Wat ik maakte: een halve pyama

23 oktober 2016:

een pyamatop

161023pyamajasje

Vroeger, als klein Lieseke, droeg ik dit soort pyama’s. Van tricot, met boordjes langs hals, enkels en polsen, de broek was meestal gemaakt van de stof waar ook de boordjes van waren gemaakt. Dat was geen luxe in de winter, want we hadden geen centrale verwarming en het was in die jaren nog wel eens koud ook. Toen ik deze stof zag liggen op de Utrechtse stoffenmarkt deed het me meteen aan zo’n pyama denken. De achterkant is geruwd, waardoor het lekker zacht is tegen de huid. Ik kocht genoeg voor een hele pyama. Niet dat ik het nu, met dekbed en CV nog prettig vind om zo aangekleed te slapen, maar het is een fijn kledingstuk om in huis rond te lopen op zondagochtenden bijvoorbeeld. Voor de pyamadagen, zeg maar. Voor de bovenste helft bewerkte ik het patroon van de Nettie Bodysuit. Ik haalde het onderste stukje (het “broekje”) eraf, ik maakte het in zijn geheel een centimeter of vier wijder en maakte de armgaten én de mouwen ook wat ruimer. Bij het knippen stuitte ik op een onaangename verrassing…

161023gaten

Grote gaten en een weeffout. Of, het is tricot, het is een breifout. Dat betekende dat er géén hele pyama uit mijn lapje kon. Boeh. Ik kocht het in Juli en ik weet niet eens meer waar precies… dom. Ik had beter moeten opletten! Ik besloot dan maar ouderwets de onderste helft en de boorden van een bijpassende kleur te maken. Van de ananasjes-stof blijft nu wel genoeg over voor een pyamaatje voor het kleinkind. Ook leuk. Ik maakte deze pyamatop grotendeels op de lockmachine met verschillende kleuren garen er op. Zo is de binnenkant bijna vrolijker dan de buitenkant.

161023manchetjes