens één keer per maand een dosis onprettige chemicaliën door de afvoer. Ik besloot daarom te stoppen met die narigheid en mijn natuurlijke kleur te worden. Grijs dus. Dat klinkt wel heel gedecideerd, maar het was een lang proces van twijfelen en overwegen, want dan zie ik er natuurlijk ook écht anders uit.  Het kan niet even geprobeerd worden want haar dat donker gekleurd is kan niet grijs geverfd worden en in mijn geval is ongeveer de helft van mijn hoofd ook nog niet grijs maar gewoon donkerbruin. De verf moet er uit groeien.

De afgelopen twee maanden heb ik niet meer geverfd. Ik zag er op het laatst gewoon wat verwaarloosd uit… ik redderde nog wat met een uitwasbaar waterverfje om de strook aan weerszijden van mijn scheiding wat bij te kleuren. Maar gisteren heeft de kapper mijn haar zo kort geknipt als mogelijk was zónder dat mensen gaan denken dat ik een nare ziekte heb. Deze zomer laat ik het nog een paar keer knippen tot echt alle verf er uit is. En dan zien we wel weer, of ik het, grijs en al, nog weer langer laat groeien of kort houd. Ik hoef tenslotte niet door mijn droomprins uit een torenkamertje gered te worden.

Comments are closed.